32 847 Integrale visie op de woningmarkt

Nr. 1074 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juli 2023

In het commissiedebat «Woningbouwopgave en koopsector» van 5 juli heeft het lid Peter de Groot (VVD) gevraagd naar de mogelijkheden om tijdelijk, vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Omgevingswet, de handhaving van een verbod op permanente bewoning van recreatiewoningen stop te zetten. Ik heb toegezegd daar schriftelijk op terug te komen; dat doe ik met deze brief.

Menselijke maat bij handhaving

Bij handhaving van het verbod op permanente bewoning van recreatiewoningen horen gemeenten zich bewust te zijn van de kwetsbare situatie waarin bewoners zich kunnen bevinden. Ik vraag van gemeenten nu al om de «menselijke maat» te betrachten. Het is onwenselijk wanneer mensen op straat komen te staan. Ik verzoek gemeenten daarom om mensen voldoende tijd te geven om een andere woonplek te zoeken, en hulp te bieden bij het zoeken, wanneer dit nodig is. Regelmatig voer ik het gesprek met gemeenten over het hanteren van een menselijke maat bij handhaving. Ook na de inwerkingtreding van de Omgevingswet, zal ik hier aandacht voor blijven houden.

Omgevingswet

Onder de Omgevingswet krijgen gemeenten de mogelijkheid om sneller omgevingsvergunningen voor permanente bewoning van recreatiewoningen te verlenen. In het huidige stelsel moeten gemeenten hiertoe als hoofdregel de zogeheten uitgebreide voorbereidingsprocedure volgen, terwijl zij onder de Omgevingswet in beginsel de veel kortere reguliere voorbereidingsprocedure kunnen toepassen. Daarbij wordt het onder de Omgevingswet ook mogelijk voor gemeenten om in gevallen van permanente bewoning zowel een objectgebonden als een persoonsgebonden omgevingsvergunning te verlenen. Bovendien vervalt onder de Omgevingswet de peildatum om in aanmerking te komen voor toepassing van de reguliere voorbereidingsprocedure. De precieze veranderingen die de Omgevingswet met zich brengt op het gebied van permanente bewoning van recreatiewoningen, heb ik eerder richting uw Kamer gecommuniceerd in de brief «Actualiteit in Huurbeleid».1

Zowel onder de Omgevingswet als onder huidig recht hebben gemeenten – binnen provinciale kaders – de discretionaire bevoegdheid om permanente bewoning al dan niet toe te staan. Samengevat, waar gemeenten van plan zijn om permanente bewoning toe te staan, beschikken zij daartoe nu al over de mogelijkheden. Zodoende kunnen gemeenten ook onder het huidige recht handhaving stoppen, wanneer zicht is op een transformatie naar Wonen.

Gemeenten hebben het beste zicht op de mogelijkheden en onmogelijkheden binnen de specifieke lokale context. Het is niet overal wenselijk om permanente bewoning toe te staan, bijvoorbeeld door de bestaande toeristische functie, ruimtelijke kwaliteit, de ligging van de locatie of het object, of een gebrekkige infrastructurele ontsluiting.

Aanpak vakantieparken

Om waar mogelijk nieuwe woningen toe te voegen aan de woningvoorraad, zet ik daarnaast in op het transformeren van vakantieparken naar wonen. Ik heb uw Kamer daar recent over geïnformeerd in mijn brief over de Vervolgaanpak Vakantieparken.2 In het kader van de motie Peter de Groot (VVD) (Kamerstuk 32 847, nr. 942) heb ik door de verschillende provincies een inventarisatie laten uitvoeren naar het potentieel aan te transformeren recreatiewoningen. Daaruit blijkt een potentieel van ongeveer 60 parken. In het kader van de uitwerking van de woondeals zal ik de komende maanden het gesprek aangaan met provincies en woondealregio´s om afspraken te maken over hoe deze transformatiepotentie tot realisatie kan worden gebracht.

Ik ondersteun daarnaast gemeenten door inzet van het «expert- en aanjaagteam transformatie van vakantieparken». Komende tijd ga ik aan de slag om het expertteam nog effectiever in te richten, zodat gemeenten goed ondersteund kunnen worden bij transformaties van vakantieparken. Ook zal ik komende tijd een bestuurlijk aanjager aanstellen voor de aanpak vakantieparken. Deze aanjager zal met gebruikmaking van zijn expertise gemeenten en provincies bij de opgave ondersteunen door mee te denken over oplossingen en verbindingen te leggen. Na de zomer zal ik u nader berichten over de uitwerking van de Vervolgaanpak Vakantieparken.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge


X Noot
1

Kamerstuk 27 926, nr. 365.

X Noot
2

Kamerstuk 32 847, nr. 1070.

Naar boven