Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 november 2015
Hierbij ontvangt u mijn reactie op het advies «Wonen in verandering, over flexibilisering
en regionalisering in het woonbeleid». Dit advies is afgelopen zomer uitgebracht door
de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) en vormt het antwoord op mijn
adviesvraag uit 2013 over «de omvang van de woningbehoefte en welke rol de rijksoverheid
daarin heeft te spelen». Hieronder vindt u een korte weergave van het Rli-advies,
gerelateerd aan de door het kabinet reeds ingevoerde hervormingen op de woningmarkt.
Advies woningbehoefte
Op de adviesvraag is de Rli kort ingegaan. De Raad ziet geen aanleiding om de modellen
Pearl en Primos, die gebruikt worden om een beeld te krijgen van de woningbehoefte,
ter discussie te stellen. Ze voldoen aan de wetenschappelijke standaarden en recente
inzichten over demografie en de aard en omvang van de woonbehoefte van huishoudens.
De prognoses die de modellen genereren voldoen volgens de Rli als kompas voor de toekomstige
ontwikkeling van de woningbehoefte. De Raad constateert echter dat deze prognoses
met grote onzekerheden zijn omgeven en dat in de praktijk door professionals en de
media meestal slechts de puntschattingen worden gebruikt, ook op het lage schaalniveau
van een gemeente, wijk of buurt. Dit vergroot de kans op onoordeelkundig gebruik van
de prognoses. De Raad ziet als taak voor de rijksoverheid erop te wijzen wat de waarde
van prognoses is en hoe ze ingezet kunnen worden op lager schaalniveau. Die zienswijze
deel ik en ik zal hier in mijn uitingen over woonbehoefte aandacht aan besteden.
Rol Rijk & hervormingen
De Raad constateert dat de woningvraag steeds meer kwalitatief van aard is, de regionale
verschillen toenemen en de voorspelbaarheid van woonwensen afneemt door veranderingen
op het terrein van werk, relaties en zorg. Volgens de Rli vergt dit een aanpassing
van de rolinvulling van het Rijk. Het Rijk dient volgens de Rli zorg te dragen voor:
-
• een goede marktordening;
-
• woonbeleid dat (externe) publieke waarden borgt;
-
• woonbeleid waarbij collectieve voordelen waar mogelijk worden behaald.
Vervolgens gaat de Raad in op de achterliggende problematiek: knelpunten als gevolg
van ontwikkelingen in de samenleving die de vraag naar wonen beïnvloeden en op gespannen
voet staan met de structuur van de woningmarkt. Volgens de Raad zijn er momenteel
onvoldoende mogelijkheden voor woningvragers om hun woonwensen te verwezenlijken en
hun woonsituatie snel aan te passen als die wensen veranderen; de woningmarkt valt
uiteen in deelmarkten naar regio en eigendom waardoor regionale en sectorale verschillen
worden versterkt en bewegen wordt ontmoedigd. De Rli doet drie aanbevelingen om meer
ruimte te maken voor dynamiek en diversiteit in de woonbehoefte:
-
1. eigendomsneutraliteit in het woon- en inkomensbeleid,
-
2. regionale differentiatie in beleid en regelgeving,
-
3. grotere flexibiliteit in het (her)gebruik van vastgoed.
Advies woningmarktstelsel
De Rli heeft ervoor gekozen het advies uit te breiden van het thema woningbehoefte
naar een advies over het gehele stelsel van de woningmarkt. De Raad adviseert het
kabinet om over te gaan tot langdurige en ingrijpende hervormingen om het geschetste
eindbeeld van een regionaal gedifferentieerde en eigendomsneutrale woningmarkt te
bereiken. De Rli oppert een langdurige transitie van het woningmarktstelsel met verstrekkende
inkomenspolitieke gevolgen. Daarom stelt de Raad voor de transitie te koppelen aan
een fundamentele herziening van het fiscale systeem.
Zoals u kunt lezen in de onlangs aan uw Kamer gezonden tweede editie van de Staat
van de Woningmarkt (Kamerstuk 32 847, nr. 203), vertoont deze onmiskenbaar tekenen van herstel. Het vertrouwen is terug en zowel
de huizenprijzen als het aantal verkopen stijgen weer in vrijwel alle regio’s. Nieuwe
hervormingen brengen onzekerheid en onrust met zich mee en zouden dit ontluikende
herstel op de woningmarkt wellicht weer teniet doen.
Het kabinet kiest daarom voor rust op de woningmarkt opdat huishoudens, verhuurders,
gemeenten en andere partijen tijd en ruimte krijgen zich aan te passen aan de veranderde
regels, rollen en verhoudingen op de vernieuwde woningmarkt.
De Minister voor Wonen en Rijksdienst,
S.A. Blok