TOELICHTING
Algemeen
Het doel van de subsidieregeling is dat man-vrouw transgenders (in het navolgende
transvrouwen) met genderdysforie, die zich in een medisch transitietraject bevinden,
door een vergroting van de borsten een vrouwelijk(er) profiel kunnen krijgen. De meerderheid
van de transvrouwen is, ook na genderbevestigende hormonale therapie, van oordeel
dat zij te weinig borstweefsel heeft voor een voldoende vrouwelijk profiel. Ook na
genderbevestigende hormoontherapie hebben deze transvrouwen soms nog uitgesproken
mannelijke uiterlijke kenmerken, bijvoorbeeld qua postuur. Gebleken is dat transvrouwen
een voorkomen met mannelijke trekken kunnen ervaren als een ernstige belemmering bij
hun transitie. Borstprothesen kunnen deze belemmering verminderen. Het emancipatiemotief
is de basis voor de subsidieregeling, mede met het oog op de relatief zwakkere sociaal-economische
positie van transvrouwen1. In de brief van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) van 15 juni
2017 is het besluit kenbaar gemaakt om een subsidieregeling voor de vergoeding van
borstprothesen aan transvrouwen vanuit emancipatieperspectief open te stellen.
Een belangrijk deel van de kosten van het transitietraject van transgenders zoals
onder meer diagnosestelling, de psychosociale begeleiding, de hormonale behandeling,
eventueel bekkenbodemtherapie, epilatie van gezicht en schaamstreek en geslachtsaanpassende
operaties valt onder de aanspraak van de Zorgverzekeringswet (Zvw). Dat geldt niet
voor borstvergroting door het plaatsen van prothesen.
Per 1 januari 2017 is de aanspraak Zvw op dit punt verruimd. Het operatief plaatsen
van borstprothesen bij het ontbreken van borstaanleg (agenesie/aplasie2) bij vrouwen en de daarmee vergelijkbare situatie bij transvrouwen is per 1 januari
2017 toegevoegd aan het basispakket Zvw. Deze pakketuitbreiding biedt op basis van
het criterium agenesie/aplasie voor transvrouwen veelal geen oplossing. Hormoonbehandeling
kan leiden tot (enige mate van) borstvorming, waardoor de kans groot is dat transvrouwen
na genderbevestigende hormoonbehandeling buiten het gestelde criterium agenesie/aplasie
vallen om in aanmerking te komen voor vergoeding van borstvergroting krachtens de
Zvw. Tegelijkertijd ervaren transvrouwen de borstvorming na genderbevestigende hormoontherapie
niet altijd van dien aard dat zij daarmee in hun ogen een voldoende vrouwelijk profiel
hebben verkregen om als vrouw herkend te worden. Dat kan leiden tot passabiliteitsproblemen3. In het advies van het Zorginstituut Nederland (het Zorginstituut) over “uitbreiding
basispakket Zvw met enkele behandelingen van plastisch-chirurgische aard en medisch
noodzakelijke circumcisie” van 31 maart 2016 (hierna: het advies van het Zorginstituut)
wordt gesteld dat er bij passabiliteitsproblemen sprake is van een mislukte geslachtsverandering.
Het Zorginstituut stelt dat alle behandelingen in het kader van transseksualiteit
gericht zijn op een geslaagde geslachtsverandering. Een geslachtsverandering is geslaagd
te noemen als de persoon die dit heeft ondergaan zodanig wordt geaccepteerd door de
maatschappij dat het leven in het gewenste andere geslacht niet tot beperkingen leidt”4. De Standards of Care van de World Professional Association for Transgender Health
(WPATH) verklaren dat het voor een groep patiënten met genderdysforie essentieel en
medisch noodzakelijk is om de primaire en/of secundaire geslachtskenmerken te veranderen
en daarmee hun lichaam meer in overeenstemming te brengen met hoe zij zich voelen.
Aanpassing van de Zvw is geen optie gebleken. Na ampele overweging is vastgesteld
dat een ruimer criterium (dan agenesie/aplasie) niet objectiveerbaar kan worden vastgesteld
omdat dan het onderscheid tussen medisch-noodzakelijke en cosmetische borstprothesen
in de Zvw niet meer is te maken. Derhalve is besloten tot een subsidieregeling die
voorziet in een bijdrage in de kosten voor het plaatsen van borstprothesen voor transvrouwen
in lijn met de bovenbedoelde aanspraak op grond van de Zvw.
Artikelsgewijs
Artikel 1
Transgenders zijn mensen die zich niet ‘thuis’ voelen in hun lichaam.
In deze subsidieregeling wordt onder het begrip ‘transvrouwen’ de groep verstaan die
als man geboren is maar als vrouw wil leven, die stappen heeft gezet om conform de
genderidentiteit te leven en daartoe in medische transitie is.
Bij deze groep is de diagnose genderdysforie gesteld. Ook transvrouwen die de keuze
(nog) niet hebben gemaakt om geslachtsaanpassende operaties te ondergaan kunnen voor
subsidie in aanmerking komen mits zij aan de gestelde voorwaarden voldoen.
Artikel 2
Het betreft een specifieke procedure waarop de bepalingen uit de Kaderregeling subsidies
OCW, SZW en VWS grotendeels niet goed toepasbaar zijn. Waar nodig zijn bepaalde bepalingen
die wel geschikt zijn in deze regeling opgenomen.
Artikel 3
De subsidie vormt een bijdrage aan het eenmalig operatief plaatsen van borstprothesen,
alsmede de medische kosten die gepaard gaan met de operatie. Het is mogelijk dat een
transvrouw achteraf niet tevreden is met het resultaat van de operatie, en/of om welke
reden dan ook spijt heeft van de operatie en een hersteloperatie wenst. Een dergelijke
hersteloperatie wordt echter niet vergoed op basis van deze subsidieregeling. Eventuele
medisch noodzakelijke nabehandelingen worden op basis van de zorgverzekering vergoed.
Gemaakte reiskosten worden niet vergoed.
Artikel 4
Transvrouwen kunnen subsidie aanvragen wanneer zij de overtuigende wens hebben om
de in artikel 3 bedoelde borstvergrotende operatie te ondergaan. Het is hun eigen
verantwoordelijkheid om de risico’s van borstprothesen en van het ondergaan van de
(gevolgen van de) operatie mee te wegen bij hun besluit. Zie ook de toelichting bij
artikel 3.
De transvrouwen moeten ingezetene zijn in Nederland. Dit betekent dat zij langer dan
vier maanden in Nederland wonen en ingeschreven staan in de Basisregistratie Personen.
Transvrouwen moeten bij hun subsidieaanvraag kunnen aantonen, met een recente verklaring
van maximaal 2 maanden oud van hun BIG-geregistreerde behandelend arts (medisch specialist
of huisarts), dat zij in het kader van hun transitie minimaal een jaar genderbevestigende
hormonen hebben gebruikt met als doel om hun geslachtskenmerken geleidelijk te veranderen
op voorschrift en onder begeleiding van een arts. De minimale tijdsduur van genderbevestigende
hormoontherapie van een jaar is bepaald op basis van onderzoek5 waaruit blijkt dat na een jaar de borstvorming bij transvrouwen in de meeste gevallen
niet meer toeneemt.
Bij uitzondering kunnen ook transvrouwen die om medische redenen geen hormoontherapie
kunnen volgen en transvrouwen die om medische redenen binnen de tijdspanne van een
jaar zijn gestopt met de hormoontherapie, subsidie aanvragen. Bij medische gronden
voor het niet starten of staken van hormoontherapie kan bijvoorbeeld gedacht worden
aan doorgemaakte trombose of de aanwezigheid van een hormoongevoelige tumor. Ook dit
moet worden aangetoond door middel van een schriftelijke verklaring (maximaal 2 maanden
oud) van hun BIG-geregistreerde behandelend arts.
Transvrouwen die reeds een borstvergroting hebben laten uitvoeren, komen niet in aanmerking
voor subsidieverlening op grond van deze regeling.
Artikel 5
Het subsidiebedrag van € 3.830,– is gebaseerd op de gemiddelde verkoopprijs in 2017
van zorgproduct mamma augmentatie door middel van implantaten (bron: open dis data
<http://www.opendisdata.nl>).
De subsidie dient als bijdrage in de kosten. De keus is aan de aanvrager waar, door
wie en tegen welke prijs men zich laat opereren, voor zover voldaan wordt aan de voorwaarden
van deze regeling.
Artikel 6
Het formulier om subsidie mee aan te vragen is te vinden op de site van DUS-I.
Artikel 7
Bij de aanvraag dient de transvrouw een aantal documenten over te leggen:
-
1. Een uittreksel uit de Basisregistratie Personen (BRP). Dit document bevat geboortedatum,
naamgegevens en adresgegevens.
Deze gegevens zijn vereist omdat de aanvrager minimaal 18 jaar oud dient te zijn.
Verder zijn voorletters, achternaam, eventuele tussenvoegsels en adresgegevens vereist
om de identiteit van de aanvrager te kunnen controleren met als doel dat de subsidie
wordt uitgekeerd aan de rechtmatige aanvrager. Uit adresgegevens moet blijken dat
de aanvrager ingezetene is in Nederland. Aangezien alle ingezetenen van Nederland
verplicht zijn een zorgverzekering af te sluiten, wordt hier tevens mee aangetoond
dat de transvrouw verzekerd is in de zin van de zorgverzekeringswet.
-
2. Een kopie van een bankafschrift of van een bankpas. Dit document dient er uitsluitend
toe om naam en bankrekening te kunnen koppelen zodat de subsidie wordt uitbetaald
aan de rechtmatige aanvrager. De aanvrager kan er zelf toe besluiten om op de kopie
van het bankafschrift of de bankpas persoonsgegevens van anderen af te schermen. Ook
kan de aanvrager er zelf toe besluiten het banksaldo af te schermen. Enkel de naam,
adresgegevens en het bankrekeningnummer dienen zichtbaar te zijn ter verificatie van
de rechtmatige aanvrager.
-
3. Een verklaring van een BIG-geregistreerde arts, te weten de medisch specialist of
huisarts die de genderbevestigende hormonen voorschrijft en de hormoonbehandeling
begeleidt. Deze verklaring dient als bewijs dat de aanvrager minimaal één jaar genderbevestigende
hormoontherapie heeft gevolgd, of op medische gronden geen genderbevestigende hormoonbehandelingen
kan ondergaan, of om medische redenen binnen de tijdspanne van een jaar is gestopt
met de hormoontherapie.
Het BIG-registratienummer van de betreffende arts dient op de verklaring vermeld te
zijn. Voor de verklaring wordt een vast formulier gebruikt, dat te vinden is op de
site van DUS-I.
Artikel 8
De transvrouw ontvangt bij de verlening een voorschot van 100% van het subsidiebedrag.
De operatie dient in beginsel binnen een jaar na de aanvraag van de subsidie verricht
te zijn. Als dit door omstandigheden niet mogelijk is gebleken, kan ontheffing of
vrijstelling van deze termijn verleend worden.
Artikel 9
De transvrouw moet melding doen van gewijzigde omstandigheden. Als de operatie bijvoorbeeld
niet binnen de termijn, of in het geheel niet uitgevoerd wordt, moet de transvrouw
dit zo snel mogelijk melden, aangezien dit gevolgen kan hebben voor de vaststelling
van de subsidie. Indien de operatie in het geheel niet uitgevoerd wordt, moet het
verleende voorschot terugbetaald worden.
Artikel 10
Binnen 22 weken na de datum waarop de operatie moet zijn verricht (binnen een jaar
na de aanvraag van de subsidie), wordt de subsidie vastgesteld. Er vindt een steekproefsgewijze
controle plaats door de subsidieverlener. De transvrouw moet in dat geval op verzoek
kunnen aantonen dat de operatie heeft plaatsgevonden.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins