32 841 Wijziging van de Wet veiligheidsregio’s in verband met de oprichting van het Instituut Fysieke Veiligheid en in verband met de volledige regionalisering van de brandweer

Nr. 9 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 27 december 2011

Het wetsvoorstel wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

AA

Artikel 3, derde lid, komt te luiden:

3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over het brandveilig gebruik van voor mensen toegankelijke plaatsen, voor zover daarin niet bij of krachtens enige andere wet is voorzien, en worden regels gesteld over de basishulpverlening op die plaatsen.

B

In artikel I, onderdeel I, komt de tweede wijziging van artikel 57 te luiden:

2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Verkeer en Waterstaat» vervangen door: Onze Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Infrastructuur en Milieu.

Toelichting

Onderdeel A wijzigt artikel 3, derde lid, van de Wet veiligheidsregio’s. Dat artikellid vormt de grondslag voor twee algemene maatregelen van bestuur. Aan de voorbereiding van die amvb’s wordt momenteel nog gewerkt. De materie is complex en voor een gedeelte uitermate technisch, en het blijkt gewenst om op onderdelen aspecten nader te regelen in een ministeriële regeling. Daarom zijn in genoemd artikellid de woorden «of krachtens» toegevoegd.

Daarnaast is gebleken dat de in artikel 3, derde lid, gebruikte aanduiding «voor mensen toegankelijke ruimten, niet zijnde bouwwerken» niet adequaat is. Met die aanduiding was beoogd tot uitdrukking te brengen dat de amvb op basis van de Wet veiligheidsregio’s is bedoeld als sluitstuk: het regelt het brandveilig gebruik voor zover daarin niet al in andere regelgeving is voorzien. Primair valt daarbij te denken op het op de Woningwet gebaseerde Bouwbesluit 2012, dat het huidige Besluit brandveilig gebruik bouwwerken incorporeert. In het Bouwbesluit 2012 wordt het begrip «ruimten» op een specifieke wijze gebruikt, en het is ongewenst in verwante regelingen een identiek begrip te gebruiken met een verschillende inhoud. Daarom is er nu voor gekozen om in het genoemde artikellid de aanduiding «plaatsen» te gebruiken, maar overigens onverminderd tot uitdrukking te brengen dat regelingen op deze grondslag aanvullend van karakter zullen zijn.

De wijziging in onderdeel B herstelt dat het Ministerie van Verkeer en Waterstaat abusievelijk ontbrak in een te vervangen zinsnede.

De minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Naar boven