32 845 Voorstel van wet van de leden Monasch, Bashir, Van Gent en Verhoeven tot wijziging van de Wet personenvervoer 2000 teneinde inbesteding van openbaar vervoer mogelijk te maken in een plusregio die de gemeente Amsterdam, ’s-Gravenhage, Rotterdam of Utrecht omvat (Wet aanbestedingsvrijheid OV grote steden)

Nr. 12 AMENDEMENT VAN HET LID WIEGMAN-VAN MEPPELEN SCHEPPINK

Ontvangen 13 juni 2012

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel M, wordt in het opschrift van § 4b «reciprociteit en gescheiden boekhouding» vervangen door: reciprociteit, gescheiden boekhouding en prestatievergelijking.

II

In artikel I, onderdeel M, wordt voor artikel 63b in § 4b een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 63ab

  • 1. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit voert een prestatievergelijking uit van vervoerders aan wie op grond van artikel 63a een concessie is verleend, die betrekking heeft op de klantenservice, kostenefficiëntie en doelmatigheid van de vervoerders.

  • 2. Bij ministeriele regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de onderlinge vergelijkbaarheid van de verschillende vervoerders en de frequentie van de prestatievergelijking.

Toelichting

Dit amendement beoogt in de wet een verplichting tot periodieke systematische vergelijking tussen de interne exploitanten (benchmarking) vast te leggen. Door middel van benchmarking worden de kosten van de interne exploitanten inzichtelijk en zodoende beheersbaar gemaakt. Een benchmark vormt tevens een prikkel voor deze exploitanten om doelmatiger en klantgerichter te werken. Ook de Nederlandse Mededingingsautoriteit beveelt aan om in de Wet personenvervoer 2000 een verplichtende benchmark op te nemen voor interne exploitanten.1 De raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit is de aangewezen partij voor het verrichten van deze prestatievergelijkingen.

Wat betreft de frequentie van de prestatievergelijkingen komt minstens één prestatievergelijking per periode van drie jaren de indiener redelijk voor.

Wiegman-Van Meppelen Scheppink


X Noot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 32 376, nr. 3, punt 15.

Naar boven