32 842 Wijziging van de Opiumwet in verband met de strafbaarstelling van handelingen ter voorbereiding of vergemakkelijking van illegale hennepteelt

Nr. 7 AMENDEMENT VAN HET LID KOOIMAN

Ontvangen 23 maart 2012

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel A, vervalt «of ernstige reden heeft om te vermoeden».

Toelichting

Het nieuwe artikel 11a van de Opiumwet stelt niet alleen de persoon strafbaar die weet dat de artikelen die hij of zij verkoopt gebruikt zullen worden voor de illegale hennepteelt, of op andere wijze helpt in de voorbereiding, maar ook diegene die een ernstige reden heeft om dit te vermoeden. Deze strafrechtelijke aansprakelijkheid gaat te ver. Weliswaar benadrukt de regering dat het niet de bedoeling is dat medewerkers van bonafide tuincentra of verkopers van land- en tuinbouwartikelen strafbaar zijn, indien zij bijvoorbeeld potgrond of groeilampen verkopen, maar het blijft onduidelijk hoe ver hun onderzoeksplicht reikt. Deze onduidelijkheid is onwenselijk.

Indiener is van mening dat strafrechtelijke aansprakelijkheid slechts aanvaardbaar is wanneer kan worden bewezen dat wetenschap aanwezig is bij degene die handelingen pleegt ter voorbereiding of vergemakkelijking van illegale hennepteelt. Met dit amendement wordt de passage van het vermoeden geschrapt.

Kooiman

Naar boven