32 839 Wijziging van de Warmtewet in verband met enkele aanpassingen

Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 29 november 2011

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 2, zevende lid, komt te luiden: Een leverancier houdt een storingsregistratie bij betreffende de levering van warmte en publiceert deze jaarlijks op geschikte wijze.

2. Aan artikel 3 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Bij ministeriële regeling wordt de hoogte vastgesteld van de compensatie bij een ernstige storing in de levering van warmte, bedoeld in het eerste lid, onder d, die voor storingen van verschillende tijdsduur verschillend kan worden vastgesteld.

3. In artikel 4, derde lid, wordt «kunnen regels worden gesteld» vervangen door: worden regels gesteld.

4. In artikel 7, tweede lid, wordt «toetst periodiek of het rendement van een vergunninghouder» vervangen door: toetst of het rendement van een leverancier.

5. In artikel 8, zesde lid, wordt «kunnen regels worden gesteld» vervangen door: worden regels gesteld.

6. In artikel 10, derde lid, wordt «kan voor ieder warmtenet verschillen» vervangen door: kan voor ieder warmtenet of deel van een warmtenet verschillen.

7. In artikel 12a, derde lid, wordt «artikel 2, vijfde lid» vervangen door: artikel 2, zesde lid.

B

In artikel I, onderdeel F, wordt in artikel 18, zesde lid, «de artikelen 2, 5, eerste en vierde lid, 9, eerste lid, 13, 14 en 17» vervangen door: de artikelen 2, 5, eerste en vierde lid, 9, eerste lid, 13, 14, 17 en 40.

C

In artikel I, onderdeel P, wordt in artikel 42, eerste lid, «drie jaar» vervangen door: twee jaar.

D

In artikel II wordt «Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie» vervangen door: Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie.

TOELICHTING

Door deze nota van wijziging worden enkele aanpassingen gedaan in het voorstel van wet. De inhoudelijke wijzigingen zijn toegelicht in de nota naar aanleiding van het verslag. Daarnaast worden enkele onjuiste verwijzingen hersteld.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen