Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 september 2018
De vaste commissie voor Onderwijs Cultuur en Wetenschap heeft me gevraagd om te reageren
op een brief van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO).
Het ISO pleit ten eerste voor een verlaging van de invloed van de studieschuld op
de hoogte van de hypotheek. Naar aanleiding van de motie Koerhuis (Kamerstuk 34 775 XVIII, nr. 12) onderzoekt het Nibud momenteel of het wenselijk is om de wegingsfactoren te verlagen.
De resultaten van het onderzoek worden meegenomen in het NIBUD-advies voor de leennormen
in 2019. Uw Kamer zal hier in het najaar over geïnformeerd worden.
Ten tweede is het ISO voorstander van het uitgaan van de actuele studieschuld bij
het bepalen van de hoogte van de hypotheek. Bij vervroegde aflossing en bij nog maar
korte resterende looptijd van de studieschuld kan een kredietverstrekker gebruik maken
van de zogeheten explainmogelijkheden. De kredietverstrekker kan dan, indien verantwoord,
een ruimer krediet verstrekken dan op basis van de hypothecaire leennormen is toegestaan.
Ik heb geen signalen dat aanbieders verkeerd omgaan met deze explain. Op het volgende
Platform Hypotheken, waar met de sector en de toezichthouder wordt gesproken over
mogelijke knelpunten in de hypotheekverstrekking, zal worden geïnventariseerd op welke
wijze aanbieders gebruik maken van deze explainmogelijkheid en of hier knelpunten
worden ondervonden.
Als laatste pleit het ISO voor betere voorlichting. Op de website van DUO stond al
uitleg over hoe studieschulden meewegen bij hypotheekverstrekking. In reactie op de
berichtgeving is de vindbaarheid van deze informatie verbeterd, door bij de pagina’s
over lenen en over terugbetalen een link naar die informatie toe te voegen. In aanvulling
hierop gaan we in overleg met het NIBUD om te bezien hoe verbetering van de voorlichting
op dit onderwerp kan worden vormgegeven.
Voor een nadere toelichting verwijs ik naar de antwoorden op verschillende schriftelijke
vragen, namelijk van het lid Özdil (GroenLinks) met (Aanhangsel Handelingen II 2018/19,
nr. 126), de leden Ronnes en Van der Molen (beiden CDA) met (Aanhangsel Handelingen II 2018/19,
nr. 143), en de leden Van Eijs en Van Meenen (beiden D66) met (Aanhangsel Handelingen II
2018/19, nr. 144).
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven