32 827 Toekomst mediabeleid

Nr. 210 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 maart 2021

Minderjarigen worden in Nederland beschermd tegen mogelijk schadelijke content in films, televisieprogramma’s en sinds een recente wetswijziging ook online. In Nederland ligt hierbij een grote verantwoordelijkheid bij de audiovisuele branche. Het NICAM maakt dit mogelijk, middels het instrument van de Kijkwijzer.

Dit systeem geniet grote bekendheid bij ouders en wordt veelvuldig gebruikt om een afweging te maken of bepaalde content mogelijk schade berokkent bij opgroeiende kinderen en jeugdigen. Dat is gebleken uit een evaluatie die vorig jaar is uitgevoerd en die ik met uw Kamer heb gedeeld1.

In de evaluatie wordt ook de aanbeveling gedaan, om de tripartiete samenwerking tussen OCW, het NICAM en het Commissariaat voor de Media te verbeteren door het helder maken van de rollen en het voeren van reguliere overleggen. Deze aanbeveling heb ik overgenomen2.

In de afgelopen maanden hebben OCW, het NICAM en het Commissariaat voor de Media gewerkt aan het verhelderen van de rollen van de verschillende organisaties. Dit traject heeft geleid tot een set van samenwerkingsafspraken. Het NICAM en het Commissariaat voor de Media hebben daarnaast een nieuw convenant opgesteld waarin afspraken worden vastgelegd betreffende de bescherming van jeugdigen, ter aanvulling op en met inachtneming van hetgeen bij of krachtens de wet is geregeld. In deze Kamerbrief informeer ik u over de set samenwerkingsafspraken en het convenant.

Samenwerkingsafspraken OCW, NICAM en Commissariaat voor de Media

OCW, NICAM en het Commissariaat voor de Media hebben ten doel om minderjarigen maximaal te beschermen tegen schadelijke media-invloeden, middels het systeem van geconditioneerde zelfregulering. De drie partijen werken daarbij samen, ieder vanuit hun eigen rol en verantwoordelijkheid.

«Zelfregulering» heeft betrekking op het gegeven dat de audiovisuele branche zelf het NICAM heeft opgericht. In Nederland mogen media-aanbieders geen content aanbieden die schadelijk zou kunnen zijn voor jeugdigen, behalve wanneer zij deelnemen aan het NICAM. Het NICAM stelt collectieve regels op en houdt toezicht op de naleving ervan door de bij het NICAM aangesloten media-aanbieders.

«Geconditioneerd» heeft betrekking op de voorschriften die verbonden zijn aan de erkenning van het NICAM, zoals bepaald in de Mediawet 2008. Deze voorschriften houden in dat het NICAM onafhankelijk toezicht borgt op de naleving van de regels, dat het NICAM voorziet in voldoende betrokkenheid van belanghebbenden en dat de financiële positie van het NICAM een adequate uitvoering van de werkzaamheden borgt. Het NICAM stuurt een jaarverslag naar het Ministerie van OCW met een overzicht van het aantal aangesloten omroepinstellingen, inzicht in de behandeling van klachten en jaarverslagen van de klachtencommissie en de commissie van beroep.

Metatoezicht wordt uitgeoefend door het Commissariaat door middel van een marginale toetsing van de effectiviteit van het classificatie instrument van het NICAM (Kijkwijzer) voor bescherming van jeugdigen, alsmede het toezicht door het NICAM op de naleving van de afspraken door de bij het NICAM aangesloten media-instellingen.

Binnen het systeem van geconditioneerde zelfregulering hebben alle partijen een eigen rol en een gezamenlijk doel: het adequaat beschermen van minderjarigen. Om dat doel te bereiken, hebben de partijen afgesproken om elkaar beter te informeren, meer gebruik te maken van elkaars kennis en expertise en op regelmatige basis tripartiete overleggen te voeren. Het jaarverslag van het NICAM zal een belangrijke basis zijn voor het gesprek tussen de drie partijen, om elkaar zo beter op de hoogte te houden van de diverse ontwikkelingen op het gebied van minderjarigenbescherming.

Convenant NICAM en Commissariaat voor de Media

NICAM en Commissariaat voor de Media hebben na afloop van de evaluatie van het NICAM3 de gezamenlijke behoefte geuit om het geldende convenant uit 2009 en het bijbehorend addendum uit 2019 te actualiseren en daarbij de rollen en de onderlinge verwachtingen te expliciteren. In het nieuwe convenant worden hernieuwde afspraken gemaakt over de invulling van het metatoezicht, wat het Commissariaat jaarlijks uitvoert in opdracht van het ministerie.

Partijen hebben afgesproken dat het NICAM ten aanzien van factoren die gaan over zowel het instrument Kijkwijzer als over de uitvoering en toepassing van het systeem, rapporteert aan het Commissariaat. Deze factoren gezamenlijk vormen de «peilstok» die een beeld geeft in welke mate de geconditioneerde zelfregulering tot de gewenste bescherming van minderjarigen leidt.

Het NICAM rapporteert jaarlijks vóór 1 maart aan het Commissariaat over deze factoren in het Kwaliteitsbewakingsrapport. Het Commissariaat voert een marginale toetsing uit op de door het NICAM gerapporteerde informatie. Dit houdt in dat het Commissariaat de rapportage van het NICAM beziet vanuit vragen als: is het volledig, begrijpelijk en navolgbaar, is het aannemelijk en verklaarbaar, is het voldoende onderbouwd? Het Commissariaat kan en mag ten principale vragen naar verduidelijking en meer informatie. Het Commissariaat rapporteert vervolgens voor 1 juli vanuit haar rol als metatoezichthouder aan het Ministerie van OCW op grond van de rapportage van het NICAM.

Tot slot

Het gevoerde traject, de nieuwe samenwerkingsafspraken en het gesloten convenant dragen bij aan verdere verbetering van de samenwerking en zorgen voor een betere inrichting van de bescherming van minderjarigen. Dit is iets dat ik toejuich. Het NICAM is aanvullend gestart met een traject om de inrichting van de organisatie te versterken, door de governance te herijken. Ook hier zal uw Kamer te zijner tijd over geïnformeerd worden.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Kamerstuk 32 827, nr. 195.

X Noot
2

ibidem

X Noot
3

KWINK groep (2020). Evaluatie NICAM. Bijlage bij Kamerstuk 32 827, nr. 195.

Naar boven