Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 november 2018, nr. MBO-1404200, houdende verlenging van de Subsidieregeling praktijkleren en uitbreiding van de opleidingen in het hoger onderwijs waarvoor subsidie kan worden aangevraagd

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 2.7 van de Wet educatie en beroepsonderwijs en artikel 4 van de Wet overige OCW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling praktijkleren wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 7, onder a, wordt ‘in de onderdelen techniek of landbouw en natuurlijke omgeving’ vervangen door ‘in de onderdelen 1°. techniek, 2°. gezondheidszorg, gedrag en maatschappij, of 3°. landbouw en natuurlijke omgeving’.

B

Artikel 14, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De minister maakt jaarlijks de hoogte van de subsidieplafonds voor de subsidies, bedoeld in de artikelen 4, 6, 8 en 9a, 9c en 10, bekend in de Staatscourant.

C

Artikel 17, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend uiterlijk om 17:00 uur op 16 september na het studiejaar waarvoor subsidie wordt gevraagd, met dien verstande dat de subsidie voor de laatste maal uiterlijk om 17:00 uur op 16 september 2022 kan worden aangevraagd. Aanvragen die later worden ontvangen worden afgewezen.

D

In artikel 22 wordt ’15 september’ vervangen door ’16 september’.

E

De artikelen 30 tot en met 33 vervallen.

F

In artikel 34, tweede lid, wordt ‘1 januari 2019’ vervangen door ‘1 januari 2023’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

TOELICHTING

De Subsidieregeling praktijkleren vervalt per 1 januari 2019. In de brief aan de Tweede Kamer van 13 juli 20181 heeft de minister aangegeven er voor te kiezen om de subsidieregeling voort te zetten in 2019. Over de wijze waarop exact invulling aan dit voornemen wordt gegeven, is de Kamer geïnformeerd met de brief van 18 september 20182.

De motie Tielen c.s.3 vraagt de regering voor het einde van 2018 de Subsidieregeling praktijkleren meerjarig vast te leggen. Ter uitvoering van deze motie wordt de onderhavige subsidieregeling verlengd tot 2023.

Artikelsgewijs

Artikel I Onderdeel A

Uit de evaluatie van de Subsidieregeling praktijkleren is naar voren gekomen dat er wat betreft het deel dat betrekking heeft op praktijkleren in deeltijdse en duale hbo-opleidingen behoefte is aan uitbreiding met de sector Zorg en Welzijn. De wens van deze uitbreiding komt voort uit de krapte op de arbeidsmarkt in deze sector, de noodzaak tot opscholing van mbo-gediplomeerden en een gebrek aan middelen bij werkgevers. Daarom wordt het croho-onderdeel gezondheidszorg, gedrag en maatschappij nu toegevoegd aan de regeling.

Artikel I Onderdeel B

De motie Asscher c.s.4 vraagt de regering om de korting van € 19,5 miljoen in 2019 ongedaan te maken. Een amendement van het lid Van den Hul (PvdA) daartoe is 9 oktober 2018 ingediend (vergaderjaar 2018-2019, 35000 XIII 010). Hierover wordt pas na de begrotingsbehandelingen gestemd. Omdat de huidige regeling op 1 januari 2019 vervalt, is besloten om in dit artikel op te nemen dat de subsidieplafonds voor de kalenderjaren 2019 tot en met 2022 in de Staatscourant zullen worden bekendgemaakt.

Artikel I Onderdeel C en D

Wijzigingsonderdeel C is opgenomen om misverstanden te voorkomen. Dit betekent dat voor het schooljaar 2021/2022 voor de laatste keer subsidie kan worden aangevraagd op grond van deze regeling. Voor de periode van 1 augustus 2022 tot en met 31 december 2022 kan op grond van deze regeling derhalve geen subsidie meer worden aangevraagd.

Wijzigingsonderdeel D vloeit voort uit de wijziging van het tijdstip van aanvragen naar 16 september.

E

In dit wijzigingsonderdeel wordt een aantal artikelen geschrapt omdat het overgangsrecht betreft dat is uitgewerkt.

F

De regeling vervalt met ingang van 1 januari 2023. De voorschriften van de regeling blijven wel gelden voor de verantwoording.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

Kamerstukken II 2017/18, 31 524, nr. 372

X Noot
2

Kamerstukken II 2018/19, 31 524, nr. 376

X Noot
3

Kamerstukken II 2018/19, 35 000 VIII, nr. 86

X Noot
4

Kamerstukken II 2018/19, 35 000, nr. 23

Naar boven