1. Na afloop van een aanvraagtijdvak als bedoeld in artikel 5.1 worden de volledige, in behandeling genomen subsidieaanvragen
met betrekking tot projecten als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, onder a, voor zover gericht op de doelgroep, bedoeld
in artikel 2.1.1, onder a of c, projecten als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, onder c, door een subsidieaanvrager aan
wie op grond van deze regeling eerder subsidie voor een project als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, onder c, is verleend,
en projecten als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, onder d, voor zover sprake is van een subsidieaanvraag die is ingediend
voor 1 januari 2009, in rangorde geplaatst. Daarbij worden de subsidieaanvragen met betrekking tot projecten als bedoeld in
artikel 1.2, eerste lid, onder a, voor zover gericht op de doelgroep, bedoeld in artikel 2.1.1, onder a, beoordeeld naar de
mate waarin het voorgestelde project voldoet aan het criterium, bedoeld in artikel 2.1.5, de subsidieaanvragen met betrekking
tot projecten als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, onder a, voor zover gericht op de doelgroep, bedoeld in artikel 2.1.1,
onder c, beoordeeld naar de mate waarin het voorgestelde project voldoet aan het criterium, bedoeld in artikel 2.1.6, de subsidieaanvragen
met betrekking tot projecten als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, onder c, door een subsidieaanvrager aan wie op grond
van deze regeling eerder subsidie voor een project als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, onder c, is verleend, beoordeeld
naar de mate waarin het voorgestelde project voldoet aan de criteria, bedoeld in artikel 2.3.3, tweede lid, en de subsidieaanvragen
met betrekking tot projecten als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, onder d, voor zover sprake is van een subsidieaanvraag
die is ingediend voor 1 januari 2009, beoordeeld naar de mate waarin het voorgestelde project voldoet aan de criteria, bedoeld
in artikel 2.4.3, eerste tot en met negende lid.
2. Van een volledige subsidieaanvraag als bedoeld in het eerste lid is met betrekking tot een project als bedoeld in artikel
1.2, eerste lid, onder a, voor zover dat is gericht op de doelgroep, bedoeld in artikel 2.1.1, onder a of c, sprake, indien
is voldaan aan de artikelen 5.1 tot en met 5.6 en artikel 5.7a, met betrekking tot een project als bedoeld in artikel 1.2,
eerste lid, onder c, sprake, indien is voldaan aan de artikelen 5.1 tot en met 5.6, met betrekking tot een project als bedoeld
in artikel 1.2, eerste lid, onder d, voor zover sprake is van een subsidieaanvraag die is ingediend voor 1 januari 2009, sprake,
indien is voldaan aan de artikelen 5.1 tot en met 5.7, en met betrekking tot een project als bedoeld in artikel 1.2, eerste
lid, onder e, sprake, indien is voldaan aan de artikelen 5.1 tot en met 5.6 en artikel 5.7b. Wanneer de subsidieaanvrager
in de gelegenheid is gesteld om zijn onvolledige subsidieaanvraag aan te vullen, wordt de aangevulde subsidieaanvraag bij
het bepalen van de rangorde in aanmerking genomen, indien de minister die volledige subsidieaanvraag binnen de door hem gestelde
hersteltermijn heeft ontvangen.
3. Na afloop van een aanvraagtijdvak als bedoeld in artikel 5.1 worden de volledige en onvolledige subsidieaanvragen met betrekking
tot projecten als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, onder e, in rangorde geplaatst door middel van loting. Indien door dezelfde
aanvrager in een aanvraagtijdvak twee of meer aanvragen zijn ingediend met betrekking tot een naar aard of strekking identiek
project, doet slechts een van die aanvragen mee aan de loting.
4. Indien het subsidiebedrag dat op grond van deze regeling verleend kan worden aan de subsidieaanvrager wiens subsidieaanvraag
als eerste in de rangorde is geplaatst lager is dan het van toepassing zijnde maximaal beschikbare bedrag, bedoeld in artikel
1.3, eerste lid, dan wel indien ten behoeve van projecten als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, onder a, gericht op de doelgroep,
bedoeld in artikel 2.1.1, onder a, projecten als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, onder a, gericht op de doelgroep, bedoeld
in artikel 2.1.1, onder c, projecten als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, onder c, door een subsidieaanvrager aan wie op
grond van deze regeling eerder subsidie voor een project als bedoeld in artikel 1.2 , eerste lid, onder c, is verleend, projecten
als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, onder d, voor zover sprake is van een subsidieaanvraag die is ingediend voor 1 januari
2009, of projecten als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, onder e, voor een kalenderjaar een maximaal beschikbaar bedrag
is vastgesteld, lager is dan het voor dat kalenderjaar van toepassing zijnde maximaal beschikbaar bedrag, verleent de Minister
dat subsidiebedrag. Indien aan de subsidieaanvrager van de in de rangorde volgende subsidieaanvraag een subsidiebedrag verleend
kan worden dat lager is dan het bedrag dat na de beslissing op de eerste subsidieaanvraag van het van toepassing zijnde maximaal
beschikbare bedrag resteert, verleent de Minister ook aan die subsidieaanvrager dat subsidiebedrag en zo vervolgens.
5. Indien in de rangorde een subsidieaanvraag aan de orde is, waarvan het gevraagde subsidiebedrag hoger is dan het bedrag dat
na de beslissingen op eerdere in de rangorde geplaatste subsidieaanvragen van het van toepassing zijnde maximaal beschikbare
bedrag resteert, wordt de subsidieaanvraag geheel afgewezen.
6. Onder maximaal beschikbare bedrag, bedoeld in het vierde en vijfde lid, wordt voor zover de subsidieaanvragen betrekking
hebben op projecten als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, onder c, door een subsidieaanvrager aan wie op grond van deze
regeling eerder subsidie voor een project als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, onder c, is verleend, verstaan het maximaal
beschikbare bedrag dat voor projecten als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, onder c, resteert, na toepassing van artikel
1.4.
7. Met betrekking tot de verdeling van het maximaal beschikbare bedrag, bedoeld in artikel 1.3, eerste lid, onder a, ten behoeve
van projecten gericht op de doelgroep, bedoeld in artikel 2.1.1, onder a en c, hebben subsidieaanvragen van een college van
burgemeester en wethouders voorrang op subsidieaanvragen van het UWV of van een Opleidings- en Ontwikkelingsfonds en hebben
subsidieaanvragen van het UWV voorrang op subsidieaanvragen van een Opleidings- en Ontwikkelingsfonds.