TOELICHTING
Algemeen
1. Aanleiding voor en doel van de subsidie
De stichting TeamAlert is een verkeersveiligheidsorganisatie voor en door jongeren. De stichting heeft tot nu toe op incidentele
grondslag subsidie ontvangen. Omdat de maximale termijn voor incidentele subsidieverlening is verstreken, voorziet deze regeling
erin meerjarig subsidiegelden aan de stichting TeamAlert te kunnen (blijven) verstrekken.
TeamAlert is in 2000 op initiatief van de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat opgericht om het bewustzijn van jongeren
ten aanzien van hun kwetsbare positie in het verkeer te vergroten en zo hun verkeersveiligheid te verbeteren. TeamAlert bestaat
uit een kleine vaste kern en een grote pool van betrokken jongeren. De doelgroep van TeamAlert bestaat uit jongeren van 12
tot en met 24 jaar. De afgelopen tien jaar heeft TeamAlert zich ontwikkeld tot een serieuze partner op het gebied van verkeersveiligheid,
niet alleen voor het Rijk maar ook voor decentrale overheden.
De activiteiten van TeamAlert richten zich vooral op educatieve projecten en voorlichtingscampagnes gericht op beïnvloeding
van risicoperceptie en mentaliteit van de doelgroep. Zo heeft TeamAlert de afgelopen jaren een aantal activiteiten ontwikkeld
waarbij jongeren bijvoorbeeld door middel van een debat op basis van stellingen, theatersport of het maken van een film, aan
het denken werden gezet over risicogedrag in het verkeer en hun eigen bijdrage hieraan. Voorbeelden van voorlichtingscampagnes
zijn de fietsacties in de maand september in studentensteden, Bob-acties in discotheken, uitgaanscentra in binnensteden en
sportkantines, de op drugs en verkeer gerichte campagne de Witte Waas op festivals en dancefeesten en een campagne gericht
op scooterrijden. Bij alle activiteiten van TeamAlert staan centraal de uitgangspunten één op één communicatie (zowel offline
als online), positieve benadering, humor en originaliteit.
De Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat geeft de mogelijkheid om bij ministeriële regeling subsidies te verstrekken voor
activiteiten die passen in het verkeer- en vervoerbeleid. Deze wet vormt de wettelijke basis voor de onderhavige regeling.
Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu acht het wenselijk TeamAlert jaarlijks te subsidiëren omdat het borgen van het
publieke belang van duurzame verkeersveiligheid voor jongeren een groot maatschappelijk nut dient en deze organisatie daartoe
is ingericht. Wel vindt vanwege de subsidietaakstelling in het Regeerakkoord een korting plaats op de hoogte van het subsidieplafond.
Voor 2012 bedraagt deze 0%, voor 2013 5%, voor 2014 15% en voor 2015 25%.
TeamAlert verricht voor wat betreft de gesubsidieerde activiteiten geen economische activiteiten in concurrentie met derden
(dat wil zeggen het aanbieden van goederen en diensten op de markt) en is voorts goed geëquipeerd om de activiteiten, bedoeld
in artikel 2, eerste lid, uit te voeren, activiteiten die zonder een onafhankelijke organisatie als TeamAlert ook niet door
de markt uitgevoerd zouden worden. Het gaat hierbij dus niet om een relatie tussen het rijk als opdrachtgever en TeamAlert
als opdrachtnemer.
In het geval TeamAlert opdrachten aan derden verleent, dienen de aanbestedingsregels te worden gerespecteerd.
De subsidie stelt de organisatie van TeamAlert in staat om de belangrijkste pijlers van de stichting – educatie en voorlichting
– te kunnen blijven continueren. Het beoogde effect is bewustwording creëren bij jongeren over hun eigen verantwoordelijkheid
in het verkeer. Bij educatie ligt de focus op langdurige contactmomenten met leerlingen, bij voorlichting worden jongeren
bereikt via diverse kanalen en met verschillende vervoersmiddelen als thema. Alle activiteiten staan het teken van inhoudelijke
en organisatorische doorontwikkeling. Zo worden jongeren als kwetsbare groep in het verkeer op een aansprekende en doeltreffende
manier bereikt en wordt het aantal verkeersslachtoffers onder jongeren verminderd.
De afdelingen 4.2.1 tot en met 4.2.7 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) zijn van rechtswege van toepassing op
de subsidieverstrekking. De wet geeft de mogelijkheid ook afdeling 4.2.8 van toepassing te verklaren op per boekjaar verstrekte
subsidies. Dit is in artikel 3 gebeurd. Omdat TeamAlert zijn inkomsten in overwegende mate ontleent aan de onderhavige subsidie,
is ook artikel 4:76 van overeenkomstige toepassing verklaard. Dit artikel heeft betrekking op de inhoud van het financieel
verslag.
2. Aanwijzingen voor subsidieverstrekking en risicoanalyse
De op 1 januari 2010 inwerking getreden Aanwijzingen voor subsidieverstrekking zijn in de onderhavige regeling geïmplementeerd.
Het doel van deze aanwijzingen is om de uitvoerings- en administratieve lasten van subsidies te reduceren. Het gaat om vereenvoudiging
van voorwaarden en procedures van de uitvoerings- en verantwoordingseisen. Voortgangsrapportages mogen bijvoorbeeld niet meer
worden gevraagd van activiteiten waarvan de uitvoering korter dan twaalf maanden is.
De subsidieregeling is tevens getoetst aan de uitkomsten van de risicoanalyse die ingevolge aanwijzing 20 van de Aanwijzingen
voor subsidieverstrekking verplicht is. In deze analyse is aanbevolen te komen tot een transparante tariefstelling door een
andere systematiek van kostprijsberekening, toezending van een financieel jaarverslag teneinde beter te kunnen beoordelen
of overheadkosten niet tweemaal worden gedekt en controle door een registeraccountant middels een controleprotocol. Teneinde
economische activiteiten te voorkomen wordt aanbevolen een gescheiden boekhouding te voeren in verband met andere, niet gesubsidieerde
activiteiten.
De risico’s zijn volgens de risicoanalyse laag tot gemiddeld. Omdat verantwoording wenselijk is, zowel inhoudelijk als financieel,
is gekozen voor arrangement 3 van aanwijzing 19. Dit heeft geleid tot een ander systeem van kostentoerekening. Met dit systeem
wordt de transparantie in de berekening van de subsidiabele kosten vergroot hetgeen de verantwoording van de kostenopbouw
eenvoudiger maakt. In paragraaf 4 wordt hier nader op ingegaan.
3. Tussentijds overleg over het concept van een activiteitenplan
De minister voert jaarlijks overleg met TeamAlert over het concept van een activiteitenplan. Beoogd wordt dat TeamAlert op
deze wijze ten aanzien van de keuze van de te subsidiëren activiteiten tijdig rekening kan houden met wensen van de minister
als belangrijkste subsidiegever. En voorts dat al in een vroegtijdig stadium getoetst kan worden of het beoogde activiteitenplan
in voldoende mate rekening houdt met het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2008–2020. Dit consultatieproces is erop gericht
de minister sturingsmogelijkheden te geven zodat beleidsdoelstellingen van het ministerie ook daadwerkelijk worden meegenomen.
Bijkomend voordeel is dat de uiteindelijke aanvraag tot subsidieverlening aldus geen inhoudelijke verrassingen oplevert en
de subsidie snel kan worden verleend, ruimschoots binnen de termijn van dertien weken.
4. Kostentoerekeningsysteem
Om een goede transparantie te verkrijgen tussen de hoogte van de subsidie en de werkelijke kosten, wordt in deze subsidieregeling
gewerkt met kostendekkende forfaitair uurtarieven voor de activiteiten, op basis van de systematiek van de Handleiding Overheidstarieven
2011. Deze uurtarieven omvatten een salariscomponent en een overheadcomponent. De overheadcomponent is samengesteld uit huisvestingskosten,
automatiseringskosten en indirecte kosten (uitgaven voor materieel waaronder exploitatiekosten, bureaukosten, reiskosten,
opleidingskosten en inhuur van derden zoals schoonmaakpersoneel). De indirecte kosten betreffen zowel de indirecte kosten
van de personen die uitvoering geven aan de subsidiabele activiteiten (de uitgaven voor materieel), als de kosten van niet
direct betrokkenen die werkzaamheden verrichten samenhangend met de werkzaamheden en diensten van de wel betrokkenen, zoals
stafdiensten (financiële dienst, personeelszaken, voorlichtingsdienst e.d.) en accountants.
De Aanwijzingen voor subsidieverstrekking noemen drie standaardberekeningswijzen voor de berekening van uurtarieven. Het forfaitair
uurtarief is er één van (aanwijzing 19). De keuze voor dit instrument is ingegeven door de wens om een zo laag mogelijke administratieve
lastendruk op TeamAlert te leggen. Voor de toepassing van de berekeningsmethode van de forfaitaire uurtarieven is aangesloten
bij de praktijk van TeamAlert. Bij TeamAlert wordt gewerkt met drie uurtarieven voor alle activiteiten. Het is gebaseerd op
het gemiddelde van de salariskosten en op een opslag voor de overheadkosten. De door TeamAlert te hanteren forfaitaire uurtarieven
kunnen per boekjaar verschillen en behoeven de goedkeuring van het ministerie.
Eventuele salarissen die boven schaal 18 van de Handleiding liggen worden voor de berekening van het forfaitaire uurtarief
op schaal 18 gesteld ter vermijding van financiering van bovenmatige inkomens met gemeenschapsgeld.
Naast de kosten van salarissen en overhead zijn er ook directe kosten voor inhuur van derden, bijvoorbeeld bij uitbesteding
van een deel van de subsidiabele activiteiten alsmede de kosten van voor de subsidiabele activiteiten geleverde goederen en
diensten zoals drukwerk, onderzoeksrapporten e.d. Ook dergelijke kosten – in de begripsbepaling van artikel 1 geduid als kosten
derden – zijn subsidiabel.
5. Tijdstippen van het subsidieproces
Het subsidieproces kent een jaarlijkse cyclus. In de subsidieregeling zijn uiterlijke tijdstippen gesteld waaraan TeamAlert
en de minister zijn gebonden. Het betreft per boekjaar voor:
-
− Concept van een activiteitenplan (TeamAlert): 1 september;
-
− Aanvraag tot subsidieverlening (TeamAlert): 1 november;
-
− Beschikking tot subsidieverlening (minister): dertien weken na 1 november;
-
− Aanvraag tot subsidievaststelling (TeamAlert): 1 juli;
-
− Beschikking tot subsidievaststelling (minister): 22 weken na ontvangst van de aanvraag.
De subsidieontvanger dient de aanvragen tot subsidieverlening en tot subsidievaststelling in bij de minister, feitelijk geadresseerd
SSO-F&I, Team Subsidies, kamer B 01.16, Postbus 20901, 2500 EX Den Haag.
6. Administratieve lasten
De subsidieregeling is in hoofdzaak een voortzetting van vorige incidentele subsidieverleningen. De aanpassing aan de nieuwe
Aanwijzingen voor subsidieverstrekking levert op bepaalde onderdelen meer en op andere onderdelen minder administratieve lasten
op ten opzichte van de incidentele subsidieverleningen. In de paragrafen 2 en 4 is hier nader op ingegaan. De verzwaring van
de administratieve lasten die voortvloeit uit de subsidieregeling komen op circa € 18.472,– per jaar. Dit is, uitgaande van
het subsidieplafond voor 2012, 1,9% van het jaarlijkse subsidiebedrag in de periode 2012–2015.
Artikelsgewijs
Artikel 2
TeamAlert kan jaarlijks op basis van deze subsidieregeling een aanvraag voor subsidie indienen bij de minister op basis waarvan,
na een positieve beoordeling, de subsidieverstrekking zal plaatsvinden. Niet elke activiteit van TeamAlert komt op grond van
dit artikel voor subsidie in aanmerking. Artikel 2 omschrijft het kader waaraan de aanvraag moet voldoen. Verder vormt ook
het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2008–2020 hiervoor de basis.
Het tweede lid bevat een anti-cumulatiebepaling. Mocht blijken dat de te subsidiëren activiteiten door een ander bestuursorgaan
zijn of worden gesubsidieerd, dan zal subsidieverstrekking door het ministerie voor dat deel achterwege blijven. Hetzelfde
geldt voor inkomsten van derden die zonder tegenprestatie zijn of worden verkregen. Het is namelijk mogelijk dat bepaalde
activiteiten op grond van meer dan één regeling voor subsidie in aanmerking kunnen komen, maar het is ongewenst dat ten behoeve
van dezelfde activiteiten een beroep gedaan kan worden op meerdere subsidie-instrumenten van de overheid, voor zover dit leidt
tot meer dan 100%-financiering.
Artikel 3
Afdeling 4.2.8 van de wet is van toepassing verklaard wegens de sterke betrokkenheid van het ministerie van Infrastructuur
en Milieu, zowel inhoudelijk als financieel, bij deze, per boekjaar te verstrekken subsidies.
Artikel 4
Dit artikel geeft aan welk bedrag aan subsidie maximaal wordt verstrekt per boekjaar.
Een boekjaar is gelijk aan een kalenderjaar (artikel 4:68 Awb).
Artikel 5
Dit artikel vermeldt de datum waarop uiterlijk een concept van een activiteitenplan aan de minister wordt toegezonden. Tevens
wordt aangegeven welke gegevens bij het concept dienen te worden gevoegd.
Artikel 6
De subsidieverlening geschiedt op aanvraag. Artikel 6 bepaalt welke bescheiden dienen te worden bijgevoegd alsmede de inhoud
ervan.
Artikel 4:65 van de Awb bevat een verplichting om bij de aanvraag mededeling te doen van eventuele andere aangevraagde subsidies
voor dezelfde activiteiten.
Artikel 7
In de beschikking tot subsidieverlening wordt onder meer vermeld de wijze waarop het subsidiebedrag wordt bepaald. Uitgangspunt
zal zijn dat de hoogte van de subsidieverlening uiteindelijk wordt bepaald door berekening van het aantal uren dat daadwerkelijk
aan de activiteiten is besteed, vermenigvuldigd met de goedgekeurd forfaitaire uurtarieven, alsmede de werkelijke kosten derden.
Aangesloten wordt bij de systematiek van de Handleiding Overheidstarieven 2011. Het aldus verkregen subsidiebedrag kan evenwel
het bedrag van het subsidieplafond niet overstijgen. Het subsidiebedrag wordt verrekend met de voorschotten.
De beschikking tot subsidieverlening vermeldt voorts het tijdstip waarop TeamAlert de activiteiten moet hebben afgerond. Uiteraard
zal ingeval van doorlopende activiteiten dit als zodanig worden aangegeven.
Artikel 8
Dit artikel geeft de minister de mogelijkheid eventuele looncompensaties te laten doorwerken in de hoogte van het maximale
subsidiebedrag, voor zover daarvoor van Rijkswege voldoende gelden beschikbaar worden gesteld. Het is niet bedoeld als automatisme,
maar het geeft de minister een instrument om de subsidieontvanger tussentijds enige compensatie van gestegen loonkosten te
bieden. Indien de compensatie wordt gegeven kan deze niet hoger zijn dan de loonbijstellingsbrief van de minister van Financiën.
Het betreft hier een ambthalve beschikking ten voordele van TeamAlert. De mogelijkheid van bezwaar en beroep staat open.
Artikel 9
In artikel 4:35 van de Awb wordt een niet-limitatieve opsomming gegeven van de algemeen geldende gronden om een subsidieaanvraag
te weigeren. Met name de weigeringgrond van het eerste lid, onder b, van dat artikel is van belang: er is gegronde twijfel
dat de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Dit betekent dat de subsidieverlening kan
worden geweigerd indien TeamAlert de verplichtingen uit de Awb maar ook op grond van deze regeling niet nakomt.
Naast deze wettelijke weigeringsgronden zijn in artikel 9 van de subsidieregeling een aantal aanvullende gronden opgenomen
om de aanvraag tot subsidieverlening geheel of ten dele te weigeren. Zo kan weigering plaatsvinden indien in het verleden
toepassing is gegeven aan de artikelen 4:48, 4:49 en 4:50 van de Awb, bijvoorbeeld als in voorgaande jaren de beschikking
tot subsidieverlening respectievelijk tot subsidievaststelling is gewijzigd of ingetrokken als gevolg van aan de subsidieontvanger
toe te rekenen specifieke omstandigheden. Het bewust verstrekken van onjuiste gegevens is een van deze omstandigheden. Voor
een uitvoerige beschrijving van deze omstandigheden wordt verwezen naar voornoemde artikelen uit de Awb.
Naast deze discretionaire weigeringsgronden bevat de Awb ook een imperatieve weigeringgrond (artikel 4:25 tweede lid). Indien
de aanvraag tot subsidieverlening het subsidieplafond overschrijdt, moet de aanvraag gedeeltelijk worden geweigerd. Welk deel
van de aanvraag (met andere woorden: welke activiteit) wordt geweigerd, is ter beoordeling van de minister.
Artikel 10
Dit artikel maakt het mogelijk in de beschikking een begrotingsvoorbehoud op te nemen als bedoeld in artikel 4:34 van de Awb.
Op grond van dit voorbehoud kan de minister de subsidieverlening met inachtneming van een redelijke termijn intrekken of ten
nadele van TeamAlert verlagen (art. 4:50 Awb) indien in de door de Staten-Generaal vastgestelde rijksbegroting (onderdeel
Infrastructuur en Milieu) onvoldoende gelden zijn opgenomen. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen bij een financiële taakstelling
van het Rijk. Het eventueel beroep op een begrotingsvoorbehoud moet door de minister binnen vier weken na het aannemen van
de begrotingswet worden gedaan. De taakstelling als gevolg van het Regeerakkoord is reeds verwerkt in het subsidieplafond
van 2013 en volgende.
Artikel 11
In dit artikel is gebruik gemaakt van de wettelijke mogelijkheid om voorschotten te verlenen. Voorschotten zijn op grond van
het tweede lid mogelijk tot ten hoogste 95% van het maximumbedrag van de subsidie. Dit is weliswaar een uitzonderlijk hoog
percentage doch wenselijk, omdat TeamAlert voor een groot deel afhankelijk is van de geldstroom van de minister en zonder
dit bedrag aan voorschotten in ernstige financiële problemen zou geraken.
TeamAlert heeft de plicht bij de aanvraag tot subsidieverlening een helder inzicht in het verloop van de liquiditeit te geven
(artikel 6, tweede lid, onder e).
Voorschotten worden automatisch (ambtshalve) verstrekt. Een aparte aanvraag tot bevoorschotting is dus niet nodig. TeamAlert
is verplicht te melden, indien er omstandigheden zijn die van invloed zijn op de hoogte van het verleende bedrag. De minister
kan vervolgens, indien nodig door een wijziging van de verleningbeschikking en het bevoorschottingsregime, de hoogte van de
voorschotten aanpassen. Na vaststelling van de subsidie wordt het resterende bedrag (het vastgestelde bedrag verminderd met
de verleende voorschotten), uitgekeerd aan TeamAlert.
Artikel 12
Het eerste lid van dit artikel bevat verplichtingen van de subsidieontvanger. De in onderdeel c. genoemde meldingsplicht is
nodig omdat op grond van de Aanwijzingen voor de subsidieverstrekking niet mag worden gevraagd om tussentijdse voortgangsverslagen
bij activiteiten waarvan de uitvoering korter dan twaalf maanden in beslag neemt.
De in onderdeel f. opgenomen evaluatiebepaling vloeit voort uit een wettelijke verplichting (artikel 4:24 van de Awb). De
resultaten van de evaluatie kunnen bouwstenen zijn voor een eventuele nieuwe regeling. De medewerking van TeamAlert bij de
totstandkoming van het evaluatieverslag is onontbeerlijk en derhalve wordt een verplichting daartoe in de subsidieregeling
neergelegd. In de evaluatie zal onder meer worden gekeken naar eventueel oneigenlijk gebruik van de subsidieregeling. Op grond
van de Awb dient het evaluatieverslag in elk geval eenmaal in de vijf jaren te worden gepubliceerd. Overigens zal het ministerie
de komende tijd onderzoek laten doen naar de vraag of er na 2015 samenwerkingsvormen mogelijk zijn tussen TeamAlert en Veilig
Verkeer Nederland en zo ja, welke dat zijn. De resultaten van dit onderzoek kunnen ook gevolgen hebben voor een eventuele
opvolgende subsidieperiode en de wijze waarop deze wordt ingevuld.
Het tweede lid maakt het mogelijk bij de beschikking tot subsidieverlening aanvullende verplichtingen te stellen.
Vanuit het oogpunt van het afleggen van rekening en verantwoording van de subsidiegelden is in het derde lid, onderdeel a,
de bepaling opgenomen dat TeamAlert zorg draagt voor een gescheiden administratie, dat wil zeggen: de door Infrastructuur
en Milieu gesubsidieerde activiteiten moeten worden onderscheiden van de overige activiteiten van TeamAlert.
Ook de Awb kent een aantal verplichtingen met betrekking tot de administratie. Zo is de subsidieontvanger op grond van artikel
4:69 van de Awb verplicht een (financiële) administratie te voeren, zodanig dat daaruit te allen tijde de voor de vaststelling
van de subsidie van belang zijnde rechten en plichten alsmede de betalingen en de ontvangsten kunnen worden nagegaan. Deze
administratie en de bijbehorende bescheiden dienen gedurende zeven jaren te worden bewaard.
Artikel 13
Met het oog op het al dan niet continueren van de toekenning van subsidie aan TeamAlert is het van belang dat wijzigingen
in de rechtspersoonlijkheid en het voortbestaan van de stichting de instemming van de minister hebben. Dit artikel voorziet
hierin.
Artikel 14
Ter afronding van het subsidieproces dient TeamAlert een aanvraag in tot subsidievaststelling. Het tweede lid noemt de bescheiden
die moeten worden bijgevoegd, zoals het activiteitenverslag en het financieel verslag.
Het activiteitenverslag en het financieel verslag zijn wettelijk verplicht (artikel 4:75, eerste lid, van de Awb).
Onderdeel d. van het tweede lid betreft de zogeheten uitgebreide accountantscontrole. Artikel 4:79 van de Awb maakt het mogelijk
dat de accountantscontrole zich eveneens uitstrekt tot de vraag of TeamAlert zich heeft gehouden aan verplichtingen die in
het kader van de subsidieverstrekking zijn gesteld. Van deze mogelijkheid wordt in onderdeel d. gebruik gemaakt. Daarbij gaat
het om verplichtingen die voortvloeien uit de Awb maar ook uit de onderhavige subsidieregeling.
Artikel 15
In de beschikking tot subsidievaststelling wordt het bedrag aan vastgestelde subsidie vermeld. Ingevolge artikel 4:46, eerste
lid, van de Awb wordt de subsidie overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening vastgesteld. De subsidie kan echter
op een lager bedrag worden bepaald in specifieke gevallen, opgesomd in artikel 4:46, tweede lid, van de Awb.
Artikel 16
Dit artikel bepaalt welke functionarissen binnen het ministerie toezichthouder zijn. In afdeling 5.2 van de Awb (artikel 5:11
tot en met 5:20) wordt een aantal bevoegdheden genoemd waarover de toezichthouder beschikt, met name de bevoegdheid om inlichtingen
te vorderen en de bevoegdheid inzage te vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden alsmede daarvan kopieën te maken. TeamAlert
dient ingevolge artikel 5:20, eerste lid, van de Awb en 6, tweede lid, van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat aan
de toezichthouder alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden.
Een toezichthouder maakt van zijn bevoegdheden slechts gebruik voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak
nodig is (artikel 5:13 van de Awb).
Artikel 17
De onderhavige regeling heeft een beperkte werkingsduur. Zo kan in een eventuele daaropvolgende subsidieregeling rekening
worden gehouden met de resultaten van de evaluatie.
Omdat dit de eerste meerjarige subsidieregeling is voor TeamAlert welke mede betrekking heeft op het subsidietraject voor
2012, is het, gelet op de ter zake geldende termijnen in 2011, noodzakelijk terugwerkende kracht te verlenen aan de onderhavige
regeling. Aldus kan de continuïteit in de subsidieverlening worden geborgd. TeamAlert is al geruime tijd betrokken bij de
inhoud van de regeling. De haalbaarheid van de termijnen en verplichtingen in het deel van het subsidietraject dat op 2011
betrekking heeft, zijn met haar afgestemd. De terugwerkende kracht levert geen belemmeringen op voor TeamAlert. Een aparte
overgangsbepaling voor dat jaar is derhalve niet nodig.
Ingevolge het tweede lid vervalt de regeling per 1 januari 2015, maar blijft in verband met de afwikkeling van reeds verleende
subsidies van toepassing op die subsidies. Zo kan de afwikkeling van de subsidie voor 2015 blijven vallen onder de onderhavige
regeling mits zij in 2014 is verleend.
De Minister van
Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.