De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën en de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Gelet op artikel 7, vierde lid, van de Arbeidsvrederegeling BES, artikel 21, eerste,
derde en vierde lid, van het Besluit onderstand BES, artikel 7b, derde lid, van de
Pensioenwet BES, de artikelen 7b, derde lid, 8a, eerste, tweede en vierde lid, 14,
derde lid, en 27 van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES, de artikelen 12a, eerste,
tweede en vierde lid, 17, derde lid, en 30 van de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering
BES, artikel 10, eerste lid, van de Wet kinderbijslagvoorziening BES, artikel 13,
eerste, tweede en derde lid, van de Wet minimumlonen BES, de artikelen 5, negentiende
lid en 5a, eerste en derde lid, van de Wet ongevallenverzekering BES, en artikel 5,
tweede lid, van de Wet ziekteverzekering BES;
Besluit:
ARTIKEL I ARBEIDSVREDEREGELING BES
Het bedrag per uur, genoemd in artikel 7, eerste lid, van de Arbeidsvrederegeling
BES, komt te luiden: USD 108.
ARTIKEL II BESLUIT ONDERSTAND BES
Het Besluit onderstand BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het bedrag, genoemd in onderdeel a, komt te luiden: USD 175.
2. Het bedrag, genoemd in onderdeel b, komt te luiden: USD 212.
3. Het bedrag, genoemd in onderdeel c, komt te luiden: USD 209.
B
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het bedrag, genoemd in onderdeel a, komt te luiden: USD 66.
2. Het bedrag, genoemd in onderdeel b, komt te luiden: USD 80.
3. Het bedrag, genoemd in onderdeel c, komt te luiden: USD 79.
C
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het bedrag, genoemd in onderdeel a, komt te luiden: USD 63.
2. Het bedrag, genoemd in onderdeel b, komt te luiden: USD 76.
3. Het bedrag, genoemd in onderdeel c, komt te luiden: USD 75.
D
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden: USD 31.
2. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden: USD 37.
3. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden: USD 36.
4. Het bedrag, genoemd in het tweede lid, onderdeel a, komt te luiden: USD 16.
5. Het bedrag, genoemd in het tweede lid, onderdeel b, komt te luiden: USD 19.
6. Het bedrag, genoemd in het tweede lid, onderdeel c, komt te luiden: USD 19.
E
Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden: USD 197.
2. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden: USD 238.
3. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden: USD 235.
4. Het bedrag, genoemd in het derde lid, komt te luiden: USD 48.
F
Artikel 17a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het bedrag, genoemd in onderdeel a, komt te luiden: USD 197.
2. Het bedrag, genoemd in onderdeel b, komt te luiden: USD 238.
3. Het bedrag, genoemd in onderdeel c, komt te luiden: USD 235.
ARTIKEL III REGELING AOV EN AWW BIJDRAGEN AAN ZORGINSTELLINGEN BES
Artikel 1 van de Regeling AOV en AWW bijdragen aan zorginstellingen BES wordt als
volgt gewijzigd:
1. Het bedrag, genoemd in onderdeel a, komt te luiden: USD 68.
2. Het bedrag, genoemd in onderdeel b, komt te luiden: USD 82.
3. Het bedrag, genoemd in onderdeel c, komt te luiden: USD 82.
ARTIKEL IV REGELING PENSIOENWET BES
Artikel 7 van de Regeling Pensioenwet BES komt te luiden:
Artikel 7. Hoogte bedragen
De bedragen, bedoeld in artikel 7b, eerste lid, van de wet, worden vastgesteld op:
-
1. USD 1606, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;
-
2. USD 1593, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;
-
3. USD 1580, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba; en
-
4. USD 1580, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire,
Sint Eustatius en Saba.
ARTIKEL V WET ALGEMENE OUDERDOMSVERZEKERING BES
De Wet algemene ouderdomsverzekering BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Het bedrag van het ouderdomspensioen, genoemd in artikel 7, komt te luiden:
USD 684, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
827, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
815, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 684,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
B
Artikel 7a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het bedrag van de toeslag, genoemd in artikel 7a, eerste lid, komt te luiden:
USD 468, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
566, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
558, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 468,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
2. Het bedrag van het gezamenlijk inkomen per jaar, genoemd in artikel 7a, eerste lid
en derde lid, onderdeel e, komt te luiden:
USD 14.978, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
18.109, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius,
USD 17.859, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD
14.978, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint
Eustatius en Saba.
