21 augustus 2008
Nr. DB 2008-431 M
Directoraat-generaal voor fiscale zaken, Directie directe belastingen
De Staatssecretaris van Financiën,
Handelende in overeenstemming met de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie;
Gelet op artikel 47 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen;
Besluit:
ARTIKEL I
Aan artikel 9, eerste lid, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen wordt, onder
vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
13°. Tegemoetkomingen op grond van de Regeling tegemoetkoming financiële gevolgen in verband met functionele invaliditeit nieuwjaarsbrand
Volendam (Stcrt. 2003, 42) en bijdragen op grond van de Regeling tegemoetkoming in kosten nieuwjaarsbrand Volendam II (Stcrt.
2004, 188), uitgekeerd aan de getroffenen zelf.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst
en werkt terug tot en met 1 januari 2006.
TOELICHTING
Algemeen
Inleiding
In de onderhavige ministeriële regeling wordt artikel 9, eerste lid, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling Algemene wet
inkomensafhankelijke regelingen uitgebreid met een nieuw subonderdeel. Dit artikel geeft invulling aan het hardheidsclausulebeleid
zoals dat in artikel 47 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir) is geregeld ter zake van de in
artikel 7, derde en vierde lid, van de Awir opgenomen vermogenstoets. Ingevolge artikel I van de onderhavige ministeriële
regeling is een nieuwe categorie uitkeringen aan artikel 9, eerste lid, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling Awir toegevoegd.
Het betreft tegemoetkomingen en bijdragen voor materiële schade uitgekeerd aan slachtoffers van de Volendambrand van 1 januari
2001 die kunnen leiden tot een te hoog vermogen om voor huurtoeslag in aanmerking te komen.
Administratieve lasten en budgettaire gevolgen
Aan deze wijziging zijn geen gevolgen voor de uitvoering en de administratieve lasten verbonden. De budgettaire effecten zijn
verwaarloosbaar.
Artikelsgewijs
Artikel I (artikel 9 van de Uitvoeringsregeling Awir)
Met de toevoeging van een nieuwe categorie eenmalige uitkeringen aan artikel 9, eerste lid, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling
Awir is geregeld dat deze niet meetellen voor de vermogenstoets van artikel 7, derde en vierde lid, van de Awir. Volledigheidshalve
wordt opgemerkt dat de in artikel 9, eerste lid, onderdeel b, onder 13°, opgenomen vrijstelling – net als de in artikel 9,
eerste lid, onderdeel b, onder 1°, 2°, 3° en 12°, opgenomen vrijstelling – uitsluitend geldt voor de slachtoffers zelf en
niet voor hun nabestaanden. De vrijstelling geldt dus niet voor uitkeringen verstrekt aan nabestaanden (Regeling Stcrt. 188,
art. 1, onder c). Dit betekent ook dat degenen die ter zake van schade van de nieuwjaarsbrand Volendam onder bijzondere of
algemene titel in eventuele rechten zijn getreden van de Volendam-slachtoffers geen beroep kunnen doen op de vrijstelling.
Voor de fiscaliteit geldt dat wanneer de uitkering eenmaal is uitbetaald, deze deel uitmaakt van de rendementsgrondslag en
dus meetelt voor de belastingheffing over het voordeel uit sparen en beleggen (box 3). Met de thans in artikel 9, eerste lid,
onderdeel b, onder 13°, van de Uitvoeringsregeling Awir opgenomen ‘vrijstelling’ wordt voorkomen dat dit laatste bij de hiervoor
genoemde tegemoetkomingen en bijdragen eveneens doorwerkt naar de vermogenstoets van de onder de Awir vallende inkomensafhankelijke
regelingen.
Artikel II (inwerkingtreding)
Artikel II bepaalt dat deze regeling in werking treedt op de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij
wordt geplaatst en terugwerkt tot en met 1 januari 2006. Met de terugwerkende kracht is bewerkstelligd dat ook over de kalenderjaren
2006, 2007 en 2008 het ongewenste effect op de huurtoeslag wordt weggenomen.
De Staatssecretaris van Financiën,
J.C. de Jager.