Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 27 oktober 2014, nr. 2014-58158, houdende wijziging van de bedragen met betrekking tot het wettelijke bezoldigingsmaximum van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector voor 2015

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 2.3, tweede lid, van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Artikel 2.3, eerste lid, van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel b wordt ‘€ 8.263’ vervangen door: € 8.338;

b. In onderdeel c wordt ‘€ 34.871’ vervangen door: € 33.041.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 27 oktober 2014

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

TOELICHTING

Deze regeling strekt er toe voor 2015 de bedragen met betrekking tot het wettelijke bezoldigingsmaximum van de huidige Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector vast te stellen (WNT). Op grond van het huidige artikel 2.3, tweede lid, WNT dient de huidige norm ter hoogte van 130% van de bezoldiging van een minister jaarlijks bij ministeriële regeling te worden geïndexeerd en bovendien dient deze wijziging uiterlijk voor 1 november van het voorafgaande jaar te worden bekendgemaakt. Deze indexatie van de huidige 130%-norm staat los van het voorstel van wet tot aanpassing van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector in verband met de verlaging van het wettelijke bezoldigingsmaximum van 130% naar 100% van de bezoldiging van een minister (Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT), in de praktijk aangeduid als de WNT2.1

Artikel I

Het wettelijke bezoldigingsmaximum van 130% is in deze ministeriële regeling berekend aan de hand van de vereisten, neergelegd in het huidige artikel 2.3, derde lid, van de WNT. Deze 130%-norm bedraagt op basis van de nieuwe bedragen voor 2015 € 228.719. Dit bedrag is als volgt vastgesteld.

Het bedrag in artikel 2.3, eerste lid, aanhef, het aandeel in het wettelijke bezoldigingsmaximum voor de beloning, wordt voor 2015 (net als voor 2014) niet geïndexeerd omdat het salaris van het burgerlijk rijkspersoneel in de afgelopen twaalf maanden niet is gewijzigd. Dit betekent dat dit aandeel voor 2015 ongewijzigd op € 187.340 blijft.

Het bedrag in artikel 2.3, eerste lid, onderdeel a, het aandeel voor de belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen, wordt aan de hand van de consumentenprijsindex van september 2013 (0,9%) met ingang van 1 januari 2015 verhoogd van € 8.263 naar € 8.338.

Het bedrag in artikel 2.3, eerste lid, onderdeel b, het aandeel voor de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn, wordt gewijzigd van € 34.871 naar € 33.041. Dit bedrag komt overeen met de afdracht aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) van een werkgever in de sector rijk bij een beloning van € 187.340 overeenkomstig de publicatie van het ABP Premiepercentages (%) en franchisebedragen (€) van de regelingen van ABP en VUT-fonds per 1 januari 2014. Dit zijn de percentages die gelden op het moment van vaststellen van deze ministeriële regeling.

Het bedrag van € 33.041 is als volgt opgebouwd:

Keuzepensioen

187.340 – 11.150

* 14,21%

=

25.037,60

         

Anw-compensatie

187.340 – 11.150

* 0,075%

=

132,14

         

Overgangspremie VPL

187.340

* 4,00%

=

7.493,60

         

Arbeidsongeschiktheidspensioen

187.340 – 19.250

* 0,225%

=

378,20

         

Totaal

   

=

33.040,54

         

Afgerond

     

33.041

         

Gelet op het voorgaande bedraagt het bezoldigingsmaximum van 130% na indexering voor 2015

€ 187.340 + € 8.338 + € 33.041 = € 228.719.

Artikelen II

Deze regeling voorziet in een inwerkingtreding met ingang van 1 januari 2015. Indien het wetsvoorstel voor de WNT2 voor 1 januari 2015 tot wet zal zijn verheven en per die datum in werking treedt, zal deze ministeriële regeling geen effect sorteren.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Kamerstukken I, 2014–2015, 33 978, nr. A.

Naar boven