Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 1995, 114 | Verdrag |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 1995, 114 | Verdrag |
Overeenkomst ter bestrijding van doping, met Bijlage;
Straatsburg, 16 november 1989
De tekst is geplaatst in Trb. 1991, 8.
De Bijlage bij de Overeenkomst is gewijzigd op 24 januari 1992 en wederom op 1 augustus 1993. Voor de tekst zoals deze luidt sinds 1 augustus 1993 zie rubriek J hieronder.
De Overeenkomst is voorts nog ondertekend voor de volgende Staten:
IJsland | 25 maart 1991 |
Cyprus1 | 20 juni 1991 |
Joegoslavië | 10 juli 1991 |
Bulgarije | 24 maart 1992 |
Duitsland1 | 27 mei 1992 |
Ierland1 | 25 juni 1992 |
Litouwen1 | 1 april 1993 |
de Slowaakse Republiek | 6 mei 1993 |
Estland1 | 14 mei 1993 |
Roemenië1 | 16 juni 1994 |
Malta1 | 9 september 1994 |
Albanië1 | 2 februari 1995 |
Zie Trb. 1991, 8.
Artikel 1 van de Rijkswet van 17 november 1994 (Stb. 878) luidt als volgt:
De op 16 november 1989 te Straatsburg tot stand gekomen Overeenkomst ter bestrijding van doping, waarvan de Engelse en de Franse tekst en de vertaling in het Nederlands zijn geplaatst in het Tractatenblad 1991, 8, wordt goedgekeurd voor het gehele Koninkrijk."
Deze Rijkswet is gecontrasigneerd door de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport E. G. TERPSTRA en de Minister van Buitenlandse Zaken H. A. F. M. O. VAN MIERLO.
Voor de behandeling in de Staten-Generaal zie Kamerstukken II 1991/92, 1992/93, 1993/94 22 671 (R1442); Hand. II 1993/94, blz. 6049–6061; Kamerstukken I 1994/95, nr. 54; Hand. I 1994/95, blz. 93.
Zie Trb. 1991, 8.
In overeenstemming met artikel 14, tweede lid, van de Overeenkomst hebben nog de volgende Staten een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa:
Frankrijk1 | 21 januari 1991 |
Joegoslavië2 | 10 juli 1991 |
Oostenrijk | 10 juli 1991 |
Spanje | 20 mei 1992 |
Bulgarije | 1 juni 1992 |
Zwitserland | 5 november 1992 |
Turkije | 22 november 1993 |
Cyprus | 2 februari 1994 |
Portugal | 17 maart 1994 |
Duitsland | 28 april 1994 |
het Koninkrijk der Nederlanden | 11 april 1995 |
(voor Nederland) |
In overeenstemming met artikel 16, eerste lid, van de Overeenkomst hebben de volgende Staten een akte van toetreding nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa:
de Sovjetunie1 | 12 februari 1991 |
Slovenië | 2 juli 1992 |
Kroatië | 27 januari 1993 |
De Voormalige Joegslavische Republiek Macedonië | 30 maart 1994 |
Australië | 5 oktober 1994 |
Bosnië-Herzegowina | 29 december 1994 |
Zie Trb. 1991, 8.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zal de Overeenkomst op 1 juni 1995 in werking treden voor Nederland.
Voor de in rubriek F genoemde Staten is de Overeenkomst ingevolge artikel 16, tweede lid, in werking getreden op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van één maand na de nederlegging van de betreffende akte van toetreding.
In overeenstemming met artikel 17, tweede lid, van de Overeenkomst heeft het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland de Overeenkomst toepasselijk verklaard op:
het eiland Man | 1 oktober 1993 |
Voor het op 5 mei 1949 te Londen tot stand gekomen Statuut van de Raad van Europa zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 94.
Voor het op 19 december 1954 te Parijs tot stand gekomen Europees Cultureel Verdrag zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 179.
De Commissie van Toezicht heeft tijdens haar Vierde Vergadering, gehouden van 15–17 juni 1993, een wijziging van de Bijlage aangenomen.
