Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 27 maart 2017, nr. IenM/BSK-2017/80765, houdende aanwijzing van Logius als belanghebbende in de zin van artikel 156, onderdeel k, van het Reglement rijbewijzen ten behoeve van het gebruik van het rijbewijs voor identiteitsverificatie

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 128, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 en 156, onderdeel k, van het Reglement rijbewijzen;

BESLUIT:

Artikel 1

Het agentschap Logius van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt ten behoeve van DigID en het gebruik van het rijbewijs ter identiteitsverificatie aangewezen als belanghebbende in de zin van artikel 156, onderdeel k, van het Reglement rijbewijzen.

Artikel 2

  • 1. De Dienst Wegverkeer verstrekt na opgave van het agentschap Logius van een burgerservicenummer aan Logius de MRZ-code van het rijbewijs dat is afgegeven aan de persoon aan wie het opgegeven burgerservicenummer toebehoort.

  • 2. Het agentschap Logius gebruikt de MRZ-code uitsluitend om ter verifiëren dat de persoon, bedoeld in het eerste lid, in het bezit is van het in dat lid bedoelde rijbewijs en dat rijbewijs op echtheid te controleren.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2017.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, namens deze, De directeur-generaal bereikbaarheid, M. Frequin

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Milieu, ter attentie van Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, afdeling Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20906, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen;

  • e. zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt.

Het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift.

TOELICHTING

Als beheerder van het Nederlandse elektronische overheidsauthenticatiesysteem DigiD versterkt de dienst Logius van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vanaf het eerste kwartaal van 2017 de betrouwbaarheid van DigiD. Aan de hand van een chip in bijvoorbeeld het rijbewijs, wordt gecontroleerd of een burger over het identiteitsbewijs beschikt dat gekoppeld is aan het DigiD-account waarmee wordt ingelogd.

Ter extra controle van de via DigiD vastgestelde identiteit houdt de burger daarbij zijn identiteitsbewijs tegen zijn smartphone, waarna het DigiD-systeem via nfc-technologie contactloos met de chip in het rijbewijs contact legt.

Om de chip in een aangeboden rijbewijs op afstand te kunnen controleren, dus te kunnen vaststellen dat het aangeboden rijbewijs bij die burger hoort en authentiek is, is het nodig vast te stellen dat het technisch mogelijk is om met die chip een beveiligd communicatiekanaal op te zetten.

Die vaststelling kan geschieden met behulp van de MRZ-code die de RDW aan Logius kan verstrekken. Logius mag de MRZ-code uitsluitend ontvangen en gebruiken om die vaststelling te doen. Er worden daarom geen (persoons)gegevens van de chip gelezen.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, namens deze, De directeur-generaal bereikbaarheid, M. Frequin

Naar boven