ARTIKEL VI VASTSTELLING BEDRAGEN EN PERCENTAGE PREMIE WET ALGEMENE OUDERDOMSVERZEKERING
BES
1. De hoogte van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 7b, eerste lid, van de Wet algemene
ouderdomsverzekering BES, wordt vastgesteld op:
USD 0 voor het openbaar lichaam Bonaire, USD 48 voor het openbaar lichaam Sint Eustatius
en USD 68 voor het openbaar lichaam Saba.
2. Het percentage van de premie, bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de Wet algemene
ouderdomsverzekering BES, wordt vastgesteld op 25%.
ARTIKEL VII WET ALGEMENE WEDUWEN- EN WEZENVERZEKERING BES
De Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het bedrag van het weduwenpensioen voor de weduwe jonger dan 40 jaar, genoemd in
het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
USD 316, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
382, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
377, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 316,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
2. Het bedrag van het weduwenpensioen voor de weduwe van 40 tot en met 48 jaar, genoemd
in het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:
USD 414, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
501, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
494, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 414,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
3. Het bedrag van het weduwenpensioen voor de weduwe van 49 tot en met 57 jaar, genoemd
in het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:
USD 519, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
627, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
618, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 519,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
4. Het bedrag van het weduwenpensioen voor de weduwe van 58 tot de leeftijd waarop recht
op ouderdomspensioen ontstaat, genoemd in het eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:
USD 684, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
827, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
815, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 684,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
5. Het bedrag van het weduwenpensioen voor een weduwe die invalide is of die een of
meer kinderen heeft die geheel te harer laste komen en recht hebben op wezenpensioen,
genoemd in het derde lid, komt te luiden:
USD 684, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
827, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
815, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 684,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
B
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het bedrag van het wezenpensioen voor een ouderloos kind jonger dan 10 jaar, genoemd
in het eerste lid, komt te luiden:
USD 249, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
302, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
297, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 249,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
2. Het bedrag van het wezenpensioen voor een ouderloos kind van 10 jaar of ouder, maar
jonger dan 15 jaar, genoemd in het eerste lid, komt te luiden:
USD 273, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
331, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
326, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 273,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
3. Het bedrag van het wezenpensioen voor een vaderloos onderscheidenlijk moederloos
kind jonger dan 10 jaar, genoemd in het tweede lid, komt te luiden:
USD 229, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
277, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
273, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 229,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
4. Het bedrag van het wezenpensioen voor een vaderloos onderscheidenlijk moederloos
kind van 10 jaar of ouder, maar jonger dan 15 jaar, genoemd in het tweede lid, komt
te luiden:
USD 249, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
302, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
297, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 249,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
5. Het bedrag van het wezenpensioen, genoemd in het derde lid, voor een kind als bedoeld
in artikel 9, vijfde lid, voor zover het voldoet aan artikel 9, eerste lid, onderdelen
a of b, komt te luiden:
USD 273, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
331, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
326, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 273,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
6. Het bedrag van het wezenpensioen, genoemd in het derde lid, voor een kind als bedoeld
in artikel 9, vijfde lid, voor zover het voldoet aan artikel 9, eerste lid, onderdelen
c of d, komt te luiden:
USD 315, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
381, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
376, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 315,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
ARTIKEL VIII VASTSTELLING PERCENTAGE PREMIE WET ALGEMENE WEDUWEN- EN WEZENVERZEKERING
BES
Het percentage van de premie, bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Wet algemene
weduwen- en wezenverzekering BES, wordt vastgesteld op 1,3%.
ARTIKEL IX WET KINDERBIJSLAGVOORZIENING BES
Artikel 9 van de Wet kinderbijslagvoorziening BES wordt als volgt gewijzigd:
1. Het bedrag in onderdeel a komt te luiden: USD 83.
2. Het bedrag in onderdeel b komt te luiden: USD 85.
3. Het bedrag in onderdeel c komt te luiden: USD 84.
ARTIKEL X WET MINIMUMLONEN BES
Artikel 9, eerste lid, van de Wet minimumlonen BES komt te luiden:
ARTIKEL XI WET ONGEVALLENVERZEKERING BES
Het bedrag, genoemd in artikel 5, negende lid, van de Wet ongevallenverzekering BES,
komt te luiden: USD 624.