De Engelse en de Franse tekst van de wijziging luiden als volgt:
I. Doping classes
A. Stimulants
B. Narcotics
C. Anabolic Agents
D. Diuretics
E. Peptide hormones and analogues
II. Doping methods
A. Blood doping
B. Pharmacological, chemical and physical manipulation
III. Classes of drugs subject to certain restrictions
A. Alcohol
B. Marijuana
C. Local anaesthetics
D. Corticosteroids
E. Beta-blockers
I. Doping classes
A. Stimulants e.g.:
amfepramone
amfetaminil
amineptine
amiphenazole
amphetamine
benzphetamine
caffeine*
cathine
chlorphentermine
clobenzorex
clorprenaline
cocaine
cropropamide (component of “micoren")
crotetamide (component of “micoren")
dimetamfetamine
ephedrine
etafedrine
etamivan-etilamfetamine
fencamfamin
fenetylline
fenproporex
furfenorex
mefenorex
mesocarbe
methamphetamine
methoxyphenamine
methylephedrine
methylphenidate
morazone
nikethamide
pemoline
pentetrazol
phendimetrazine
phenmetrazine
phentermine
phenylpropanolamine
pipradol
prolintane
propylhexedrine
pyrovalerone
strychnine and related compounds.
B. Narcotic analgesics e.g.:
alphaprodine
anileridine
buprenorphine
dextromoramide
dextropropoxyphene
diamorphine (heroin)
dihydrocodeine
dipipanone
ethoheptazine
ethylmorphine
levorphanol
methadone
morphine
nalbuphine
pentazocine
pethidine
phenazocine
trimeperidine
and related compounds.
C. Anabolic agents:
1. Androgenic anabolic steroids e.g.:
bolasterone
boldenone
clostebol
dehydrochlormethyltestosterone
fluoxymesterone
mesterolone
metandienone
metenolone
methyltestosterone
nandrolone
norethandrolone
oxandrolone
oxymesterone
oxymetholone
stanozolol
testosterone*
and related substances.
2. Other anabolic agents
- B-2 agonists
e.g.: clenbuterol
D. Diuretics e.g.:
acetazolamide
amiloride
bendroflumethiazide
benzthiazide
bumetanide
canrenone
chlormerodrin
chlortalidone
diclofenamide
etacrynic acid
furosemide
hydrochlorothiazide
mersalyl
spironolactone
triamterene
and related compounds.
E. Peptide hormones and analogues
Chorionic Gonadotrophin (HCG – human chorionic gonadotrophin)
Corticotrophin (ACTH)
Growth hormone (HGH, somatotrophin)
and their respective releasing factors.
Erythropoietin (EPO)
II. Doping methods
A. Blood doping
B. Pharmacological, chemical and physical manipulation
III. Classes of drugs subject to certain restrictions
A. Alcohol
B. Marijuana
C. Local anaesthetics
D. Corticosteroids
E. Beta-blockers e.g.:
acebutolol
alprenolol
atenolol
labetalol
metoprolol
nadolol
oxprenolol
propranolol
sotalol
and related compounds
I. Classes d'agents de dopage
A. Stimulants
B. Narcotiques
C. Agents anabolisants
D. Diurétiques
E. Hormones peptidiques et analogues
II. Méthodes de dopage
A. Dopage sanguin
B. Manipulation pharmacologique, chimique ou physique
III. Classes de substances soumises à certaines restrictions
A. Alcool
B. Marijuana
C. Anesthésiques locaux
D. Corticostéroïdes
E. Beta-bloquants
I. Classes d'agents de dopage
A. Stimulants tels que:
amfepramone
amfetaminil
amineptine
amiphénazole
amphétamine
benzphétamine
caféine*
cathine
chlorphentermine
clobenzorex
clorprénaline
cocaïne
cropropamide (composant du «micorène»)
crothétamide (composant du «micorène»)
dimétamphétamine
éphédrine
étaphédrine
éthamivan-éthylamphétamine
fencamfamine
fénétylline
fenproporex
furfénorex
méfénorex
mesocarbe
méthamphétamine
méthoxyphénamine
méthyléphédrine
méthylphénidate
morazone
nikéthamide
pémoline
pentétrazol
phendimétrazine
phenmétrazine
phentermine
phénylpropanolamine
pipradol
prolintane
propylhexédrine
pyrovalérone
strychnine
et substances apparentées
B. Analgésiques narcotiques tels que:
alphaprodine
aniléridine
buprénorphine
dextromoramide
dextropropoxyphène
diamorphine (héroïne)
dihydrocodéïne
dipipanone
éthoheptazine
éthylmorphine
lévorphanol
méthadone
morphine
nalbuphine
pentazocine
péthidine
phénazocine
trimepéridine
et substances apparentées
C. Agents anabolisants tels que:
1. Stéroïdes anabolisants androgènes tels que:
bolastérone
boldénone
clostébol
dehydrochlorméthyltestostérone
fluoxymestérone
mestérolone
méthandiénone
méténolone
méthyltestostérone
nandrolone
noréthandrolone
oxandrolone
oxymestérone
oxymétholone
stanozolol
testostérone*
et substances apparentées.
2. Autres agents anabolisants:
- Bêta 2 agonistes
ex: clenbuterol
D. Diurétiques tels que:
acétazolamide
amiloride
bendrofluméthiazide
benzthiazide
bumétanide
canrénone
chlormérodrine
chlortalidone
dichlofénamide
acide éthacrinique
furosémide
hydrochlorothiazide
mersalyl
spironolactone
triamtérène
et substances apparentées.
E. Hormones peptidiques et analogues
Gonadotrophine chorionique (HCG – gonadotrophine chorionique humaine)
Corticotrophine (ACTH)
Hormone de croissance (HGH, somatotrophine)
Tous les facteurs de libération des substances susmentionnées sont également interdits.
Erythropoiétine (EPO)
II. Méthodes de dopage
A. Dopage sanguin
B. Manipulation pharmacologique, chimique ou physique
III. Classes de substances soumises à certaines restrictions
A. Alcool
B. Marijuana
C. Anesthésiques locaux
D. Corticostéroïdes
E. Bêta-bloquants tels que:
acébutolol
alprénolol
aténolol
labétalol
métoprolol
nadolol
oxprénolol
propranolol
sotalol
et substances apparentées
De wijziging is op 1 augustus 1993 in werking getreden.
Onder de verklaring dat de Overeenkomst van toepassing zal zijn op de Europese en overzeese departementen van de Franse Republiek.
Het Comité van Ministers van de Raad van Europa heeft tijdens de vierhonderdtachtigste Bijeenkomst van plaatsvervangende Ministers vastgesteld dat wat betreft verdragen en overeenkomsten waarbij de Socialistische Federale Republiek van Joegoslavië Partij was, deze Republiek heeft opgehouden te bestaan.
Het Comité van Ministers van de Raad van Europa is, tijdens de vierhonderdtweeënzeventigste Bijeenkomst van Afgevaardigden van de Ministers overeengekomen dat de Russische Federatie Overeenkomstsluitende Partij wordt bij de onderhavige Overeenkomst van de Raad van Europa waarbij de Sovjet-Unie indertijd is toegetreden.
For caffeine the definition of a positive depends upon the following: – if the concentration in urine exceeds 12 micrograms/ml.
The presence of a testosterone (T) to epitestosterone (E) ratio greater than six to one in the urine of a competitor constitutes an offence unless there is evidence that this ratio is due to a physiological or pathological condition.
Pour la caféine, un échantillon sera considéré comme positif si la concentration dans les urines dépasse 12 microgrammes/ml.
Un taux de testostérone (T)/épitestostérone (E) dans les urines supérieur à 6 constitue une infraction à moins que l'on ne puisse prouver que ce taux est dû à un état physiologique ou pathologique.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/trb-1995-114.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.