A. TITEL
Protocol betreffende de toetreding van de Italiaanse Republiek tot
het Akkoord tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België,
het Groothertogdom Luxemburg, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek
betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke
grenzen, ondertekend te Schengen op 14 juni 1985;
Parijs, 27 november 1990
B. TEKST
De Nederlandse en de Franse tekst van de Overeenkomst zijn geplaatst in Trb. 1991,
261.
D. PARLEMENT
Artikel 1 van Wet van 24 februari 1993 (Stb. 140) luidt als
volgt:
„Het op 27 november 1990 te Parijs tot stand gekomen Protocol betreffende
de toetreding van de Italiaanse Republiek tot het op 14 juni 1985 te Schengen
ondertekende Akkoord tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk
België, het Groothertogdom Luxemburg, de Bondsrepubliek Duitsland en
de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles
aan de gemeenschappelijke grenzen, waarvan de Nederlandse en de Franse tekst
zijn geplaatst in Tractatenblad 1991, 26, wordt goedgekeurd voor Nederland".
Deze wet is gecontrasigneerd door de Staatssecretaris van Buitenlandse
Zaken P. DANKERT, de Staatssecretaris van Justitie A. KOSTO en de Minister
van Economische Zaken J. E. ANDRIESSEN.
Voor de behandeling in de Staten-Generaal zie: Kamerstukken II 1990/91,
1991/92 22 207; Hand. II 1991/92, blz. 2963–3028, 3134–3165, 3214–3215,
5577–5612, 5615–5643, 5673–5702, 5750–5755, 5877–5881,
5899–5902 en 5904–5905. Kamerstukken I 1992/93, 22 207 (52, 52a,
52 b, 52 c, 52d, 52 e, 52 f); Hand. I 1992/93, blz. 735–779; zie vergadering
d.d. 23 februari 1993.
E. BEKRACHTIGING
De volgende Staten hebben een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring
bij de Regering van het Groothertogdom Luxemburg nedergelegd:
België | 31 maart 1993 |
Luxemburg | 31 maart 1993 |
Italië | 15 maart 1994 |
Frankrijk | 10 april 1997 |
het Koninkrijk der Nederlanden (voor Nederland) | 22 mei 1997 |
G. INWERKINGTREDING
De bepalingen van de Overeenkomst, welke vanaf 28 november 1990 voorlopig
worden toegepast, zijn ingevolge artikel 4, tweede lid, in werking getreden
op 1 juli 1997.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt de Overeenkomst alleen
voor Nederland.
J. GEGEVENS
Zie Trb. 1991, 26.
Voor het op 18 april 1951 te Parijs tot stand gekomen Verdrag tot oprichting
van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal zie ook, laatstelijk, Trb. 1995,
77.
Voor het op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot oprichting
van de Europese Gemeenschap zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 76.
Voor het op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot oprichting
van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zie ook, laatstelijk, Trb. 1995,
78.
Voor het op 3 februari 1958 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag
tot instelling van de Benelux Economische Unie zie ook, laatstelijk, Trb. 1992,
166.
Voor het op 14 juni 1985 te Schengen tot stand gekomen Akkoord tussen
het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek
Duitsland, de Franse Republiek en het Groothertogdom Luxemburg betreffende
de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen
zie ook, laatstelijk, Trb. 1997, 121.
Voor de op 19 juni 1990 te Schengen tot stand gekomen Overeenkomst ter
uitvoering van het hierbovengenoemde Akkoord zie ook, laatstelijk, Trb. 1997,
122.