32 827 Toekomst mediabeleid

Nr. 15 MOTIE VAN HET LID VOORDEWIND

Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 27 juni 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat nu de regering kiest voor een sterke ledenbinding, het van belang is dat omroepen zich door commerciële nevenactiviteiten met hun eigen middelen (niet met de overheidsbijdrage) optimaal op de markt kunnen profileren;

van mening, dat het zogenoemde dienstbaarheidsverbod gemoderniseerd moet worden zonder dat dit ten koste mag gaan van het bijzondere publieke karakter van het publieke omroepbestel;

verzoekt de regering bij de komende aanpassing van de Mediawet 2008 het dienstbaarheidsartikel 2 141, tweede lid, zodanig te wijzigen dat (1) hierin expliciet staat dat omroepen bij nevenactiviteiten zich uitsluitend marktconform moeten gedragen en dat (2) deze bepaling in overeenstemming wordt gebracht met het onvervreemdbare rechtsbeginsel van de onschuldpresumptie in artikel 6 van het EVRM, zodat het aan de toezichthouder, het Commissariaat voor de Media, is om eventuele overtredingen aan te tonen in plaats van dat een omroep zelf zijn eigen onschuld bij een vermeende overtreding moet aantonen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Voordewind

Naar boven