32 839 Wijziging van de Warmtewet in verband met enkele aanpassingen

E NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 7 mei 2013

Met belangstelling heb ik kennis genomen van de vragen die leden van de PVV-fractie hebben gesteld naar aanleiding van de memorie van antwoord op het voorstel van wet tot wijziging van de Warmtewet in verband met enkele aanpassingen. Hieronder treft u mijn reactie aan.

De leden van de PVV-fractie vroegen of de correctiefactor zowel een positieve als negatieve waarde kan krijgen en of de correctiefactor wordt begrensd. De Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) ziet door middel van de rendementsmonitor toe op de rendementen van leveranciers (artikel 7, eerste lid). Indien de monitor aanleiding geeft om de rendementstoets (artikel 7, tweede lid) in werking te laten treden dan kan dit bij Koninklijk besluit plaatsvinden. Als vervolgens de rendementen van een leverancier hoger zijn dan een door de ACM vast te stellen redelijk rendement, kan de ACM het meer dan redelijke rendement verdisconteren door een lager te hanteren tarief vast te stellen voor desbetreffende leverancier. Deze verdiscontering kan conform artikel 7, derde lid, alleen plaatsvinden bij te hoge rendementen van de leverancier en niet bij te lage rendementen. Verdiscontering van te hoge rendementen leidt tot de vaststelling van lagere tarieven voor verbruikers. De verdiscontering is beperkt tot het meer dan redelijke behaalde rendement, dit betekent het verschil tussen het behaalde rendement en het redelijke rendement. Het is aan de ACM om nadere regels op te stellen over de wijze waarop en periode waarin verdisconteerd dient te worden (artikel 7, vierde lid).

Voorts vroegen de leden van de PVV-fractie naar een overzicht van de inkomstenverdeling tussen ontwikkelaar, leverancier en gemeente. Voor zover ons bekend is er geen instantie die over het gevraagde overzicht beschikt. Op ambtelijk niveau is contact geweest met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en ook zij beschikken niet over een dergelijk overzicht of kennen het bestaan daarvan. Ik kan deze informatie daarom ook niet ter beschikking stellen.

De relatie tussen ontwikkelaars, gemeenten en warmteleveranciers kan overigens per situatie verschillen. Hierbij kan worden gedacht aan de rol van de gemeente: soms is de gemeente bijvoorbeeld grondeigenaar, soms is de gemeente bijvoorbeeld (ook) participant in warmtelevering. De inkomstenverdeling kan dan ook per situatie verschillen. Gemeentebesturen zijn verantwoording schuldig over hun beleid – ook voor een warmteproject – aan de gemeenteraad.

De minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven