TOELICHTING
A. Algemeen
De zorgverzekering BES is geregeld in een algemene maatregel van bestuur. Daarin is de bevoegdheid gegeven bij ministeriële
regeling nadere invulling te geven aan de omvang van de zorg en de voorwaarden die aan het inroepen daarvan kunnen worden
gesteld.
Met betrekking tot het aansprakenpakket en de uitvoeringsorganisatie is gezocht naar aanknopingspunten in de aansprakenpakketten
en uitvoering van de bestaande publiekrechtelijke ziektekostenregelingen in de Nederlandse Antillen, afgezet tegen Zvw- en
AWBZ-aanspraken. Uitgangspunt is daarbij, dat wat er niet in het Nederlandse pakket is opgenomen, ook niet in het pakket van
de zorgverzekering BES wordt opgenomen, tenzij zwaarwegende argumenten als bijvoorbeeld het volksgezondheidsbelang vooralsnog
anders rechtvaardigen.
Bij de omschrijving van de aanspraken is er, vanwege de wezenlijk met Nederland verschillende zorg- en marktomstandigheden
voor gekozen, de formulering van de aanspraken in beginsel niet naar Zvw-model (functioneel) te omschrijven, omdat functionele
omschrijvingen bij het ontbreken van marktwerking geen zin hebben. Wat de formulering betreft is op hoofdlijnen aangesloten
bij het model van de Ziekenfondswet, die tussen 1964 en 2006 in Nederland heeft bestaan. Net zoals in de regelgeving van de
voormalige Ziekenfondswet en de huidige AWBZ is wat de omschrijving van de aanspraken betreft, gekozen voor getrapte regelgeving.
Dat betekent dat het verzekerde risico (de behoefte aan bepaalde vormen van zorg of met die zorg verband houdende diensten
als verpleging, verzorging, verblijf en vervoer in algemene termen in het Besluit zorgverzekering BES is opgenomen. De nadere
afbakening en de voorwaarden waaronder de zorg ter voorkoming van overmatige, onnodige, en niet-efficiënte zorgconsumptie,
dient te worden ingeroepen, is neergelegd de onderhavige (ministeriële) Regeling aanspraken zorgverzekering BES. Indien nog een verdere uitwerking van de voorwaarden en indicaties waaronder
die aanspraken kunnen worden verleend noodzakelijk was, is deze neergelegd in een bijlage die van de regeling deel uitmaakt.
Op onderdelen kan de samenstelling van het aansprakenpakket vooralsnog afwijken van de aanspraken zoals die in Nederland
gelden. Dat kan het gevolg zijn van verschillen in gezondheidssituatie tussen de Nederlandse en de Antilliaanse bevolking
(relatief hoog percentage chronisch zieken, obesitas, babysterfte), verschillen in de infrastructuur van de gezondheidszorg
en de geringe omvang, gekoppeld aan het relatief hoge risico, van de verzekeringsmarkt, waardoor de commerciële verzekeringsmaatschappijen
het vooralsnog niet interessant vinden om aanvullende verzekeringen op de BES-eilanden aan te bieden. Bij de besluitvorming
over het aansprakenpakket heb ik mij mede laten leiden door de adviezen die hierover van het Zorgverzekeringskantoor BES zijn
ontvangen.
Het Besluit Zorgverzekering BES, waarop deze regeling is gebaseerd, voorziet in de mogelijkheid van de invoering van eigen
bijdragen, zowel voor de curatieve zorg, als voor de langdurige zorg. Van deze grondslag wordt echter bij de introductie van
de zorgverzekering BES bij de curatieve zorg vooralsnog in beginsel geen gebruik gemaakt. Wel wordt in de periode van de eerste
twee jaar na de invoering van de zorgverzekering BES de optie van de invoering van eigen bijdragen nader verkend. Waar op
de BES-eilanden in het kader van de uitvoering van de Algemene Verzekering Bijzondere Ziektekosten eigen betalingen golden,
worden deze in beginsel ook opgelegd voor de langdurige zorg met verblijf bedoeld in artikel 6, onderdeel k, van het Besluit.
Omdat de onderhavige Regeling aanspraken zorgverzekering BES is geënt op de (jarenlang gefunctioneerd hebbende) voormalige
ziekenfondsregelgeving en de huidige AWBZ-regelgeving, zal ik niet voorzien in een uitgebreide artikelsgewijze toelichting
van deze regeling met bijlage. Wanneer een aanspraak vooralsnog afwijkt van de aanspraak op zorg zoals deze in Nederland geldt,
wordt hieraan in deze toelichting wel aandacht geschonken. In onderdeel B, Bijzonderheden, hieronder worden de bijzonderheden
van de regeling nader toegelicht.
B. Bijzonderheden
Hoofdstuk 1. Aanspraken als bedoeld in artikel 6, tweede en derde lid, van het Besluit zorgverzekering BES
Artikelen 1.1.2 en 1.1.3 (algemene bepalingen)
Artikel 1.1.2
In artikel 1.1.2 van de regeling is aangegeven dat de aard en omvang van de zorg mede afhankelijk is van de beschikbaarheid
daarvan op de BES-eilanden. Deze kan per zorgvorm en per eiland verschillen. Daarnaast dient te zorg te voldoen aan het zogeheten
gebruikelijkheidscriterium.
Artikel 1.1.3
Voor het verkrijgen van een verstrekking is in een aantal in de regeling opgenomen bepalingen de voorafgaande toestemming
van het Zorgverzekeringskantoor BES vereist. Dat is een (administratieve) belasting zowel voor het Zorgverzekeringskantoor
als voor de betrokken zorgaanbieder en de verzekerde. Op de BES-eilanden wordt gestreefd naar het zoveel mogelijk verantwoordelijkheid
neerleggen bij de zorgprofessional. Uiteraard moet het wel toetsbaar zijn of deze handelt volgens het gebruikelijkheidscriterium.
Invulling van dat criterium vindt in het algemeen plaats door het werken volgens protocollen en richtlijnen en het achteraf
toetsen daarvan. Als een zorgaanbieder werkt volgens afgesproken protocollen en richtlijnen en instemt met toetsing achteraf,
worden zijn beslissingen door het Zorgverzekeringskantoor BES voor juist aangenomen, tenzij uit toetsing achteraf het tegendeel
blijkt. De toetsing kan worden uitgevoerd door het Zorgverzekeringskantoor BES zelf, dan wel in zijn opdracht door derden,
zoals een door zorgaanbieders en Zorgverzekeringskantoor BES aan te wijzen toetsingscommissie.
Artikel 1.2.1 (huisartsenzorg)
In artikel 1.2.1 is de aanspraak op huisartsenzorg nader omschreven.
In Nederland is er om logistieke redenen voor een aparte regeling van de griepvaccinatie gekozen. Aansluitend bij de gewenste
regeling op de BES, is er hiervoor gekozen de griepvaccinatie gewoon als onderdeel van de aanspraak op huisartsenzorg te laten
en daar niet van uit te sluiten. Het vaccin zelf valt onder de in deze regeling geregelde farmaceutische zorg.
Artikel 1.2.2 (eerstelijnspsychologische zorg)
In deze bepaling is de eerstelijnspsycholgische zorg omschreven.
Artikelen 1.3.1. tot en met 1.3.19 (medisch specialistische zorg)
In de artikelen 1.3.1 tot en met 1.3.9 is de aanspraak op medisch-specialistische zorg nader uitgewerkt. De medisch specialistische
zorg omvat ook de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg. De aanspraak op in-vitrofertilisatie omvat, net als in Nederland
drie pogingen.
Artikel 1.3.1 betreft de algemene omschrijving van deze zorg. De artikelen 1.3.2 tot en met 1.3.9 bevatten verbijzonderingen.
Artikel 1.3.2 beschrijft de plastisch-chirurgische behandelingen die wel en die niet onder de aanspraak vallen. Conform de
Nederlandse aanspraken is ook in het BES-pakket een aantal plastisch-chirurgische behandelingen uitgesloten, waaronder sterilisatie
bij mannelijke en vrouwelijke verzekerden.
Artikel 1.3.3 regelt de vergoedingen bij transplantaties van weefsels en organen ten behoeve van de donor, terwijl in artikel
1.3.4 de aanspraak op plastisch-chirurgische behandelingen is omschreven.
In artikel 1.3.4 is het recht op een second opinon apart omschreven.
Artikel 1.3.6 omschrijft de erfelijkheidsadvisering die onder de zorgverzekering BES valt. De omschrijving is ontleend aan
de omschrijving zoals die bij de ziekenfondsverzekering werd gehanteerd.
Artikel 1.3.7 betreft de niet-klinische haemodialyse door een dialysecentrum.
De aanspraak maakt deel uit van het Nederlandse basispakket, alsmede van de ziektekostenverzekeringen die op de BES van toepassing
waren. De aanspraak voor de zorgverzekering BES is gebaseerd op het voormalige Besluit niet-klinische haemodialyse ziekenfondsverzekering.
Omdat dialyse thuis (nog) niet mogelijk is op de BES-eilanden, is thuisdialyse niet als aanspraak opgenomen.
Artikel 1.3.8 regelt de aanspraak op chronisch intermitterende beademing. De aanspraak maakt deel uit van het Nederlandse
basispakket, alsmede van de ziektekostenverzekeringen die op de BES van toepassing waren. De omschrijving van de zorgverzekering
BES is ontleend aan het voormalige Besluit niet-klinische haemodialyse ziekenfondsverzekering.
Artikel 1.3.9 regelt de aanspraak hulp door een trombosedienst. De aanspraak maakt deel uit van het Nederlandse basispakket,
alsmede van de ziektekostenverzekeringen die op de BES van toepassing waren. De omschrijving van de aanspraak voor de zorgverzekering
BES is ontleend aan het voormalige Besluit hulpverlening door trombosediensten ziekenfondsverzekering.
Artikel 1.3.10 van de regeling regelt de vergoeding van UVB lichttherapie. Deze behandeling is in het Nederlandse basispakket
opgenomen, maar niet in het aansprakenpakket van de ziektekostenregelingen die op de BES hebben gegolden. Het Zorgverzekeringskantoor
BES adviseert de opneming van deze aanspraak in het pakket, in verband met de aansluiting op het Nederlandse. Ik heb daarin
bewilligd voor zover het betreft medisch noodzakelijke lichttherapie.
Artikel 1.3.11 (ziekenhuiszorg)
In artikel 1.3.11 is de aanspraak op opneming in een ziekenhuis geregeld. Zowel om budgettaire redenen als om redenen van
gelijke behandeling is ervoor gekozen de aanspraak te beperken tot opneming en verpleging in de derde klasse van een ziekenhuis.
Weliswaar was voor de inwerkingtreding van het besluit een aantal groepen van de bevolking verzekerd voor een hogere klasse,
maar een dergelijke aanspraak voor de gehele bevolking van de BES-eilanden kan niet worden gerealiseerd, alleen al vanwege
het geringe zorgaanbod van ‘klasse-kamers’. Er wordt wel gestreefd naar een verbetering van de behuizing in de derde klasse.
Daartoe is in de aanspraak opgenomen dat de derde klasse dient te zijn voorzien van een afdoende klimaatbeheersings- en insectenweringssysteem.
Dat houdt in dat er in de verpleegruimte ten minste een regelbare airco aanwezig is alsmede een horsysteem.
Onder de ziekenfondsregelgeving was de vergoeding voor ziekenhuiszorg in Nederland beperkt tot opneming in de laagste (derde)
klasse. Gelet op de verantwoordelijkheid van zorgverzekeraars voor de doelmatigheid van de te verzekeren zorg is deze bepaling
niet op grond van de Zvw getroffen.
Erop gelet dat het merendeel van de verpleegruimten in Nederland bestaat uit ‘derde-klasse’ ruimten is er geen reden om voor
de BES-eilanden verpleging in een hogere dan de derde klasse als algemeen geldende aanspraak in het pakket op te nemen. Indien
het evenwel medisch noodzakelijk is dat een verzekerde wordt verpleegd in een klassekamer, is de aanspraak daarop aangepast.
Onder de opneming in een ziekenhuis valt ook de opname in een psychiatrisch ziekenhuis. Omdat er op de BES geen sprake is
van twee verzekeringen zoals in Nederland is het verblijf in deze bepaling niet beperkt tot 365 dagen. In Nederland valt immers
het eerste jaar onder de zorgverzekering en het verdere verblijf onder de AWBZ-verzekering.
Artikelen 1.4.1 tot en met 1.4.7 (paramedische zorg)
In de artikelen 1.4.1 en tot en met 1.4.2 is de aanspraak op paramedische zorg nader omschreven. Paramedische hulp maakt deel
uit van de ziektekostenregelingen op de BES.
De inhoud en omvang van de Voor verzekerden vanaf de leeftijd van 18 jaar komt fysiotherapie en oefentherapie alleen ten laste
van de verzekering indien er sprake van behandeling van bepaalde aandoeningen. De eerste negen behandelingen bij die aandoeningen
komen voor deze verzekerden niet voor rekening van de verzekering.
De inhoud en omvang van de fysiotherapie, oefentherapie, logopedie, ergotherapie en dieetadvisering waarop aanspraak bestaat
komt overeen met hetgeen in Nederland onder de zorgverzekering valt. Er zijn twee uitzonderingen. Ingeval van fysiotherapie
en oefentherapie voor de behandeling van chronische aandoeningen komen de eerste negen behandelingen niet voor rekening van
de BES-verzekering, terwijl dat er in Nederland twaalf zijn. Daarnaast is voor het jaar 2011 geregeld dat verzekerden van
18 jaar en ouder tevens recht hebben op negen behandelingen fysiotherapie en oefentherapie anders dan geregeld in de artikel
1.4.2. Dit overgangsrecht is geregeld in artikel 4.1.
Artikel 1.4.4 van de regeling voorziet in vergoeding van podotherapie en podozolen. Deze maakten deel uit van de ziektekostenregelingen
op de BES, maar is niet voorzien in het Nederlandse basispakket. In Nederland is het wel mogelijk zich hiervoor aanvullend
te verzekeren, op de BES niet. Ik heb daarom besloten deze behandelingen vooralsnog als aanspraak in de zorgverzekering BES
op te nemen.
Artikel 1.4.5 voorziet in vergoeding van medisch pedicuren in verband met diabetische voet. Deze behandeling maakt geen deel
uit van het Nederlandse basispakket, noch maakte deze deel uit van de ziektekostenregelingen op de BES. In verband met het
in vergelijking met Nederland (3,4% van de bevolking) hoge percentage diabeten op de BES (7% op Bonaire, 12% op St. Eustatius
en 7% op Saba), in combinatie met het ontbreken van de mogelijkheid van aanvullende verzekering, heb ik besloten deze behandeling
vooralsnog als aanspraak in het verstrekkingenpakket van de zorgverzekering BES op te nemen.
Behandeling door een pedicure of podotherapeut in verband met diabetische voet maakt net als in Nederland onderdeel uit van
de medisch specialistische zorg en valt dus ook onder de aanspraken.
Voor de duidelijkheid is in artikel 1.4.6 geregeld dat chiropraktie en ontharing niet onder de BES-verzekering valt. Dat is
ook in Nederland zo.
Artikelen 1.5.1 en 1.5.2 (tandheelkundige zorg)
Artikel 1.5.1 voorziet in een omschrijving van de aanspraak op tandheelkundige zorg. De aanspraken uit de ziektekostenverzekeringen
op de BES verschilden sterk: van vrijwel niets voor de regelingen die werden uitgevoerd door de SVB en het Fonds Ziektekostenverzekering
overheidsgepensioneerden, tot relatief uitgebreid in de regelingen uitgevoerd door BZV en Saba Health Care. Hoewel de in het
algemeen slechte conditie van de gebitten op de BES-eilanden het zou rechtvaardigen de aanspraak op tandheelkundige zorg ook
voor volwassenen open te stellen, heb ik besloten dat niet te doen en de aanspraak conform de Nederlandse situatie te beperken
tot uitgebreide tandheelkundige hulp voor jongeren. Wel is in afwijking met de regeling in Nederland vooralsnog voor volwassenen
geregeld dat er aanspraak bestaat op eenmalige sanering van het gebit (artikel 4.1). Het derde lid betreft de zogenoemde bijzondere
tandheelkunde die noodzakelijk is bij bijzondere tandheelkundige aandoeningen zoals schisis of vergelijkbare zeer ernstige
afwijkingen of die noodzakelijk is in verband met een lichamelijke of geestelijke handicap. Voorwaarde voor die extra zorg
is dat de verzekerde zonder die zorg geen tandheelkundige functie kan behouden of verwerven, gelijkwaardig aan die welke hij
zou hebben gehad als de aandoening zich niet zou hebben voorgedaan én het Zorgverzekeringskantoor vooraf toestemming heeft
gegeven.
Artikelen 1.6.1 en 1.6.2 (farmaceutische zorg)
De artikelen 1.6.1 tot en met 1.6.2 omschrijven de aanspraak op farmaceutische zorg en de voorwaarden daarvoor.
De kosten van de huidige farmaceutische zorg op de BES-eilanden en met name op Bonaire, zijn in vergelijking tot Nederland,
zeer hoog, met name omdat men nu verplicht is duur in te kopen op Curaçao. Nu de BES-eilanden deel uitmaken van Nederland
kan dat niet worden aanvaard. Het doelmatigheidsaspect vraagt – gezien de geringe schaalgrootte en de geografische spreiding
– om herinrichting van de onder farmaceutische zorg te leveren prestaties. Daarom wordt de farmaceutische zorg heringericht.
De aanspraak op geneesmiddelen wordt nader ingevuld in een door het Zorgverzekeringskantoor BES vast te stellen formularium.
Daamee is de toegankelijkheid gewaarborgd van farmaceutische zorg, die effectief en veilig is en tegen een voor de BES omstandigheden
aanvaardbare prijs doelmatig kan worden gebruikt. Op geleide van de voortgang van deze herinrichting is de nadere invulling
van de aanspraak op een administratief zo eenvoudig en transparant mogelijk manier geregeld.
Anticonceptiva (waaronder voor de toepassing van deze bepaling worden verstaan pil, prikpil en morningafter-pil) worden conform
de aanspraak in Nederland, verstrekt voor verzekerden jonger dan 21 jaar.
Geneesmiddelen die zonder recept verkrijgbaar zijn vallen niet onder de aanspraak. Indien evenwel de verstrekking daarvan
medisch noodzakelijk is kan daarvan worden afgeweken bij een protocol dat is overeengekomen tussen de desbetreffende zorgverlener
en het Zorgverzekeringskantoor BES.
Het Hoofd Zorgverzekeringskantoor BES kan op basis van artikel 1.6.2. bij protocol overeenkomen dat om redenen van doelmatigheid
herhalingsrecepten zijn toegestaan.
Artikelen 1.7.1 tot en met 1.7.30 (hulpmiddelenzorg)
De artikelen 1.7.1. tot en met 1.7.30 regelen de aanspraak van de verzekerden op hulpmiddelenzorg. Hierbij is aangesloten
bij het aansprakenregime van de Zvw, met dien verstande dat niet is overgenomen de globalere omschrijvingen die sinds 1 januari
2006 voor bepaalde hulpmiddelen op grond van de Zvw zijn ingevoerd en die als aangrijpingspunt de te corrigeren aandoening/handicap
hebben.
Artikelen 1.8.1 (verloskundige zorg)
In artikelen 1.8.1. is de aanspraak op verloskundige zorg geregeld.
Ingevolge de ziektekostenregelingen die op de BES van toepassing waren omvatte de aanspraak drie ligdagen in het ziekenhuis
na de bevalling, tenzij op medische indicatie een langer verblijf nodig is. Ik heb besloten hier het BES-pakket aan te houden.
Artikelen 1.9.1 en 1.9.2 (kraamzorg)
De artikelen 1.9.1 en 1.9.2 regelen de aanspraak op kraamzorg. In artikel 1.9.2 van de regeling is voorzien in een vergoeding
van de kosten van het kraampakket en van een lactatiekundige op verwijzing van een verloskundige of consultatiebureau. Beide
behandelingen maken geen deel uit van het Nederlandse basispakket en ook niet van het aansprakenpakket ingevolge de ziektekostenregelingen
die op de BES van toepassing waren. Met het oog op het beleid van het terugdringen van de relatief hoge babysterfte en de
onmogelijkheid vooralsnog tot het sluiten van een aanvullende verzekering op de BES, heb ik besloten vooralsnog deze verstrekkingen
in het aansprakenpakket op te nemen.
Artikelen 1.10.1 tot en met 1.10.8 (ziekenvervoer)
In de artikelen 1.10.1 tot en met 1.10.8 is de aanspraak op ziekenvervoer geregeld. De omschrijving van de aanspraken komen
op hoofdpunten overeen met die van de Nederlandse zorgverzekering. In verband met de bijzondere omstandigheden op de BES (kleine
eilanden, een niet goed ontwikkelde medische infrastructuur) is in artikel 1.10.7 van de regeling voorzien dat ambulancevervoer
mede vervoer per air-ambulance in noodgevallen inhoudt. Voor ziekenvervoer wordt vooralsnog geen eigen bijdragen opgelegd.
In het jaar na invoering van het besluit wordt bezien of eigen betalingen wordt onderzocht of een eigen bijdrage zinvol is
en zo ja, tot welk bedrag. Het is niet de bedoeling om voor ambulancevervoer of voor medische uitzendingen een eigen bijdrage
te gaan in voeren.
Artikel 1.11.1 (repatriëring overleden verzekerden)
In dit artikel wordt specifiek voor de BES geregeld dat de nabestaanden van een verzekerde die tijdens een medische uitzending
buiten zijn wooneiland is overleden, recht hebben op een vergoeding van de kosten van repatriëring van het stoffelijk overschot.
Artikelen 1.12.1 tot en met 1.12.6 (langdurige zorg)
In deze artikelen wordt de aanspraak op langdurige zorg geregeld en nader uitgewerkt. De inhoud en omvang komt overeen met
de aanspraken op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten is geregeld. Gekozen is voor een voorzieningsgerichte omschrijving
van de zorg.
In artikel 1.12.1 is zowel de extramurale zorg als de intramurale zorg omschreven. Bij de extramurale zorg gaat het om persoonlijke
verzorging, verpleging of begeleiding die geleverd kan worden door een thuiszorginstelling, verzorgingshuis, verpleeghuis
of een instelling voor gehandicapten afhankelijk van de afspraken die het Zorgverzekeringskantoor BES met de instellingen
maakt.
Daarnaast bestaat aanspraak op opname en verder verblijf in een verzorgingshuis, verpleeghuis of instelling voor gehandicapten.
Voor wat betreft de eigen bijdrage bij verblijf is aangesloten bij de bestaande regeling daarvoor in de voormalige Algemene
Verzekering Bijzondere Ziektekosten, zij het dat in de onderhavige regeling is voorzien in een uitzondering van de eigen bijdrage
indien de verzekerde een achterbeleven partner of gezinsleden heeft die van het ouderdomspensioen afhankelijk zijn.
Artikel 1.12.3 (de indicatiecommissie)
Artikel 1.12.3 regelt de instelling, samenstelling en taken van een indicatiecommissie die door het Hoofd Zorgverzekeringskantoor
BES kan worden ingesteld. Deze heeft ten doel de vorm van langdurige zorg aan te wijzen waaraan de verzekerde gelet op de
situatie waarin hij verkeert, behoefte heeft.
Artikelen 1.13.1 tot en met 1.13.4 (medische uitzendingen)
Veel zorg is op het moment van inwerkingtreding van de zorgverzekering BES niet op de eilanden zelf aanwezig. Daarom vinden
er veelvuldig medische uitzendingen plaats.
Artikel 1.13.1 regelt de voorwaarden waaronder medische uitzendingen kunnen plaatsvinden. Reis- en verblijfskosten van een
verzekerde, alsmede, indien de reis voor de verzekerde vanwege zijn leeftijd of gezondheidssituatie begeleiding vereist, van
in beginsel één begeleider, worden vergoed.
Het begrip medisch centrum omvat mede dialyse centra en audiologische centra.
Het Zorgverzekeringskantoor BES kan in beginsel de daarvoor in aanmerking komende zorgaanbieders buiten de BES contracteren.
Deze contracten dienen dan wel te voldoen aan de bepalingen van artikel 8 van het besluit. Als dat niet mogelijk is en de
verwijzing is wel medisch noodzakelijk vergoedt het Zorgverzekeringskantoor BES de in rekening gebrachte kosten.
Het Zorgverzekeringskantoor BES dient in beginsel vooraf toestemming te worden gevraagd. Dat is niet nodig als gewerkt wordt
volgens protocol en de betrokkene wordt verwezen naar een zorgaanbieder met wie of waarmee een overeenkomst is gesloten.
De kosten van medische uitzendingen zullen op termijn beperkt kunnen worden. Het is de bedoeling dat de zorg waar mogelijk
op de eilanden zelf gerealiseerd gaat worden. De medische infrastructuur zal daartoe worden verbeterd.
Artikel 1.13.2 betreft medische uitzending in verband met langdurige medische zorg. Weliswaar heeft een verzekerde in beginsel
slechts recht op zorg indien deze ook beschikbaar is in het wooneiland, maar in gevallen waarin de zorg die als aanspraak
is opgenomen in de regeling wel noodzakelijk maar niet aanwezig is, kan het aangewezen zijn dat de verzekerde hiervoor naar
buiten zijn wooneiland wordt verwezen. Dan kan zich een probleem voordoen met de voortzetting van zijn verzekering. Immers,
in beginsel wordt een persoon die buiten de BES wordt opgenomen in een instelling voor langdurige medische zorg, geacht zijn
woonplaats daarheen te hebben verplaatst. Gevolg daarvan zou zijn dat hij zonder nadere regeling niet langer zou zijn verzekerd
voor de zorgverzekering BES. Dat zou een ongewenst en niet beoogd gevolg zijn van de medische uitzending. Daarom is voorzien
in handhaving van de verzekering in geval er wel een instelling op het wooneiland aanwezig is, maar geen plaats beschikbaar
heeft, of in gevallen waarin in het geheel geen instelling aanwezig is die de zorg kan verlenen.
Artikel 1.13.3 regelt in welke gevallen een vergoeding van de kosten van begeleiding kan worden verleend, terwijl artikel
1.13.4 regelt welke bijkomende kosten verband houdend met de medische uitzending worden vergoed.
Artikel 1.14.1 (vergoeding van kosten buiten de BES anders dan in geval van medische uitzending)
In artikel 1.14.1 wordt voorzien in een mogelijkheid van vergoeding van kosten die door een verzekerde tijdens een tijdelijk
verblijf buiten de BES zijn gemaakt in verband met onmiddellijk noodzakelijke medische zorg. De vergoeding wordt gebaseerd
op het tarief dat voor die zorg op de BES geldt. Eventuele meerkosten komen dus voor rekening van de verzekerde zelf. Het
sluiten van een reisverzekering voor vertrek is daarom aan te bevelen.
Hoofdstuk 2. Nadere regelingen betreffende de inhoud en prijs van overeenkomsten en vergoeding van kosten van zorg in bijzondere
omstandigheden
Artikel 2.1 (vaststellen vergoedingsbedragen)
De taak de bedragen vast te stellen voor de vergoeding van zorg die ingevolge de zorgverzekering BES kan worden verleend,
is opgedragen aan het Zorgverzekeringskantoor BES. De vergoedingsbedragen komen in beginsel in onderhandeling tussen het Zorgverzekeringskantoor
BES over de overeenkomsten, tot stand. Indien het niet mogelijk is met zorgaanbieders hierover tot overeenstemming te komen,
kan het Zorgverzekeringskantoor BES een maximumvergoedingsbedrag vaststellen. Het Zorgverzekeringskantoor BES kan onderscheid
maken in zijn vergoedingsbedragen, afhankelijk van de kwaliteit van de zorgaanbieder. Het Zorgverzekeringskantoor BES gaat
bij het vaststellen van de beloningsstructuur uit van drie componenten: abonnement, kwaliteit en productie.
De zorgaanbieder die alleen wil presteren tegen een hogere vergoeding dat het Zorgverzekeringskantoor BES bereid is te betalen
krijgt geen overeenkomst. Indien maximumvergoedingstarieven worden vastgesteld door het Zorgverzekeringskantoor BES behoeven
deze de goedkeuring van de minister.
Het jaar 2011 zal worden beschouwd als overgangsjaar.
Artikel 2.2 (kostenvergoeding voor niet-gecontracteerde zorg binnen de BES-eilanden)
In artikel 2.2 van de regeling wordt geregeld dat wanneer een verzekerde toestemming krijgt zich te wenden tot een niet-gecontracteerde
zorgaanbieder binnen de BES, de vergoeding wordt gemaximeerd tot bedragen die in de BES passend zijn te achten, gelet op wat
met wel gecontracteerde zorgaanbieders is overeengekomen, dan wel passend gelet op de op de BES geldende salarissen en beloningsstructuren.
In geval voor die behandeling toestemming wordt verkregen wordt ook het noodzakelijke vervoer vergoed overeenkomstig de daaraan
gestelde bepalingen. Eventueel verschuldigde eigen betalingen worden op de vergoeding in mindering gebracht.
Artikel 2.3 (vergoeding voor zorg buiten de BES)
In artikel 2.3 van de regeling wordt geregeld in welke gevallen door het Zorgverzekeringskantoor BES vergoeding kan worden
verleend voor zorg die is ingeroepen door een verzekerde buiten de BES. Daarbij is de vergoeding aan een maximum tijdsduur
gebonden, behoudens wanneer de verzekerde en zijn eventuele gezinsleden buiten de BES verblijven in verband met het werk van
de verzekerde. Behalve indien sprake is van medische uitzending is de vergoeding gemaximeerd tot het tarief dat gebruikelijk
is op de BES.
Doel van dit artikel is te voorkomen dat de kosten van de zorgverzekering BES door de mogelijkheden om ook buiten de BES zorg
te krijgen, uit de hand lopen. Daarnaast wordt hiermee het voorkomen van oneigenlijk gebruik beoogd, alsmede het behoud van
een controlemogelijkheid op de kosten.
Het gaat bij de toepassing van dit artikel om geïndiceerde zorg, waarvan de vergoeding is gemaximeerd tot de op de BES gebruikelijke
tarieven.
Hoofdstuk 3. Toepassing artikel 18 van het Besluit en artikel 3.1 van de regeling.
In artikel 18 van het besluit is geregeld dat met betrekking tot de ontwikkeling van de zorg en de zorgverlening nadere regels
kunnen worden gesteld. In artikel 3.1 is daartoe geregeld dat het Zorgverzekeringskantoor BES indien zulks mogelijk en doelmatig
is, de ontwikkeling stimuleert van vormen van zorg die wel een aanspraak zijn maar die nog niet op één of meer van de BES-eilanden
beschikbaar zijn. Dit mede tegen de achtergrond van artikel 6, zevende lid, van het Besluit, op grond waarvan de aanspraken
op zorg in beginsel slechts geldend worden gemaakt voor zover de zorg in redelijkheid ook geboden kan worden. Deze bepaling
laat uiteraard onverlet dat wanneer bepaalde, medisch noodzakelijke zorg niet op het eiland aanwezig is, betrokkene voor een
medische uitzending in aanmerking kan komen.
Hoofdstuk 4. Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 4.1
In artikel 4.1. is in verband met de tandheelkundige mondsituatie op de BES voorzien dat vooralsnog voor volwassenen aanspraak
bestaat op een eenmalige sanering van het gebit met behulp van röntgenfoto’s, anesthesie, restauratie van gebitselementen
met plastische materialen en extracties. Daarna moet men in staat worden geacht het gebit zodanig goed te verzorgen dat men
verdere tandheelkundige controles en behandelingen, behoudens zeer bijzondere medische situaties, zelf kan bekostigen. Omdat
het naar verwachting niet zal lukken iedereen binnen een jaar te saneren is deze overgangsbepaling niet beperkt tot een jaar.
Daarnaast is ten behoeve van de jeugdigen voorzien in handhaving vooralsnog van de regeling voor orthodontie zoals deze voor
1 januari 2011 bestond voor een deel van de verzekerden.
Artikel 4.2
Bij wijze van overgangsrecht is geregeld dat in het jaar 2011 aanspraak bestaat op:
a. brillen en contactlenzen anders dan bedoeld in artikel 1.7.10, tot een bedrag van maximaal $ 170 per twee kalenderjaren voor
verzekerden vanaf 18 jaar, en van maximaal hetzelfde bedrag per kalenderjaar voor verzekerden jonger dan achttien jaar;
b. voor verzekerden van 18 jaar en ouder negen behandelingen fysiotherapie en oefentherapie anders dan de behandelingen, bedoeld
in artikel 1.4.2.
Gedurende het overgangsjaar zullen de mogelijkheden worden verkend voor een eventuele aanvullende verzekering waarin deze
voorzieningen een plaats kunnen krijgen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers.