De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de bezuiniging van 200 mln. op de mediabegroting betekent dat andere maatregelen ter invulling van het regeerakkoord,
zoals de vrijgave van de programmagegevens, niet tot verkapte additionele kortingen mogen leiden op het totale voor de programmering
beschikbare budget van de landelijke omroepen;
constaterende, dat het Commissariaat voor de Media in zijn rapport van 17 mei 2011 «Is er vanavond nog iets op tv» een maximale
schadepost van 18 mln. taxeert indien de programmagegevens vrij worden gegeven;
constaterende, dat de Europese Commissie Nederland in de brief van maart 2005 opdraagt, voorschriften vast te stellen die
garanderen dat elke vorm van commerciële exploitatie marktconform plaatsvindt, zodat deze volledig mee berekend kunnen worden
bij de overheidssteun omdat anders sprake is van overcompensatie door de overheid;
van mening dat ook dit met zich meebrengt dat verkoop van programmagegevens marktconform moet geschieden en het in strijd
met Europese staatssteunregels is als dit tegen een gemiddelde waarde geschiedt in plaats van een maximale waarde;
constaterende, dat de regering streeft naar een betekenisvol ledenbestel en in het algemeen voorstander is van het profijtbeginsel
en dat omroepprogrammabladen bij de invulling hiervan een essentiële rol zullen vervullen;
van mening, dat omroepen in staat moeten zijn, een optimale ledenbinding te bereiken en additionele inkomsten moeten kunnen
verwerven die ten goede komen aan de programma's;
verzoekt de regering bij de vrijgave van de programmagegevens een systeem van nadeelcompensatie in te bouwen dat de omroepen
de gelegenheid geeft, de volledige schade als gevolg van de vrijgave in de marktvergoeding te verwerken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Voordewind