ARTIKEL XII VASTSTELLING BEDRAGEN WET ONGEVALLENVERZEKERING BES
-
1. Het bedrag, bedoeld in artikel 5, negentiende lid, van de Wet ongevallenverzekering
BES, wordt voor een werknemer met een zesdaagse werkweek vastgesteld op:
-
a. USD 122,03, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;
-
b. USD 147,59, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;
en
-
c. USD 145,48, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.
-
2. Het bedrag, bedoeld in artikel 5, negentiende lid, van de Wet ongevallenverzekering
BES, wordt voor een werknemer met een vijfdaagse werkweek of een werkweek van minder
dan vijf dagen vastgesteld op:
-
a. USD 146,44, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;
-
b. USD 177,11, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;
en
-
c. USD 174,57, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.
ARTIKEL XIII VASTSTELLING BEDRAGEN WET ZIEKTEVERZEKERING BES
-
1. Het bedrag, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Wet ziekteverzekering BES, wordt
voor een werknemer met een zesdaagse werkweek vastgesteld op:
-
a. USD 122,03, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;
-
b. USD 147,59, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;
en
-
c. USD 145,48, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.
-
2. Het bedrag, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Wet ziekteverzekering BES, wordt
voor een werknemer met een vijfdaagse werkweek of een werkweek van minder dan vijf
dagen vastgesteld op:
-
a. USD 146,44, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;
-
b. USD 177,11, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;
en
-
c. USD 174,57, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.
ARTIKEL XIV INWERKINGTREDING
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.
TOELICHTING
Jaarlijks vindt de vaststelling van consumentenprijsindexcijfers voor Caribisch Nederland
plaats, alsmede in aansluiting daarop aanpassing van bedragen van tegemoetkomingen
en uitkeringen, van het wettelijk minimumuurloon, van premiepercentages van werknemersverzekeringen
en volksverzekeringen, van het maximumdagloon voor de werknemersverzekeringen, van
de bedragen genoemd in de Regeling Pensioenwet BES, van de begrafeniskosten en van
de schadeloosstelling voor de bemiddelaar (Arbeidsvrederegeling BES). Uit praktisch
oogpunt is gekozen om de vaststelling van de bedragen en percentages zoveel mogelijk
te bundelen. De premiepercentages van de Cessantiawet BES, de Wet ongevallenverzekering
BES en de Wet ziekteverzekering BES worden separaat vastgesteld en bekendgemaakt.
Net als voorgaande jaren is gekozen voor verschillende indexcijfers per openbaar lichaam,
met uitzondering van de indexatie van bedragen voor buiten de openbare lichamen woonachtige
uitkeringsgerechtigden. Voor deze bedragen is telkens aangesloten bij het openbaar
lichaam dat het laagste bedrag heeft. Voor de tegemoetkoming begrafeniskosten Wet
ongevallenverzekering BES en de schadeloosstelling van de bemiddelaar is het gemiddelde
van de consumentenprijsindexcijfers van de drie eilanden gekozen (dit is 0,73%).
De onderhavige indexatie geschiedt per 1 januari 2020, met daarbij als basis het consumentenprijsindexcijfer
voor het derde kwartaal van 2019 zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de
Statistiek (CBS). De door het CBS gemeten ontwikkeling is respectievelijk 1,2% voor
Bonaire, 0,7% voor Sint Eustatius en 0,3% voor Saba.
Gelijktijdig met de indexatie is sprake van een extra verhoging van 5% van het wettelijk
minimumuurloon en de uitkeringen AOV, AWW, onderstand en tevens de maximum daglonen
OV en ZV voor Bonaire en Saba en 2% voor Sint Eustatius.
De aanpassing (inclusief indexatie) vindt telkens plaats vanuit onafgeronde bedragen
(niveau 2019), waarbij de uitkomst wordt afgerond op twee decimalen (minimumuurloon
en maximum dagloon) dan wel op hele bedragen (uitkeringsbedragen en pensioenbedragen).
Het bruto minimumuurloon wordt met deze regeling geïndexeerd voor werknemers van 21
jaar en ouder. Volgens het Besluit op basis van artikel 8, tweede lid, van de Wet
minimumlonen BES wordt het minimumuurloon van lagere leeftijdsklassen berekend als
een percentage daarvan (voor 20-jarigen: 90%; voor 19-jarigen: 85%; voor 18-jarigen:
75%; en voor 16- en 17-jarigen: 65%).
De telkens voor één jaar vast te stellen premiepercentages volksverzekeringen zijn
ten opzichte van 2019 ongewijzigd gebleven.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark