ARTIKEL I
De Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd:
A
In paragraaf 4.7 Bijzondere voorschriften asbest wordt een artikel ingevoegd luidende:
Artikel 4.30 Uitzonderingen in geval van eindmeting
-
1. Onder kleine losliggende oppervlakken als bedoeld in artikel 4.53c, tweede lid, onderdeel
a, wordt verstaan: een losliggend oppervlak van maximaal 2,5 m2.
-
2. De concentratie van de amfibole asbestvezels actinoliet, amosiet, anthofylliet, tremoliet
en crocidoliet in de lucht waaraan werknemers in verband met de arbeid kunnen worden
blootgesteld is beperkt in de zin van artikel 4.53c, tweede lid, onderdeel b, indien
de concentratie wordt veroorzaakt door:
-
a. verwijdering van asbesthoudend materiaal dat maximaal 2 massaprocent amfibole asbestvezels
actinoliet, amosiet, anthofylliet, tremoliet en crocidoliet bevat; of
-
b. een asbestverwijdering waarbij gedurende de duur van de asbestverwijderingswerkzaamheden
tussen de asbesttoepassing en de werknemer die de verwijdering uitvoert een niet-betreedbare
afscheiding aanwezig is, waarmee de asbesttoepassing in zijn geheel lekvrij omsloten
wordt.
B
Artikel 4.32a, derde lid, onderdeel e, komt te luiden:
C
Bijlage XIIIa, behorende bij artikel 4.27, wordt als volgt gewijzigd:
1. In paragraaf 3.3.1. ‘Algemeen’ komt de tekst na de zin ‘Het aantal vezels tijdens
de activiteiten is onderscheiden in drie afzonderlijke risicoklassen’ te luiden:
Risicoklasse 1: wanneer sprake is van de concentraties asbestvezels als omschreven
in de artikelen 4.44 en 4.46 van het besluit;
Risicoklasse 2: wanneer sprake is van de concentraties asbestvezels als omschreven
in de artikelen 4.46 en 4.48 van het besluit;
Risicoklasse 2A: wanneer sprake is van de concentraties asbestvezels als omschreven
in de artikelen 4.46 en 4.53a van het besluit.
2. In paragraaf 7.14.9. ‘Bepalen van de indeling in een risicoklasse t.b.v asbestinventarisatie’
vervalt in de tweede alinea ‘Er zijn drie risicoklassen gedefinieerd, met elk een
eigen specifiek veiligheidsregime. Deze risicoklassen zijn volgens het volgende globale
model ingedeeld:’ en vervalt tevens de daarna opgenomen tabel.
3. In paragraaf 7.17.2.2. ‘Samenvatting’ worden bij het eerste bolletje ‘risicoklasse
1, 2 en/of 3’ vervangen door: risicoklasse 1, 2 en/of 2A.
4. In Bijlage B Definities (i):
a. vervalt in de kolom ‘Begrip’ het begrip ‘Indeling (in risicoklassen)’ alsmede de
daarachter opgenomen tekst in de kolom ‘Definitie/betekenis’;
b. vervalt de laatste zin in de kolom ‘Definitie/betekenis’ achter het begrip ‘Risicoklassering’
in de kolom ‘Begrip’;
c. komt de tekst in de kolom ‘Definitie/betekenis’ achter het begrip ‘Vrijgavegrens’
in de kolom ‘Begrip’ te luiden: Door de overheid vastgestelde waarde voor de asbestconcentratie
in de lucht die bepalend is voor de vrijgave van een besloten ruimte na het beroepsmatig
verwijderen van asbest of asbesthoudend materiaal.;
d. vervalt in de kolom ‘Begrip’ het begrip ‘Vrijstellingsonderzoek’ alsmede de daarachter
opgenomen tekst in de kolom ‘Definitie/betekenis’.
5. In Bijlage K, ‘Onderverdeling van de afwijkingen (v)’ wordt in onderdeel B ‘Overtreding
van normen om blootstelling van werknemers voorkomen’ vervangen door ‘Overtreding
van normen om blootstelling van werknemers te voorkomen’ en wordt in de tweede zin
‘risicoklasse 2 en 3’ vervangen door: risicoklassen ‘2 en 2A’.
D
Bijlage XIIIb, behorende bij artikel 4.27, wordt als volgt gewijzigd:
1. In paragraaf 3.3.1. ‘Algemeen’ komt de tekst na de zin ‘Het aantal vezels tijdens
de activiteiten is onderscheiden in drie afzonderlijke risicoklassen’ te luiden:
Risicoklasse 1: wanneer sprake is van de concentraties asbestvezels als omschreven
in de artikelen 4.44 en 4.46 van het besluit;
Risicoklasse 2: wanneer sprake is van de concentraties asbestvezels als omschreven
in de artikelen 4.46 en 4.48 van het besluit;
Risicoklasse 2A: wanneer sprake is van de concentraties asbestvezels als omschreven
in de artikelen 4.46 en 4.53a van het besluit.
2. In paragraaf 5.2.2. ‘Beoordelingen per jaar uit te voeren op projectlocatie per certificaathouder’
wordt in ‘Toelichting op tabel’ bij het eerste bolletje ‘risicoklasse 2 en 3’ vervangen
door: risicoklasse 2 en 2A.
3. In paragraaf 7.14.4. ‘Werkplan’:
a. wordt in het elfde onderdeel ‘risicoklasse 3’ vervangen door: risicoklasse 2A;
b. vervalt in het negentiende onderdeel ‘(risicoklasse 2)’; en
c. vervalt het twintigste onderdeel.
4. In paragraaf 7.16.3. ‘Inschakeling eindbeoordelingsinstantie’:
a. wordt in de eerste zin ‘NEN 2990:2012’ vervangen door: NEN 2990:2012 inclusief de
NEN Interimregeling eindcontrole na een asbestsanering in risicoklasse 2A; en
b. vervalt de op een na laatste zin.
5. In Bijlage A ‘Meldingsformulier asbestinventarisatie- en verwijdering (v)’ wordt:
a. in onderdeel 12 ‘Asbestinventarisatie type A’ na het derde bolletje ‘Risicoklasse
3 (hoog)’ vervangen door: Risicoklasse 2A (hoog);
b. in onderdeel 13 ‘Asbestinventarisatie type B’ na het derde bolletje ‘Risicoklasse
3 (hoog)’ vervangen door: Risicoklasse 2A (hoog); en
c. in onderdeel 14 ‘Indien er sprake is van een gedeeltelijke verwijdering van het asbestmateriaal
vermeld onder 12 en/of 13’ na het derde bolletje ‘Risicoklasse 3 (hoog)’ vervangen
door: Risicoklasse 2A (hoog).
6. In Bijlage B Definities (i):
a. vervalt in de kolom ‘Begrip’ het begrip ‘Indeling (in risicoklassen)’ alsmede de
daarachter opgenomen tekst in de kolom ‘Definitie/betekenis’;
b. komt de tekst in de kolom ‘Definitie/betekenis’ achter het begrip ‘Risicoklassering’
in de kolom ‘Begrip’ te luiden: Indeling van sloop- of andere werkzaamheden met of
aan asbest, asbesthoudende producten, asbestbesmet materiaal of asbestbesmette constructieonderdelen
in één van de drie risicoklassen conform het Arbobesluit.;
c. komt de tekst in de kolom ‘Definitie/betekenis’ achter het begrip ‘Vrijgavegrens’
in de kolom ‘Begrip’ te luiden: Door de overheid vastgestelde waarde voor de asbestconcentratie
in de lucht die bepalend is voor de vrijgave van een besloten ruimte na het beroepsmatig
verwijderen van asbest of asbesthoudend materiaal;
d. vervalt in de kolom ‘Begrip’ het begrip ‘Vrijstellingsonderzoek’ alsmede de daarachter
opgenomen tekst in de kolom ‘Definitie/betekenis’.
7. In Bijlage D ‘Model overeenkomst cki en certificaathouder (i)’ wordt in artikel 5
‘Klachten en Verzoek tot herziening’ in het eerste onderdeel ‘risicoklasse 2 en/of
3’ vervangen door: risicoklasse 2 en/of 2A.
8. In Bijlage H ‘Categorie indeling sanctiestelsel asbestverwijdering tabel 5.5.3 (v)’
wordt in de tweede tabel ‘Afwijkingen projectlocatie’:
a. bij afwijking nummer 29, 52 en 55 ‘risicoklasse 3’ vervangen door: risicoklasse 2A;
b. bij afwijking nummer 53 wordt ‘Bij asbestverwijderingswerk onder risicoklasse 3 condities
wordt geen omgevingslucht onafhankelijke ademhalingsbescherming toegepast, óf ademhaling met een afdoende verhoogde
beschermings-factor,’ vervangen door: Bij asbestverwijderingswerk onder risicoklasse
2A condities wordt geen ademhalingsbescherming met een afdoende beschermingsfactor
toegepast.
9. In Bijlage J ‘Onderverdeling van de afwijkingen (v) wordt in onderdeel B ‘Overtreding
van normen om blootstelling van werknemers voorkomen’ vervangen door ‘Overtredingen
van normen om blootstelling van werknemers te voorkomen’ en wordt in de tweede zin
‘risicoklasse 2 en 3’ vervangen door: risicoklasse 2 en 2A.
E
In Bijlage XIIIc, behorende bij artikel 4.27, wordt in artikel 1 de definitie van
Risicoklasse 1, Risicoklasse 2 en Risicoklasse 3 vervangen door:
Risicoklasse 1: wanneer sprake is van de concentraties asbestvezels als omschreven
in de artikelen 4.44 en 4.46 van het besluit;
Risicoklasse 2: wanneer sprake is van de concentraties asbestvezels als omschreven
in de artikelen 4.46 en 4.48 van het besluit;
Risicoklasse 2A: wanneer sprake is van de concentraties asbestvezels als omschreven
in de artikelen 4.46 en 4.53a van het besluit.
ARTIKEL II
In artikel 5, eerste lid, onderdeel a, van de Warenwetregeling drukapparatuur 2016
wordt ‘tabel 5’ vervangen door: tabel 1 tot en met 9.
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.
TOELICHTING
Algemeen
1. Inleiding
De onderhavige wijziging van de Arbeidsomstandighedenregeling (Arboregeling) vindt
plaats in verband met de wijziging van de grenswaarde voor asbest amfibolen en de
inwerkingtreding van artikel 4.53c van het Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit)
(Stb. 2016, 340).
Met deze wijziging van het Arbobesluit, die in werking treedt met ingang van 1 januari
2017, wordt de grenswaarde voor amfibolen asbest verlaagd van 10.000 vezels per kubieke
meter naar 2000 vezels per kubieke meter. Dit geldt ook voor de te hanteren toetswaarde
bij de eindmeting, waarvoor een nieuw artikel 4.53c in het Arbobesluit is geformuleerd.
In dit nieuwe artikel is de mogelijkheid opgenomen om bij ministeriële regeling nadere
regels te stellen over de in artikel 4.53c, tweede lid, van het Arbobesluit omschreven
uitzonderingen met betrekking tot de eindbeoordeling, gevolgd door een eindmeting.
De wijziging van de grenswaarde voor asbest amfibolen maakt het tevens noodzakelijk
om de bijlagen XIIIa en XIIIb bij de Arboregeling die betrekking hebben op het procescertificaat
asbestinventarisatie en het procescertificaat asbestverwijdering aan te passen omdat
de risicoklasse-indeling niet langer uitgaat van risicoklasse 1, 2 en 3, maar van
risicoklasse 1, 2 en 2A.
Ook bijlage XIIIc behoeft aanpassing in verband hiermee.
In paragraaf 6 van de nota van toelichting bij de wijziging van het Arbobesluit (Stb. 2016, 340) was al aangegeven dat de bijlagen XIIIa, XIIIb en XIIIc, daar waar nodig nog aangepast
zouden worden.
Daarbij kan worden opgemerkt dat de wijziging van deze bijlagen maar voor een korte
periode betekenis heeft omdat deze bijlagen per 1 maart 2017 opnieuw en met name qua
indeling worden herzien en waarbij bijlage XIIIa en XIIIb zullen worden geïntegreerd
tot één bijlage (Stcrt. 2016, nr 64906).
Tevens worden met de onderhavige regelingswijziging twee uitsluitend technische wijzingen
doorgevoerd.
2. Administratieve lasten en nalevingskosten
Door de onderhavige regeling worden de begrippen ‘kleine losliggende oppervlakken’
en ‘beperkte concentratie’ (van de amfibole asbestvezels actinoliet, amosiet, anthofylliet,
tremoliet en crocidoliet), die in artikel 4.53c van het Arbobesluit zijn opgenomen,
geconcretiseerd. Er worden geen extra administratieve lasten geïntroduceerd met het
concretiseren van deze begrippen.
De informatie die volgens onderhavige regeling nodig is om te bepalen of al dan niet
sprake is van ‘kleine oppervlakken’ respectievelijk een ‘beperkte concentratie’ als
bedoeld in artikel 4.53c, tweede lid, van het Arbobesluit, wordt op dit moment al
vastgelegd in het op grond van artikel 4.54a van het Arbobesluit en artikel 3 van
het Asbestverwijderingsbesluit 2005 verplichte asbestinventarisatierapport. Dit rapport
is bepalend voor de wijze van uitvoeren van de asbestverwijdering. De onderhavige
wijziging leidt dan ook niet tot een toename in administratieve lasten of de nalevingskosten.
Op de gevolgen van de wijziging van de grenswaarde en de risicoklasse-indeling is
al bij de totstandkoming van de wijziging van het Arbobesluit (Stb. 2016, 340) een toelichting gegeven in hoofdstuk 2.
3. Ontvangen commentaren
De Inspectie SZW houdt toezicht op naleving van de Arbeidsomstandighedenwet- en regelgeving.
De Inspectie SZW heeft aangegeven dat de wijziging inzake de eindmeting uitvoerbaar
en handhaafbaar is.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (hierna RIVM) heeft in 2016 een
verkenning onder betrokken partijen in het veld uitgevoerd naar een mogelijke invulling
van de uitzonderingen in artikel 4.53c van het Arbobesluit. Daaruit is gebleken dat
er bij veel partijen draagvlak is voor het uitgangspunt dat simpele, laagrisico werkzaamheden
bij het saneren van amfibool asbest worden uitgezonderd van de verplichting tot het
gebruik van de toetswaarde van 2000 vezels per kubieke meter, en dat de keuze voor
de invulling van die uitzondering idealiter gebaseerd dient te zijn op data uit metingen
van de concentratie vezels in de lucht onder gespecificeerde omstandigheden. Tegelijkertijd
is echter gebleken dat partijen op dit moment niet over deze data beschikken. Om deze
reden is een pragmatische oplossing aangewezen. Het massapercentage amfibole asbestvezels
wordt nu al bij de inventarisatie aan de hand van monsters bepaald. Wanneer een beperkte
hoeveelheid amfibole asbestvezels in de toepassing aanwezig is, is te verwachten dat
de hoeveelheid amfibole asbestvezels in de lucht daardoor relatief gering is. Daarom
is dit percentage als een van de uitgangspunten gekozen voor de invulling van het
begrip ‘beperkte concentratie’ uit artikel 4.53c, tweede lid, Arbobesluit. Het analysecertificaat
in het asbestinventarisatierapport vormt de basis voor het bepalen van het massapercentage.
Overigens is er door enkele partijen op gewezen dat naast dit massapercentage, ook
andere variabelen, zoals de kwaliteit van de schoonmaak na asbestverwijdering, hierop
van invloed kunnen zijn. Het is echter vooralsnog niet mogelijk die variabelen op
eenduidige wijze te kwantificeren en in de regeling vast te leggen.
Wanneer de stand van de techniek dat op een later tijdstip noodzakelijk en mogelijk
zou maken, kan artikel 4.30 van de Arboregeling weer worden aangepast.
4. Inwerkingtreding
De onderhavige regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017. Dit is de
datum waarop ook de gewijzigde artikelen inzake de grenswaarde voor asbest amfibolen
en artikel 4.53c van het Arbobesluit in werking treden.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A
Het nieuwe artikel 4.53c van het Arbobesluit bevat de voorschriften voor de eindmeting
in risicoklasse 2A. De beoordeling dient plaats te vinden op basis van de toetswaarde
van 2000 amfibole asbestvezels per kubieke meter. Daarmee is de hoogte van deze toetswaarde
in overeenstemming gebracht met de grenswaarde van amfibole asbestvezels.
Met de tot nu gebruikte en gevalideerde meetmethodes betekent een toetswaarde van
2000 vezels per kubieke meter een meting met scanning electronenmiscroscopie (SEM).
Innovatie in meetmethoden kan er overigens toe leiden dat dit verandert. Door het
opnemen van een tweetal uitzonderingen in het tweede lid van artikel 4.53c van het
Arbobesluit voor gevallen waarin geen overschrijding van de toetswaarde te verwachten
is, wordt het verplichte gebruik van deze duurdere meetmethode beperkt tot die gevallen
waar overschrijding van de toetswaarde van 2000 amfibole asbestvezels per kubieke
meter zich regelmatig zou kunnen voordoen. In de situaties omschreven in het tweede
lid van artikel 4.53c geldt dan het voorschrift van artikel 4.51a, tweede lid, van
het Arbobesluit en moet dan vastgesteld worden of de concentratie asbestvezels in
de lucht lager is dan 10.000 vezels per kubieke meter.
De uitzondering in het tweede lid, onder a, betreft de verwijdering van kleine losliggende
oppervlakken onbeschadigd product. Wat wordt verstaan onder ‘klein oppervlak’ is hier
nader geconcretiseerd: een oppervlakte van niet meer dan 2,5 m2. Dit is ongeveer het oppervlak van een grote deur. Voor een asbesttoepassing met
een groter oppervlak wordt de kans op breuk of op een onveilige verwijdering uit het
containment, te groot geacht.
De uitzondering in het tweede lid, onder b, betreft de gevallen waarin uit de risicobeoordeling,
bedoeld in artikel 4.2, tweede lid, van het Arbobesluit blijkt dat de concentratie
amfibole asbestvezels in de lucht beperkt is. Wat wordt verstaan onder ‘beperkte concentratie’
is hier nader uitgewerkt. Zoals in paragraaf 3 uiteen is gezet is hiervoor aangesloten
bij het massapercentage asbest amfibolen in het te verwijderen materiaal. Wanneer
het massapercentage maximaal 2% is, is sprake van de uitzondering van artikel 4.53c,
tweede lid, onderdeel b, van het Arbobesluit. In de praktijk wordt het massapercentage
door het laboratorium bepaald aan de hand van een bandbreedte, conform NEN 5896. De
van toepassing zijnde bandbreedteklassen zijn <0,1%, 1–2%, 2–5%, 5–10% en hoger. Met
‘maximaal 2 massaprocent’ wordt een materiaal bedoeld dat is ingedeeld in klasse <0,1%
of klasse 1–2% conform NEN 5896.
Artikel I, onderdeel B
Dit lid is in overeenstemming gebracht met de terminologie van de Erfgoedwet die de
Monumentenwet 1988 vervangen heeft.
Artikel I, onderdeel C, D en E
De in deze onderdelen opgenomen wijzigingen hebben betrekking op de aanpassingen die
noodzakelijk zijn in bijlage XIIIa, XIIIb en XIIIc in verband met de wijziging in
de grenswaarde voor asbest amfibolen en de risicoklasse-indeling. In onderdeel D,
subonderdeel 4, onder a, is een aanpassing opgenomen in verband met NEN 2990:2012
omdat er, vooruitlopend op de aanpassing van NEN 2990 die naar verwachting in 2017
zal plaatsvinden, een interimregeling is opgesteld die nog in 2016 gepubliceerd zal
worden door het Nederlands Normalisatie-instituut.
Artikel II (Warenwetregeling drukapparatuur 2016)
Het was niet de bedoeling om verplichtingen die golden op basis van de Warenwetregeling
drukapparatuur en die met ingang van 19 juli 2016 is vervangen door de Warenwetregeling
drukapparatuur 2016 (Stcrt. 2016, 37419) op dit punt te beperken. Met deze correctie van artikel 5 wordt de oorspronkelijke
situatie hersteld.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher