Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 oktober 2018, kenmerk 1426739-181372-LZ, houdende wijziging van de Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling in verband met een verhoging van het te besteden bedrag in 2018 en het te besteden bedrag voor 2019 en de Subsidieregeling ADL-assistentie

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 11.1.5 van de Wet langdurige zorg en artikel 7.1.1 van het Besluit langdurige zorg;

Besluit:

ARTIKEL I

De Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt ‘31 december 2017’ vervangen door ‘31 december 2018’.

2. Het vierde lid worden als volgt gewijzigd:

a. ‘de Beleidsregel BR-REG-18141a (Stcrt. 2017, nr. 47863)’ wordt vervangen door ‘de Beleidsregel BR/REG-19120 (Stcrt. 2018, nr. 38752)’;

b. ‘Vervoer dagbehandeling GHZ’ wordt vervangen door ‘Vervoer dagbehandeling GHZ categorie 1’, ‘Vervoer dagbehandeling GHZ rolstoel extramuraal’ wordt vervangen door ‘Vervoer dagbehandeling GHZ categorie 2’ en ‘Vervoer dagbehandeling kind extramuraal’ wordt vervangen door ‘Vervoer dagbehandeling GHZ categorie 3’.

c. Onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma wordt de zinsnede toegevoegd:

  • Vervoer dagbehandeling GHZ categorie 4;

  • Vervoer dagbehandeling GHZ categorie 5.

3. In het zesde lid wordt ‘31 december 2017’ vervangen door ‘31 december 2018’.

B

Artikel 1.4, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘Vervoer dagbehandeling GHZ’ vervangen door ‘Vervoer dagbehandeling GHZ categorie 1’, ‘Vervoer dagbehandeling GHZ rolstoel extramuraal’ vervangen door ‘Vervoer dagbehandeling GHZ categorie 2’ en ‘Vervoer dagbehandeling kind extramuraal’ vervangen door ‘Vervoer dagbehandeling GHZ categorie 3’.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma wordt de zinsnede toegevoegd:

  • Vervoer dagbehandeling GHZ categorie 4;

  • Vervoer dagbehandeling GHZ categorie 5.

C

Artikel 1.6 komt te luiden:

Artikel 1.6

Het bedrag van de subsidie dat voor het jaar 2018 ten hoogste wordt verleend aan de Wlz-uitvoerder is gelijk aan de som van de volgende bedragen per regio waarvoor de Wlz-uitvoerder is aangewezen als zorgkantoor:

  • Amstelland en de Meerlanden € 696.042;

  • Amsterdam € 1.265.238;

  • Apeldoorn, Zutphen e.o. € 3.284.700;

  • Arnhem € 3.772.978;

  • Drenthe € 1.714.039;

  • Flevoland € 677.140;

  • Friesland € 1.841.979;

  • ’t Gooi € 2.452.728;

  • Groningen € 1.373.829;

  • Haaglanden € 2.101.334;

  • Kennemerland € 1.863.830;

  • Midden-Brabant € 3.999.722;

  • Midden-Holland € 386.912;

  • Midden IJssel € 1.135.794;

  • Nijmegen € 3.264.911;

  • Noord- en Midden-Limburg € 5.450.896;

  • Noord-Holland Noord € 1.108.291;

  • Noordoost Brabant € 4.436.943;

  • Rotterdam € 1.086.211;

  • Twente € 3.043.223;

  • Utrecht € 5.781.052;

  • Waardenland € 966.381;

  • West-Brabant € 4.453.166;

  • Westland Schieland Delfland € 532.680;

  • Zaanstreek/Waterland € 478.989;

  • Zeeland € 1.479.060;

  • Zuid-Holland Noord € 1.257.313;

  • Zuid-Hollandse eilanden € 184.224;

  • Zuid-Limburg € 1.496.388;

  • Zuidoost Brabant € 3.700.730;

  • Zwolle € 2.713.277.

D

Artikel 1.6 komt te luiden:

Artikel 1.6

Het bedrag van de subsidie dat voor het jaar 2019 ten hoogste wordt verleend aan de Wlz-uitvoerder is gelijk aan de som van de volgende bedragen per regio waarvoor de Wlz-uitvoerder is aangewezen als zorgkantoor:

  • Amstelland en de Meerlanden € 1.007.614;

  • Amsterdam € 1.379.792;

  • Apeldoorn, Zutphen e.o. € 3.222.210;

  • Arnhem € 4.442.904;

  • Drenthe € 1.727.385;

  • Flevoland € 609.878;

  • Friesland € 1.780.922;

  • ’t Gooi € 2.305.603;

  • Groningen € 1.484.530;

  • Haaglanden € 2.173.550;

  • Kennemerland € 1.744.395;

  • Midden-Brabant € 4.694.145;

  • Midden-Holland € 446.613;

  • Midden IJssel € 1.033.050;

  • Nijmegen € 7.690.212;

  • Noord- en Midden-Limburg € 2.438.830

  • Noord-Holland Noord € 1.342.374;

  • Noordoost Brabant € 5.068.620;

  • Rotterdam € 1.478.231;

  • Twente € 3.762.846;

  • Utrecht € 6.936.795;

  • Waardenland € 1.051.586;

  • West-Brabant € 4.547.950;

  • Westland Schieland Delfland € 439.176;

  • Zaanstreek/Waterland € 451.728;

  • Zeeland € 1.573.625;

  • Zuid-Holland Noord € 1.306.383;

  • Zuid-Hollandse eilanden € 118.087;

  • Zuid-Limburg € 2.030.483;

  • Zuidoost Brabant € 4.754.016;

  • Zwolle € 2.956.467.

E

In artikel 4.7 wordt '2018' gewijzigd door '2019'.

F

Artikel 6.5, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De subsidie wordt per prestatie vastgesteld op het aantal prestaties dat de subsidieontvanger in het jaar waarvoor de subsidie is verstrekt heeft doen verlenen in alle regio's waarvoor de subsidieontvanger als zorgkantoor is aangewezen vermenigvuldigd met in 2019:

    • € 27,80 contact voor Reiskosten zorgverlener;

    • € 120,00 per uur voor Behandeling lvg;

    • € 120,00 per uur voor Behandeling sglvg traject;

    • € 120,00 per uur voor Behandeling sglvg deeltijd;

    • € 147,60 per uur voor Behandeling som, pg, lg en meerderjarig vg (SO);

    • € 147,60 per uur voor Behandeling som, pg, lg en meerderjarig vg (AVG);

    • € 118,80 per uur voor Behandeling gedragswetenschapper;

    • € 84,00 per uur voor Behandeling paramedisch;

    • € 108,60 per uur voor Behandeling IOG lvg;

    • € 68,69 per dagdeel voor Dagbehandeling ouderen som en pg;

    • € 87,57 per dagdeel voor Dagbehandeling ouderen som en pg in de vorm van Gespecialiseerde dagbehandeling Huntington;

    • € 102,10 per dagdeel voor Dagbehandeling VG emg volwassenen;

    • € 73,95 per dagdeel voor Dagbehandeling LG licht;

    • € 80,66 per dagdeel voor Dagbehandeling LG midden;

    • € 84,79 per dagdeel voor Dagbehandeling LG zwaar;

    • € 6,91 per dag voor Vervoer dagbehandeling V&V;

    • € 11,25 per dag voor Vervoer dagbehandeling GHZ categorie 1;

    • € 15,90 per dag voor Vervoer dagbehandeling GHZ categorie 2;

    • € 25,18 per dag voor Vervoer dagbehandeling GHZ categorie 3;

    • € 43,28 per dag voor Vervoer dagbehandeling GHZ categorie 4;

    • € 62,11 per dag voor Vervoer dagbehandeling GHZ categorie 5.

ARTIKEL II

De Subsidieregeling ADL-assistentie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste, tweede en vierde lid wordt ‘2018’ vervangen door ‘2019’.

2. In het eerste en tweede lid wordt ‘€ 97.224.000’ vervangen door ‘€ 102.490.000’.

3. In het tweede lid, onder 1°, wordt ‘2017’ vervangen door ‘2018’.

B

In artikel 5.5 wordt ‘2018’ vervangen door ‘2019’ en wordt ‘€ 63,45’ vervangen door ‘€ 65,65’.

ARTIKEL III

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019, met uitzondering van artikel I, onderdeel C.

  • 2. Artikel I, onderdeel C, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

TOELICHTING

Algemeen

In deze regeling is voor 2018 een wijziging opgenomen in de Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling in verband met een ophoging van het subsidieplafond 2018 met € 3 miljoen euro. Daarnaast is in deze regeling een aantal wijzigingen opgenomen van de Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling en de Subsidieregeling ADL-assistentie die noodzakelijk zijn met ingang van 1 januari 2019.

Wijzigingen Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling 2018

Voor de Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling is het beschikbare bedrag voor het jaar 2018 verhoogd met € 3 miljoen tot € 68 miljoen. Dit hangt samen met een in het Programma Langer Thuis1 aangekondigde impuls voor de inzet van de specialist ouderengeneeskunde in de eerste lijn. Het Programma Langer Thuis is een uitwerking van het Ouderenpact. Het programma bevat drie actielijnen gericht op ondersteuning en zorg thuis, mantelzorg en vrijwilligers en wonen. Voor de actielijn gericht op goede ondersteuning en zorg thuis wordt ingezet op versterking van de beschikbaarheid van de specialist ouderengeneeskunde in de eerste lijn.

De expertise van de specialist ouderengeneeskunde, die voorheen vooral in de verpleeghuiszorg aanwezig was, dient ook structureel aanwezig te zijn in de eerste lijn. Bij complexe zorgvragen en in crisissituaties thuis moet een huisarts direct de specifieke expertise in kunnen schakelen van de specialist ouderengeneeskunde en het multidisciplinaire team waarvan deze specialist onderdeel uitmaakt.De inzet van zulke specialisten ontlast huisartsen, kan onnodige ziekenhuisopnames voorkomen en laat cliënt, mantelzorger en hulpverleners beter anticiperen op acute situaties.

Voor deze impuls is structureel € 6 miljoen extra op jaarbasis beschikbaar gesteld. Voor het restant van 2018 betekent dit een impuls van € 3 miljoen. Deze impuls loopt via de Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling waarin een specifieke prestatie voor de inzet van de specialist ouderengeneeskunde is opgenomen.

Wijzigingen Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling 2019

Voor de Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling is het beschikbare bedrag voor het jaar 2019 vastgesteld op € 76 miljoen. De regioverdeling vindt plaats op basis van de rapportages van Zorginstituut Nederland (het Zorginstituut) over extramurale behandeling over de maanden januari tot en met juni 2018. Alle middelen worden bij aanvang van het subsidiejaar verdeeld onder Wlz-uitvoerders. De verhoging in 2019 houdt verband met het structureel beschikbaar stellen van extra middelen voor de inzet van de specialist ouderengeneeskunde in de eerste lijn en de loon- en prijsbijstelling tot het niveau van 2019.

Voor de inhoud van de prestaties in de Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling wordt aangesloten bij de Beleidsregel BR/REG-19120 Prestatiebeschrijvingen en tarieven modulaire zorg 2019 (Stcrt. 2018, nr. 38752) van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) zoals van toepassing is op zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). Een belangrijke wijziging ten opzichte van 2018 betreft het vervangen van drie vervoersprestaties voor dagbesteding in de gehandicaptenzorg voor vijf nieuwe vervoersprestaties. Verder worden de (vaste) behandeltarieven aangepast aan de maximum beleidsregelwaarden van de NZa zoals deze voor de betreffende prestaties in 2019 voor de Wlz gelden. Daarnaast zijn er een aantal technische wijzigingen.

Verder is in deze regeling een aantal wijzigingen van de Subsidieregeling ADL-assistentie opgenomen. In de Subsidieregeling ADL-assistentie is ten eerste het beschikbare macrobedrag verhoogd van € 97.224.000 in 2018 naar € 102.490.000 in 2019. De verhoging houdt verband met een stijging van de gemiddelde zorgzwaarte van de cliënt (toename € 1,8 miljoen) en loon- en prijsbijstelling tot het niveau van 2019 van € 3,5 miljoen. De gemiddelde zorgzwaarte neemt toe door een toenemende leeftijd van de cliënten en doordat gemiddeld genomen zwaardere cliënten toetreden tot de ADL-woningen. De bijstelling tot het loon- en prijspeil voor 2019 is gebaseerd op de indices uit de macro-economische verkenningen.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Het derde lid van artikel 1.2 beschrijft de kring van zorgaanbieders waarvan extramurale behandeling onder de Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling valt. Voor 2019 wordt de kring van zorgaanbieders die in aanmerking kunnen komen voor een overeenkomst veranderd in zorgaanbieders die op 31 december 2018 beschikten over een toelating in de zin van de Wet toelating zorginstellingen ten behoeve van het verlenen van behandeling. Dit om mogelijk te maken dat zorginstellingen die gedurende het jaar 2018 een toelating ten behoeve van het verlenen van behandeling hebben ontvangen kunnen worden gecontracteerd voor behandeling vanuit de subsidieregeling.

In het vierde lid zijn de prestaties beschreven waarvoor subsidie kan worden verleend. Hiertoe wordt verwezen naar de NZa-beleidsregel BR/REG-19120 Prestatiebeschrijvingen en tarieven modulaire zorg 2019.

Artikel I, onderdeel B

In dit onderdeel is een technische wijziging aangebracht naar aanleiding van het vervangen van drie vervoersprestaties door vijf nieuwe vervoersprestaties in de beleidsregel van de NZa (BR/REG-19120).

Artikel I, onderdeel C

De basis van de verhoging van het subsidieplafond betreft het Programma Langer Thuis dat op 18 juni 2018 is gelanceerd. In dit programma is een impuls opgenomen voor de inzet van de specialist ouderengeneeskunde in de eerste lijn.

Deze impuls loopt via deze subsidieregeling omdat daarin een specifieke prestatie voor de inzet van de specialist ouderengeneeskunde is opgenomen.

De informatie voor de verdeling komt uit de meimonitor 2018 van het Zorginstituut. Deze rapportage van mei 2018 bevat een opgave van de productie zoals die geleverd is in de periode 1 januari 2018 tot en met maart 2018. Uit deze meimonitor wordt het totaal van de betalingen voor de subsidieprestatie ‘Behandeling som, pg, lg en meerderjarig vg (SO)’ over de periode januari 2018 tot en met maart 2018 genomen als verdeelsleutel. Voor de berekening van de ophoging van de subsidieverlening wordt de intensivering van € 3 miljoen naar rato verdeeld onder de Wlz-uitvoerders op basis van bovenstaande verdeelsleutel.

Het Zorginstituut wijzigt de desbetreffende subsidieverleningen.

Artikel I, onderdeel D

De bedragen per regio in 2019 zijn gebaseerd op maandelijkse betalingsgegevens over behandeling die Wlz-uitvoerders aan het Zorginstituut aanleveren. Bepalend is de augustus monitor 2018 van het Zorginstituut waarin de betalingsgegevens over extramurale behandeling in de maanden januari tot en met juni van 2018 zijn verwerkt.

Per Wlz-uitvoerder wordt één subsidie verstrekt. Indien een Wlz-uitvoerder voor twee of meer regio's als zorgkantoor is aangewezen, wordt de subsidie niet per regio toegekend en afgerekend. Het is mogelijk dat een Wlz-uitvoerder die voor meerdere regio’s als zorgkantoor is aangewezen middelen tussen regio’s substitueert. De bedragen die bij de regio's van de Wlz-uitvoerder staan vermeld, worden bij elkaar opgeteld. Op die manier ontstaat één maximaal te verlenen subsidiebedrag voor alle regio's van de Wlz-uitvoerder tezamen. In totaal wordt zo € 76 miljoen euro verdeeld.

Artikel I, onderdeel F

In het eerste lid worden de vaste subsidiebedragen aangepast aan de maximum beleidsregelwaarden van de NZa voor het jaar 2019 (BR/REG-19120). Evenals in voorgaande jaren zijn de vaste subsidiebedragen bepaald op 94% van de maximum beleidsregelwaarden.

In dit onderdeel wordt artikel 1.6, eerste lid, van de Subsidieregeling ADL-assistentie zodanig gewijzigd dat het subsidieplafond voor het verlenen van subsidies op grond van deze Subsidieregeling wordt verhoogd naar € 102.490.000.

In artikel 1.6, tweede lid, is rekening gehouden met een toename van het maximum aantal te leveren uren van 2% in verband met toenemende zorgzwaarte.

Artikel II, onderdeel B

In artikel 5.5 wordt het jaartal aangepast en is de uurprijs geïndexeerd met 3,5%. De bijstelling tot het loon- en prijspeil voor 2019 is gebaseerd op de indices uit de macro-economische verkenningen.

Artikel III

De wijzigingen zoals opgenomen in artikel I, onderdelen A, B, D, E en F, en artikel II treden op 1 januari 2019 in werking.

De wijziging in artikel I, onderdeel C, treedt op de dag na publicatie in werking en krijgt terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2018. In dat onderdeel zijn namelijk de nieuwe – verhoogde – subsidiebedragen voor 2018 opgenomen. Aangezien de onderhavige wijziging begunstigend is voor alle subsidieontvangers is er geen beletsel om aan de wijziging van de subsidieregeling terugwerkende kracht te verlenen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Kamerstukken II 2017/18, 31 756, nr. 326.

Naar boven