ARTIKEL I
Bijlage 5.1 bij de Subsidieregeling sterktes in innovatie wordt vervangen door de
bij deze regeling behorende bijlage.
ARTIKEL II
Artikel 1, derde lid, van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2012 wordt
gewijzigd als volgt.
A
In de tabel wordt bij nummer 3.6, Subsidieregeling sterktes in innovatie (FND haalbaarheidsprojecten),
in kolom 5 ingevoegd ‘3-9 t/m 19-10’ en in kolom 6 ingevoegd: 400.000.
B
In de tabel wordt bij nummer 3.8, Subsidieregeling sterktes in innovatie (FND MKB-innovatieprojecten),
in kolom 5 ingevoegd ‘3-9 t/m 19-10’ en in kolom 6 ingevoegd: 3.000.000.
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
BIJLAGE 5.1 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 5.1
Achtergrond
Het kabinet heeft met het topsectorenbeleid gekozen voor het versterken van de concurrentiekracht
van die sectoren waarin Nederland wereldwijd uitblinkt. Hiermee wordt het groeivermogen
van de Nederlandse economie duurzaam versterkt. De topsector Agri&Food is de stabiele
motor van de Nederlandse economie met een omzet van ca. € 50 miljard en de nummer
2-positie in de wereld qua export. Om de krachtige uitgangspositie verder uit te bouwen,
werken bedrijfsleven uit de gehele agrifood keten, kennisinstellingen en overheid
samen aan kennis en innovatie. De afspraken hierover zijn vastgelegd in het innovatiecontract
van de topsector Agri&Food.
Het innovatiecontract wordt uitgevoerd door het Topconsortium voor Kennis en Innovatie
(TKI) Agri&Food. De topsector Agri&Food wil de ambities realiseren door in de periode
2012–2015 het vraaggestuurde onderzoek & innovatie te versterken en te investeren
in excellente kennis & innovatie op drie strategische kansen voor economische en maatschappelijke
groei:
-
I: Meer met minder door duurzame, innovatieve voedselsystemen. Verduurzaming en ondersteunende
technologische innovatie zijn een 'must' om toekomstige voedseltekorten en aantasting
van de leefomgeving te voorkomen. In Nederlandse context vertaalt dit zich naar het
realiseren van twee maal de toegevoegde waarde met de helft minder input. Een aanpak
waarbij mens, dier en natuur centraal staan.
-
II: Hogere toegevoegde waarde door focus op gezondheid, duurzaamheid, smaak en gemak.
De Agri&Food sector zorgt voor gezond, veilig en lekker eten. Daarmee voorziet zij
in de dagelijkse behoeften van ieder mens. Het vervullen van deze behoeften leidt
tot een hogere bijdrage aan de economie en de volksgezondheid.
-
III: Internationaal leiderschap door bevorderen van export en veiligstellen import grondstoffen
binnen de topsector Agri&Food en daarnaast geïntegreerde systeemoplossingen te exporteren.
Binnen het TKI Agri&Food is er specifieke aandacht voor de versterking van de innovatiekracht
van het MKB. Ten behoeve van de ondersteuning van valorisatie in het agri en food
MKB worden instrumenten uit artikel 5.1 ingezet. Deze instrumenten sluiten direct
aan op de publiek-private samenwerkingsprojecten van het TKI Agri&Food en faciliteren
de eerste fasen van valorisatie in het MKB voordat generieke instrumenten zoals het
Innovatiefonds MKB(+) ondersteuning bieden.
Binnen het innovatiecontract Agri&Food worden diverse innovatiethema’s onderscheiden
die hieronder verder worden beschreven. Binnen deze thema’s worden technische haalbaarheidsstudie,
industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling ondersteund. Ondersteuning vindt
niet plaats voor projecten die al gestart zijn voordat de aanvraag om subsidie is
ingediend.
De innovatiethema’s binnen de hierboven genoemde kansen van de topsector Agri&Food
zijn:
-
– Valorisatie van grondstoffen, zijstromen en dierlijke mest
-
– Resource efficiency
-
o energie en klimaat
-
o bodem, water, mineralen
-
o plantgezondheid
-
o resource efficiency in de keten
-
– Duurzame (import van) grondstoffen voor food en feed
-
– Duurzame veehouderij
-
o diergezondheid
-
o dierenwelzijn
-
o fokkerij
-
– Markt en keteninnovaties
-
– Voeding en Gezondheid
-
o hart- en vaatgezondheid
-
o gewichtsbeheersing
-
o gastro-intestinale gezondheid
-
o mondgezondheid
-
o gezond ouder worden
-
o food, cognition en behaviour
-
– Producttechnologie
-
o sensoriek en voorkeuren
-
o textuur en smaak
-
o structureren van producten, inclusief herformulering (bijv. zout, vet, suiker verlaging)
-
– Voedselveiligheid
-
o risico’s chemische bestanddelen
-
o risico’s allergeniciteit
-
o risico’s micro-organismen
-
o risicomanagement en crisispreventie
-
– Duurzame maaktechnologie
-
– Consument.
TOELICHTING
Met deze wijziging van hoofdstuk 5 van de Subsidieregeling sterktes in innovatie wordt
bijlage 5.1 vervangen door een nieuwe bijlage 5.1, waardoor de subsidiabele kansen
en thema’s op het terrein van het FND-hoofdstuk worden aangepast aan de strategie
van de topsector Agri&Food zoals vastgelegd in het innovatiecontract Agri&Food.
Met de wijziging van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2012 worden de
aanvraagperioden in 2012 en de bijbehorende subsidieplafonds vastgesteld voor FND
haalbaarheidsprojecten en FND MKB-innovatieprojecten.
Achtergrond
Zoals aangegeven in de brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
van 2 april 2012 (Kamerstukken II 2011/12, 32 637, nr. 32) is het van groot belang om te werken aan het verdienvermogen van onze economie.
Dit is de kern van het bedrijvenbeleid, waarbij ondernemers, onderzoekers en de overheid
gezamenlijk aan het stuur zitten en privaatpublieke samenwerking centraal staat. Fundamenteel
en toegepast onderzoek en valorisatie zijn geen aparte werelden, maar versterken elkaar.
Met de uitvoering van het bedrijvenbeleid wordt de voedingsbodem voor innovatief ondernemerschap,
nieuwe producten, diensten en banen gecreëerd. Dit is dé manier om de concurrentiekracht
van Nederland te vergroten.
Onder leiding van de Topteams hebben alle topsectoren een innovatiecontract gesloten.
Via de innovatiecontracten geven bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid samen
vorm aan hun activiteiten in de keten van fundamenteel onderzoek, toegepast onderzoek
en valorisatie.
Het kabinet heeft aan de Topteams gevraagd met voorstellen te komen voor Topconsortia
voor Kennis en Innovatie (TKI’s) waarin, voortbouwend op succesvolle initiatieven,
meerdere partijen vraaggestuurd en structureel samenwerken aan onderzoek en valorisatie
op innovatiethema’s over de gehele keten (nota aan de Tweede Kamer ‘Naar de Top, het
bedrijvenbeleid in actie(s)’ van 13 september 2011; Kamerstukken II 2011/12, 32 637, nr. 15). De TKI’s vormen daarmee het kloppend hart van de innovatiecontracten.
Voor de topsector Agri&Food zijn de afspraken vastgelegd in het innovatiecontract
Agri&Food. Dit innovatiecontract wordt uitgevoerd door het TKI Agri&Food. Binnen het
TKI Agri&Food is er specifieke aandacht voor de versterking van de innovatiekracht
van het MKB. Ten behoeve van de ondersteuning van valorisatie in het MKB in de topsector
Agri&Food is in de hierboven genoemde brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal van 2 april 2012 een pilot opgenomen. Met deze regeling tot wijziging
wordt invulling gegeven aan deze pilot. Ten behoeve van de ondersteuning van valorisatie
in het agri en food MKB worden de instrumenten uit artikel 5.1 ingezet. Deze instrumenten
sluiten direct aan op de privaatpublieke samenwerkingsprojecten van het TKI Agri&Food
en faciliteren de eerste fasen van valorisatie in het MKB voordat generieke instrumenten
zoals het Innovatiefonds MKB(+) ondersteuning bieden.
Staatssteun
Deze regeling past binnen de bestaande ‘Omnibus’-steunregeling N 56/2007 die in 2007
door de Europese Commissie werd goedgekeurd en is aangevuld door steunmaatregel N 312/2008.
Administratieve lasten
De verwachte administratieve lasten van de FND haalbaarheidsprojecten bedragen € 18.660,
dit is 4,67% van het beschikbare subsidiebudget van € 400.000. De verwachte administratieve
lasten van de FND MKB-innovatieprojecten bedragen € 145.440, dit is 4,85% van het
beschikbare subsidiebudget van € 3.000.000.
Vaste verandermomenten
De inwerkingtredingsbepaling wijkt af van het in aanwijzing 174 van de Aanwijzingen
voor de regelgeving inzake vaste verandermomenten neergelegde uitgangspunt. Het betreft
de openstelling van een subsidie waarvoor afwijking op grond van de uitzonderingsgrond,
genoemd in het vierde lid, onderdeel a (de regelgeving heeft een directe relatie met
andere jaarindelingen, zoals het subsidiejaar, en het voorkomt nadelen voor de doelgroepen)
in dit geval is toegestaan.
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
M.J.M. Verhagen.