De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op de artikelen 3, eerste lid, aanhef en onderdelen e en f, 4, eerste en tweede
lid, en 5 van de Kaderwet subsidies I en M en de artikelen 2, eerste lid, 4, 7, derde
lid, 8, eerste lid, 10, tweede en vierde lid, 22, tweede lid, en 24, derde lid, van
het Kaderbesluit subsidies I en M;
BESLUIT:
TOELICHTING
Algemeen deel
1. Aanleiding en doel van de subsidie
De Waddeneilanden zijn voor hun verbinding met het vasteland in belangrijke mate aangewezen
op bootdiensten. Het kabinet heeft in 1985 de bootdiensten tussen het vasteland en
de Waddeneilanden aangemerkt als schakels in wegverbindingen met zowel een vervoerfunctie
als een brugfunctie.1
Dit vervoer van en naar de Waddeneilanden vertoont overeenkomsten met openbaar vervoer.
Daardoor was het mogelijk (op grond van artikel 2, tweede lid, van de Wet personenvervoer
2000 (hierna: Wp 2000)) de Waddenveren onder de werkingssfeer van de Wp 2000 te brengen
en een concessiesystematiek door te voeren voor deze verbindingen. In mei 2011 heeft
de Minister van Infrastructuur en Milieu deze concessies voor de Friese Waddenveren
verleend en in april 2014 zijn de concessies onherroepelijk geworden met een looptijd
tot april 2029. Het betreft hier de concessie voor de Friese Waddenveren West (de
verbindingen naar Terschelling en Vlieland) en de concessie voor de Friese Waddenveren
Oost (de verbindingen naar Ameland en Schiermonnikoog).
Voor deze concessies is een aantal bepalingen uit de Wp 2000 en het Besluit personenvervoer
2000 van toepassing, onder andere voor wat betreft de positie van consumentenorganisaties
bij de concessieverlening en de uitvoering van de concessie.
Zo is de concessieverlener verplicht aan de consumentenorganisaties advies te vragen
over de aan de concessie verbonden voorschriften, alvorens over te gaan tot concessieverlening
(artikel 26, eerste lid, van de Wp 2000). Ook dient de concessieverlener de consumentenorganisaties
in de gelegenheid te stellen overleg met hem te voeren over de te verlenen concessie
(artikel 27, tweede lid, van de Wp 2000).
De concessiehouder heeft vergelijkbare verplichtingen. Zo is de concessiehouder verplicht
minimaal één keer per jaar advies te vragen aan de consumentenorganisaties over een
voorgenomen wijziging van de dienstregeling, van de tarieven en overige in de concessie
geregelde zaken (artikel 31, eerste lid, van de Wp 2000). Volgens de concessies voor
de Friese Waddenveren is de concessiehouder verplicht advies te vragen aan het Consumentenplatform
Friese Waddenveren over het jaarlijks op te stellen Vervoerplan (waaronder de dienstregeling
en de tarieven voor het volgende jaar) en over andere veerdienst gerelateerde zaken.
Daarnaast moet de concessiehouder de consumentenorganisaties de gelegenheid bieden
om met hem overleg te voeren, voordat advies wordt uitgebracht (artikel 31, tweede
lid, van de Wp 2000).
Het Consumentenplatform voor de Friese Waddenveren is ingesteld op het moment, waarop
de voorbereidingen voor de concessieverlening gaande waren (2011). Dat maakte de wettelijk
voorgeschreven consumenteninspraak bij de te verlenen concessie en de jaarlijks op
te stellen vervoerplannen mogelijk.
Sinds 2011 is jaarlijks subsidie verleend aan het Consumentenplatform Friese Waddenveren,
omdat IenM zich als concessieverlener verantwoordelijk voelt voor het goed kunnen
functioneren van dit platform. De leden moeten namelijk onkosten maken om deel te
nemen aan vergaderingen en stellen belangeloos tijd beschikbaar voor de advisering.
Zonder subsidie zal de inbreng van consumenten/reizigers bij het jaarlijks op te stellen
vervoerplan in de knel komen en kan het consumentenplatform geen beroep doen op ondersteuning
door de ambtelijk secretaris van de Stichting Rocov Fryslân.
Tot nu toe is de subsidie op grond van artikel 4:23, derde lid, onderdeel d, van de
Algemene wet bestuursrecht (Awb) toegekend, dit is een incidentele subsidie. Omdat
er voorkeur aan wordt gegeven om deze subsidie voorlopig te continueren, is ervoor
gekozen om dit in een regeling onder te brengen.
De voorliggende regeling voorziet in deze continuering van de subsidie. Om te zorgen
dat het adviesrecht van consumenten een serieuze invulling krijgt, is het gebruikelijk
dat de concessieverlener het adviesorgaan financieel ondersteunt. Deze financiële
steun maakt het mogelijk als adviesorgaan, dat uit vrijwilligers bestaat, een beroep
te doen op professionele hulp voor het organiseren van vergaderingen, de verslaglegging
van die vergaderingen en het op schrift stellen van de uit te brengen adviezen. Het
consumentenplatform dient daarnaast onafhankelijk te kunnen handelen. Daarom is het
consumentenplatform gediend bij financiële ondersteuning door de concessieverlener.
De te verlenen subsidie, een bedrag van maximaal € 12.000,–, wordt gebruikt ter dekking
van de reiskosten die de leden van het platform maken om overleggen (onder anderen
met de concessiehouder) bij te wonen en de kosten die verbonden zijn aan de inzet
van een ambtelijk secretaris (die zorgt voor verslaglegging van vergaderingen en op
schrift stellen van de uit te brengen adviezen). Daar is ook de subsidie in de afgelopen
jaren voor gebruikt, zo blijkt uit de jaarlijks ingediende financiële verantwoording.
Sinds de concessies voor de Friese Waddenveren onherroepelijk zijn geworden, heeft
het Consumentenplatform Friese Waddenveren regelmatig gebruikgemaakt van het recht
op overleg en het recht advies uit te brengen. Gelet op het geringe maximale bedrag
van deze subsidie en het feit dat er geen sprake is van een concurrentie brengt mee
dat de EU-markt niet nadelig wordt beïnvloed.
Het Consumentenplatform Friese Waddenveren is ondergebracht bij de Stichting Rocov
Fryslân, dat ook de subsidie aanvraagt. De stichting is één van de regionale consumentenplatforms
voor openbaar vervoer, en functioneert al jaren naar tevredenheid. Om risico’s te
beperken is de ondersteuning van het Consumentenplatform Friese Waddenveren daar destijds
ook belegd. Uit de risicoanalyse komen dan ook geen risico’s naar voren die invloed
hebben gehad op de inhoud van onderhavige regeling.
Het Consumentenplatform Friese Waddenveren blijft in principe bestaan voor de duur
van de concessie. Wel verkent het ministerie van Infrastructuur en Milieu op verzoek
van de Tweede Kamer of het concessieverlenerschap kan worden overgedragen aan de provincie
Friesland. Als dat zijn beslag krijgt, wordt ook de subsidiëring van het consumentenplatform
een zaak voor de provincie.
2. Juridisch kader
De Kaderwet subsidies I en M en het Kaderbesluit subsidies I en M (hierna: Kaderbesluit)
geven de grondslag om bij ministeriële regeling subsidie te verstrekken voor activiteiten
die passen binnen het verkeers- en vervoersbeleid en/of vallen onder de noemer scheepvaart
en maritieme zaken. De onderhavige regeling voorziet in de grondslag voor subsidieverlening
voor de jaren 2017 tot en met 2021.
Naast de subsidieregels in de Awb is een aantal artikelen uit het Kaderbesluit van
toepassing. Op grond van de artikelen 11 en 12 van het Kaderbesluit is de minister
verplicht om de aanvraag af te wijzen indien de aanvraag niet voldoet aan de in het
Kaderbesluit en in de onderhavige regeling gestelde regels, of wanneer er zich één
van de in artikel 12 genoemde situaties voordoet. Daarnaast zijn de in de artikelen
17, 18 en 19 opgenomen verplichtingen voor subsidieontvangers onverminderd van toepassing.
3. Administratieve lasten en gevolgen
De onderhavige regeling brengt geen ingrijpende veranderingen teweeg in de rechten
en plichten van burgers, bedrijven of instellingen. Evenmin heeft de regeling ingrijpende
gevolgen voor de uitvoeringspraktijk. Daarom heeft er geen internetconsultatie plaatsgevonden.
Bovendien worden er geen administratieve lasten voor de betrokken partijen verwacht.
Artikelsgewijs
Artikelen 2 en 3. Doel en subsidiabele activiteiten
Zoals in de algemene toelichting al uitgebreid is toegelicht, is het consumenten platform
voor de Friese Waddenveren in het leven geroepen om te voldoen aan wettelijke taken
van de concessieverlener en van de concessiehouders. Het doel van deze regeling is
dan ook te zorgen dat deze consumenteninspraak wordt gefaciliteerd. De activiteiten
die subsidiabel zijn, zijn de activiteiten om dit doel te bereiken. Het kan bijvoorbeeld
gaan om reiskosten, kosten voor de ambtelijke secretaris die zorgt voor vergaderingen,
verslaglegging daarvan en de advisering.
Artikel 4. Subsidieplafond en subsidiabele kosten
Stichting Rocov Fryslân kan jaarlijks maximaal € 12.000,– subsidie ontvangen. Zij
kan slechts subsidie vragen voor kosten die verbonden zijn aan de activiteiten die
nodig zijn om de consumenteninspraak inzake de uitvoering van de concessies voor de
Friese Waddenveren mogelijk te maken. De kosten die voor subsidie in aanmerking komen
zullen door Stichting Rocov Fryslân moeten worden onderbouwd met een specificatie
van de kosten die zijn toe te rekenen aan de gesubsidieerde activiteit en berekend
op basis van bedrijfseconomische grondslagen en normen die in het maatschappelijke
verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd.
Verschuldigde btw komt alleen voor subsidie in aanmerking ingeval Stichting Rocov
Fryslân de btw niet kan verrekenen met de door haar af te dragen omzetbelasting.
Artikel 5. Aanvraag tot subsidievaststelling
De aanvraag wordt dertien weken voor aanvang van het kalenderjaar waarvoor subsidie
wordt aangevraagd, ingediend.
Voor het jaar 2017 geldt een afwijkende aanvraagtermijn. Omdat de regeling pas halverwege
het jaar is gepubliceerd, kan de aanvraag voor subsidie in dat jaar binnen dertien
weken na de dag van publicatie worden ingediend. Hierdoor kan Stichting Rocov Fryslân
nog aanspraak maken op subsidie voor het jaar 2017. Normaal gesproken komen kosten
die gemaakt zijn voor de aanvraag niet in aanmerking voor subsidie, maar artikel 6,
tweede lid, onderdeel a, van het Kaderbesluit geeft een mogelijkheid tot uitzondering
op deze hoofdregel. Dit is mogelijk indien het gaat om een subsidie van minder dan
€ 25.000,– waarbij de subsidie direct na de aanvraag wordt vastgesteld. Deze subsidie
voldoet aan die eisen.
De aanvraag hoeft niet te worden ingediend met gebruikmaking van een door de minister
beschikbaar gesteld formulier. Stichting Rocov Fryslân kan de aanvraag middels een
brief doen.
Artikel 6. Beschikking tot subsidievaststelling
De minister beschikt binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.
Artikel 7. Verplichtingen aanvrager
De subsidie die Stichting Rocov Fryslân ontvangt is voor de activiteiten in een kalenderjaar.
Daarom is de stichting onder andere verplicht om deze activiteiten binnen het kalenderjaar
uit te voeren. Indien er andere publieke middelen worden verstrekt voor dezelfde activiteiten,
dan is de stichting verplicht om daar melding van de maken. Dit bedrag wordt in mindering
gebracht op de subsidie op grond van deze regeling.
Artikel 8. Evaluatieverslag
De minister zal de regeling evalueren voor 1 januari 2022. De uitkomst hiervan zal
gepubliceerd worden. In deze evaluatie zal onder andere gekeken worden naar de doeltreffendheid
en de doelmatigheid van deze subsidieregeling.
Artikel 9. Inwerkingtreding
Onderhavige regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie
en werkt terug tot en met 1 januari 2017. Hiervoor is gekozen om de subsidie voor
2017 ook nog op grond van deze regeling toe te kunnen kennen. Artikel 5 van de regeling
geeft daarvoor een afwijkende aanvraagperiode voor 2017.
De subsidieregeling loopt in principe tot en met 31 december 2021. Op deze wijze is
toepassing gegeven aan artikel 24a, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 waarin
is bepaald dat een subsidieregeling van het Rijk een tijdstip bevat waarop die regeling
vervalt.
Mocht het concessieverlenerschap voor die periode overgaan naar de provincie Friesland,
dan zal deze regeling eerder vervallen. Dit gebeurt dan met ingang van 1 januari volgend
op het kalenderjaar waarin de overgang een feit is.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
S.A.M. Dijksma