Tijdelijke vrijstelling en wijzigingsbesluit op grond van artikel 46, eerste lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden met betrekking tot het professioneel gebruik van desinfectiemiddelen in alle sectoren en de wijziging van enkele bestaande vrijstellingen (Tijdelijke vrijstelling en wijzigingsbesluit professioneel gebruik desinfectiemiddelen COVID-19)

IENW/BSK-2020/87502

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

In aanmerking genomen de toenemende vraag naar desinfectiemiddelen, als gevolg van de uitbraak van COVID-19,

Gelet op artikel 46, eerste lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 55 van Verordening (EU) nr. 528/2012;

BESLUIT:

Artikel 1

Ten behoeve van de bestrijding van infecties ten tijde van de uitbraak van het coronavirus SARS-CoV-2 en in verband met de bij deze bestrijding dreigende tekorten van desinfectiemiddelen die de werkzaamheden in een bedrijfs- of beroepsmatige omgeving compromitteren ten tijde van deze uitbraak, wordt op grond van:

  • a) artikel 46, eerste lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, vrijstelling verleend van het verbod, bedoeld in artikel 43, eerste en tweede lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, om in strijd te handelen met artikel 17, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 528/2012, in dit geval inzake het voor het professioneel gebruik op de markt aanbieden en gebruiken van middelen die als Product Type 1 in Nederland zijn toegelaten met een virusclaim;

  • b) artikel 55 van Verordening (EU) nr. 528/2012 toegestaan dat de in onderdeel a bedoelde middelen onder de daarin bedoelde voorwaarden op de markt worden aangeboden en gebruikt.

Artikel 2

De vrijstelling en toestemming zoals bedoeld in artikel 1 wordt verleend tot en met 27 november 2020.

Artikel 3

De Tijdelijke vrijstelling handdesinfectie COVID-19 20201 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘van de professionele zorgaanbieders en de farmaceutische industrie’ vervangen door ‘in een bedrijfs- of beroepsmatige omgeving’.

2. In onderdeel a vervalt ‘door professionele zorgaanbieders en de farmaceutische industrie’.

B

In de bijlage wordt de beperking ‘De biociden mogen alleen verkocht worden aan en gebruikt worden door professionele zorgaanbieders en de farmaceutische industrie zoals bedoeld in de aanvraag.’ vervangen door ‘De biociden mogen alleen verkocht worden aan professionele gebruikers en gebruikt worden in een bedrijfs- of beroepsmatige omgeving.’

Artikel 4

De Tijdelijke vrijstelling handdesinfectie WHO-formuleringen COVID-19 20202 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘van de professionele zorgaanbieders en de farmaceutische industrie’ vervangen door ‘in een bedrijfs- of beroepsmatige omgeving’.

2. In onderdeel a vervalt ‘door professionele zorgaanbieders en de farmaceutische industrie’.

B

In de bijlage wordt de beperking ‘De biociden mogen alleen verkocht worden aan en gebruikt worden door professionele zorgaanbieders en de farmaceutische industrie zoals bedoeld in de aanvraag.’ vervangen door ‘De biociden mogen alleen verkocht worden aan professionele gebruikers en gebruikt worden in een bedrijfs- of beroepsmatige omgeving.’

Artikel 5

De Vrijstelling eenvoudig in de handel brengen desinfectiemiddelen COVID-19 20203 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, aanhef wordt ‘van de professionele zorgaanbieders en de farmaceutische industrie’ vervangen door ‘in een bedrijfs- of beroepsmatige omgeving’.

B

In de bijlage, eerste alinea, wordt na ‘aangeprezen aan’ ingevoegd ‘de professionele gebruiker’ en wordt ‘door professionele zorgaanbieders en de farmaceutische industrie’ vervangen door ‘in een bedrijfs- of beroepsmatige omgeving’.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking op de dag na de datum van plaatsing in de Staatscourant waarin het wordt gepubliceerd en werkt terug tot en met 1 juni 2020.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling professioneel gebruik desinfectiemiddelen COVID-19.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

TOELICHTING

Inleiding

Door de uitbraak van COVID-19, veroorzaakt door het coronavirus SARS-CoV-2, is de vraag naar desinfectiemiddelen sterk toegenomen. Het gebruik van desinfectiemiddelen is met name van belang in situaties waar het reinigen met water en zeep niet mogelijk of afdoende is. Het RIVM geeft aan dat het reinigen van handen met water en zeep de beste methode is om ziekteverwekkers te verwijderen. Het RIVM adviseert in welke gevallen het gebruik van water en zeep voldoende is en wanneer aanvullend gebruik van desinfectiemiddelen nodig is, zie hiervoor https://www.rivm.nl/coronavirus-covid-19/hygiene. Verkeerd en overmatig gebruik van desinfectiemiddelen kan schadelijk zijn voor mens en milieu.

Vanwege dreigende tekorten zijn tijdelijke vrijstellingen verleend van het verbod om een biocide te gebruiken die niet zijn toegelaten door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (verder: Ctgb). Ook is het van belang om in alle gevallen tekorten en de nadelige effecten daarvan in de huidige situatie zoveel mogelijk te voorkomen ook al is niet vooraf vast te stellen waar en in welke mate tekorten zich precies zullen manifesteren.

Op 1 juni zijn veel professionele activiteiten hervat, andere sectoren zullen stap voor stap volgen. Om die hervatting te kunnen realiseren hebben sectoren protocollen opgesteld waarin ook hygiëneparagrafen zijn opgenomen. Met de heropening van de verschillende sectoren, die deels voorheen niet of nauwelijks desinfectiemiddelen gebruikten, zal de vraag naar desinfectiemiddelen toenemen. Aan deze vraag wordt in deze vrijstellingsregeling op twee manieren tegemoetgekomen.

Ten eerste door tijdelijk de werkingssfeer van desinfectiemiddelen die door het Ctgb zijn toegelaten voor PT1 toepassingen (handdesinfectie) met een virusclaim zodanig te verruimen, dat alle professionele gebruikers die mogen gebruiken, ongeacht het bedrijf of beroep waarin zij werkzaam zijn. Vaak is dat gebruik nu beperkt tot de zorgsector. Dat gebeurt door een tijdelijke vrijstelling, opgenomen in de artikelen 1 en 2.

Ten tweede door de hieronder genoemde tijdelijke vrijstellingsregelingen aan te passen. Op dit moment zijn de betreffende desinfectiemiddelen uitsluitend vrijgesteld voor professionele zorgaanbieders en de farmaceutische industrie. De werkingssfeer van deze vrijstellingen wordt met een wijziging verruimd tot alle professionele gebruik in alle sectoren, opgenomen in artikelen 3, 4 en 5. Het betreft wijzigingen van de volgende, reeds afgegeven vrijstellingen: de Tijdelijke vrijstelling handdesinfectie COVID-19 2020, de Tijdelijke vrijstelling handdesinfectie WHO-formuleringen COVID-19 2020 en de Vrijstelling eenvoudig in de handel brengen desinfectiemiddelen COVID-19 2020. Alle voorwaarden van deze vrijstellingen blijven, tenzij met onderhavig besluit expliciet gewijzigd, van kracht. De vrijstellingsregelingen kunnen worden geraadpleegd op www.overheid.nl, onder ‘Bekendmakingen’ en na invullen van de naam van de regeling.

Onder deze vrijstelling valt het gebruik, vanwege professionele activiteiten, door medewerkers, maar ook het voorgeschreven gebruik van desinfectiemiddelen door klanten en bezoekers in de bedrijfsomgeving van die medewerkers. Bezoekers en klanten dienen op locatie geïnformeerd te worden over goed en veilig gebruik van het desbetreffende middel. De met deze vrijstelling gemoeide desinfectiemiddelen zonder toelating voor particulier gebruik mogen niet worden aangeprezen danwel worden verkocht op de consumentenmarkt. Met nadruk wordt erop gewezen dat deze middelen alleen bestemd zijn voor het professioneel gebruik en niet voor particulier (niet-professioneel) gebruik, dus in de privésfeer.

Belangrijk is dat aan de vraag van desinfectiemiddelen in de zorgsector, ook na de uitbreiding middels dit wijzigingsbesluit, zal worden voldaan. De huidige situatie wijst erop dat dat het geval is. Mocht er toch schaarste in de zorgsector ontstaan, dan kan dit besluit geheel of gedeeltelijk worden teruggedraaid.

Risicobeoordeling Ctgb

Vanuit humaantoxicologisch en milieutechnisch oogpunt zijn er geen bezwaren tegen het verlenen van deze vrijstelling.

Bezwaar

Op grond van artikel 7:1 Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende bij dit besluit daartegen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt, een bezwaarschrift indienen bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. Een dergelijk bezwaarschrift dient te worden geadresseerd aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, tav. Hoofddirectie BJZ, Postbus 20901, 2500 EX Den Haag. Graag boven het bezwaarschrift vermelden: ‘bezwaar vrijstelling biociden’

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen, en

  • e. een afschrift van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt.

Naar boven