32 827 Toekomst mediabeleid

30 111 Topinkomens

Nr. 150 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 april 2019

Tijdens het vragenuur d.d. 12 maart 2019 over topsalarissen bij de Nederlandse publieke omroep (Handelingen II 2018/19, nr. 61, item 3), heb ik uw Kamer toegezegd de NPO te zullen vragen onderzoek te doen naar de specifieke casus waarover we spraken en mij daarover zo snel mogelijk te informeren. Het betrof de berichtgeving in De Telegraaf over het salaris van een presentator van BNNVARA.

De NPO heeft mij daarover met een brief van 27 maart 2019 (vertrouwelijk) geïnformeerd. Tegelijkertijd heeft de NPO een persbericht uitgebracht. Omdat de brief van de NPO een aantal persoonsgegevens bevat, volsta ik op dit moment met een korte geanonimiseerde weergave van de belangrijkste bevindingen van de NPO.

De NPO heeft volgens de brief verzocht inzage te geven in:

  • aard en inhoud van de tussen BNNVARA en de presentator lopende contractuele afspraken;

  • de afspraken tussen BNNVARA en NTR inzake de inzet van de presentator;

  • de afspraken tussen BNNVARA en de producent inzake inzet van de presentator als presentator en anderszins, zoals met betrekking tot programmaontwikkeling;

  • al hetgeen verder bekend is met betrekking tot met de presentator gemaakte afspraken en bijbehorende geldstromen.

BNNVARA heeft de gevraagde informatie geleverd en er is volgens de brief ook nog overleg geweest tussen BNNVARA en de NPO alwaar de vragen van de NPO konden worden beantwoord.

De NPO is, afgaande op de door BNNVARA ter beschikking gestelde informatie, in de aan mij gerichte brief en volgens het eigen persbericht tot de conclusie gekomen dat het honorarium van de presentator in overeenstemming is met het Beloningskader Presentatoren Publieke Omroep (BPPO) zoals dit gold ten tijde van het maken van deze afspraken. De afspraken dienen volgens de NPO conform het in het BPPO 2017 bepaalde gerespecteerd te worden. De conclusie is volgens de NPO gebaseerd op de beschikbare informatie, zoals deze door BNNVARA met de NPO is gedeeld en verstrekt.

In het persbericht wordt gesteld dat alles volgens de regels gaat en dat rond de presentatie van het programma College Tour geen «salarisconstructie» is geconstateerd. Het persbericht bevat overigens, los van de procesbeschrijving, grotendeels dezelfde informatie als de brief.

In de brief wordt voor de conclusie onvoldoende onderbouwing gegeven. Daar is wel behoefte aan, niet alleen bij mij maar ook bij uw Kamer. Mede ter voorbereiding van de antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Aartsen over het bericht dat de beloning van de BNNVARA presentator binnen de regels is en geen schijnconstructie (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 2247) heb ik nog eens expliciet bij de NPO, BNNVARA en NTR op dit punt informatie opgevraagd.

Volgens het persbericht van de NPO d.d. 27 maart 2019 is er geen sprake van een salarisconstructie. Dat is in het kader van mijn verzoek tot nadere informatie nogmaals door de betrokken organisaties bevestigd en nader onderbouwd. Op grond van de aan mij verstrekte vertrouwelijke informatie deel ik deze conclusie.

Desgevraagd heeft men aangegeven dat de inbreng van BNNVARA, binnen het lopende contract met de presentator, bestaat uit redactionele input en het beschikbaar stellen van de desbetreffende presentator. Op basis van de door BNNVARA aan de NPO verstrekte informatie en geraadpleegde documenten heeft de NPO in haar onderzoek vastgesteld dat het honorarium van de presentator van College Tour rechtstreeks door BNNVARA vanuit de verenigingsmiddelen aan hem wordt betaald binnen de daarvoor geldende afspraken zoals neergelegd in het Beloningskader Presentatoren Publieke Omroep (BPPO) en het toepasselijke overgangsrecht.

Tegelijkertijd met deze brief stuur ik uw Kamer de beantwoording van de schriftelijke vragen toe (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 2247).

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven