Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 maart 2020
Op 16 januari 2020 heeft de vaste commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap mij schriftelijk
benaderd naar aanleiding van het NRC-artikel «Mediatoezichthouder in de fout met aanbestedingen» dat op 16 januari jl. is gepubliceerd.1 Uw Kamer heeft mij gevraagd om een reactie te geven op dit artikel. Met deze brief
geef ik gehoor aan dit verzoek.
Ik heb kennis genomen van het onderhavige artikel van het NRC. Hierin stelt het NRC
dat het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) de afgelopen 5 jaar
in een aantal gevallen in de gevolgde aanbestedingsprocedures heeft afgeweken van
de aanbestedingsregel om 3 offertes op te vragen bij bedragen die de 50.000 euro overstijgen,
en waarbij een deugdelijke motivering ontbrak of onvindbaar was.
Er is rond het Commissariaat een situatie ontstaan die extra aandacht en inspanningen
vergt van zowel het Commissariaat als het ministerie. Zoals bekend ben ik daarmee
vorig jaar al aan het werk gegaan. Zie hierover onder meer mijn brief van 4 september
2019 aan uw Kamer.2 Daarin treft u een groot aantal maatregelen aan. Maatregelen die beogen meer transparantie
te krijgen met betrekking tot doeltreffendheid en doelmatigheid van het Commissariaat
en nader te kijken naar de governance van het Commissariaat. Hiermee samenhangend
werk ik ook aan de aanpassing van de arbeidsvoorwaardenregeling voor leden van het
Commissariaat.
In het verslag van de vijfjaarlijkse zbo-evaluatie naar de doelmatigheid en doeltreffendheid
van het functioneren van het Commissariaat, was reeds het hoge aandeel aan inkoopkosten
aangestipt.3 Naar aanleiding van dit onderzoek wordt met hoge prioriteit ingezet op het krijgen
van meer inzicht in de eigen doelmatigheid bij het Commissariaat. Daar hoort bij dat
er meer inzicht en transparantie komt in en over de verschillende componenten van
eigen bedrijfsvoering, waaronder inkoop. Zo kan binnen het Commissariaat gerichter
worden gestuurd op het realiseren van een grotere doelmatigheid, en kan het gesprek
over doelmatigheid en nut en noodzaak van de uitgaven tussen het Commissariaat en
mijn departement beter worden gevoerd.
Uiteraard vind ik dat aanbestedende diensten zich dienen te houden aan de geldende
aanbestedingsregels. Het Commissariaat heeft, naar aanleiding van het WOB-verzoek
van het NRC dat heeft geleid tot het aangehaalde artikel, het belang van de consequente
toepassing van de aanbestedingsregels en onderbouwing bij afwijking daarvan intern
onder de aandacht gebracht en op de agenda geplaatst. In aanvulling hierop zal ik
de ADR vragen om in ieder geval komend jaar mee te kijken op de jaarrekening van het
Commissariaat door een review uit te voeren op de accountantscontrole. Op deze wijze
span ik mij samen met het Commissariaat in om te voorkomen dat een dergelijke situatie
nogmaals voorvalt.
Tot slot lijkt het mij goed om nu vooral vooruit te kijken. Naast de genoemde maatregelen
hoort daar ook de recente benoeming van de interim--voorzitter bij, die hard aan de
slag is om de verbeterpunten op te pakken. De voortgang van de benoemde maatregelen
wordt besproken en gemonitord in het reguliere overleg tussen OCW en het Commissariaat.
Het onderzoek naar de governance van het Commissariaat heb ik laten uitvoeren door
ABDTOPConsult en verwacht ik samen met een beleidsreactie in april aan uw Kamer toe
te zenden. Samen met het Commissariaat werk ik graag aan een toezichthouder voor het
mediaveld die ook in de toekomst relevant blijft.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob