Besluit houdende departementale herindeling met betrekking tot vreemdelingenzaken

14 oktober 2010

Nr. 10.002842

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, d.d. 14 oktober 2010, kenmerk 3096356;

Gelet op artikel 44 van de Grondwet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt belast met de behartiging van de aangelegenheden op het terrein van vreemdelingenzaken, met inbegrip van de Immigratie- en Naturalisatiedienst, het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, de Dienst Terugkeer en Vertrek, de grensbewaking inzake vreemdelingenzaken en de Rijkswet op het Nederlanderschap, voor zover deze voor 14 oktober 2010 was opgedragen aan Onze Minister van Justitie.

Artikel 2

De taken van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van het ministerie van Veiligheid en Justitie worden dienovereenkomstig gewijzigd.

Artikel 3

De organisatorische, personele en rechtspositionele aspecten van de in artikelen 1 en 2 bedoelde herindeling van departementale taken worden uitgewerkt in overleg tussen Onze Minister voor Immigratie en Asiel, Onze Minister van Veiligheid en Justitie en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 14 oktober 2010.

Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, Onze Minister voor Immigratie en Asiel, Onze Minister van Veiligheid en Justitie en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de in dit besluit genoemden, de Hoge Colleges van Staat, de Raad van Ministers, de Gevolmachtigde Ministers van Aruba, van Curaçao en van Sint Maarten en de ministeries.

’s-Gravenhage, 14 oktober 2010

Beatrix

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

M. Rutte.

TOELICHTING

Met dit besluit wordt uitvoering gegeven aan hetgeen in het eindverslag van formateur drs. M. Rutte van 14 oktober 2010 is opgenomen inzake de overgang van het terrein van vreemdelingenzaken, met inbegrip van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), de grensbewaking in vreemdelingenzaken en de Rijkswet op het Nederlanderschap, naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het beleid ten aanzien van vreemdelingenzaken en de uitvoering daarvan, met uitzondering van de Rijkswet op het Nederlanderschap, behoort tot de aangelegenheden die bij zijn benoeming zijn opgedragen aan de Minister voor Immigratie en Asiel. De grensbewaking in vreemdelingenzaken betreft de handhaving door de Koninklijke Marechaussee van de wet- en regelgeving waarvoor de Minister voor Immigratie en Asiel verantwoordelijk is. De Koninklijke Marechaussee ressorteert onder de Minister van Defensie en wordt bij de uitvoering van de taken aan de grens aangestuurd door de ministers die het aangaat. De Rijkswet op het Nederlanderschap behoort tot de portefeuille van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De taken en organisatie van het Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken worden, behoudens de Directie Europese en Internationale Aangelegenheden en de Directie Wetgeving, overgeheveld van het ministerie van Veiligheid en Justitie naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De overige organisatorische alsmede de personele en rechtspositionele aspecten van de overgang van de verantwoordelijkheid voor het genoemde beleidsterrein zullen nader worden uitgewerkt in overleg tussen de Minister voor Immigratie en Asiel, de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Dit betreft onder meer de overgang c.q. toerekening van personeel behorende tot algemene, staf- en bedrijfsvoeringsonderdelen.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

M. Rutte.

Naar boven