Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 9 oktober 2008, nr. PG/ZP 2.880.374, houdende wijziging van de Subsidieregeling publieke gezondheid, in verband met de paragraaf seksuele gezondheid voor het jaar 2009

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling publieke gezondheid¹ wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 68 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onderdeel a, onder 4° komt te luiden:

• 4°. het deel van de provincie Zuid-Holland, bestaande uit de gemeenten Delft, Den Haag, Leidschendam/Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer,

2. Onderdeel a, onder 5° komt te luiden:

• 5°. het overige deel van de provincie Zuid-Holland, bestaande uit de gemeenten die geen deel uitmaken van het deel van de provincie Zuid-Holland genoemd onder 4°.

B

Artikel 75l komt te luiden:

Artikel 75l

In afwijking van Hoofdstuk I, paragraaf 2, bestaat de instellingssubsidie voor seksualiteitshulpverlening en seksualiteitshulpverleningscoördinatie ten behoeve van het jaar 2009 uit het bedrag dat wordt berekend met de formule A+(B*C), waarbij wordt verstaan onder:

• A: een normbedrag van:

  • 1°. € 281.680,– voor de provincies Noord-Holland en Flevoland,

  • 2°. € 281.680,– voor de provincies Overijssel en Gelderland,

  • 3°. € 252.340,– voor de provincies Friesland, Drenthe en Groningen,

  • 4°. € 240.510,– voor het deel van de provincie Zuid-Holland, bestaande uit de gemeenten Delft, Den Haag, Leidschendam/Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer,

  • 5°. € 252.340,– voor het overige deel van de provincie Zuid-Holland,

  • 6°. € 281.680,– voor de provincies Zeeland en Brabant,

  • 7°. € 240.510,– voor de provincie Limburg,

  • 8°. € 240.510,– voor de provincie Utrecht,

• B: het aantal consulten seksualiteitshulpverlening in het verzorgingsgebied van de desbetreffende coördinerende GGD in het jaar waarvoor de instellingssubsidie wordt verstrekt van ten hoogste:

  • 1°. 4.831 voor de provincies Noord-Holland en Flevoland,

  • 2°. 5.002 voor de provincies Overijssel en Gelderland,

  • 3°. 2.741 voor de provincies Friesland, Drenthe en Groningen,

  • 4°. 1.604 voor het deel van de provincie Zuid-Holland, bestaande uit de gemeenten Delft, Den Haag, Leidschendam/Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer,

  • 5°. 3.959 voor het overige deel van de provincie Zuid-Holland,

  • 6°. 4.509 voor de provincies Zeeland en Brabant,

  • 7°. 1.793 voor de provincie Limburg,

  • 8°. 1.931 voor de provincie Utrecht, en

• C: een normbedrag per consult seksualiteitshulpverlening van € 54,18 tot ten hoogste twee consulten per cliënt per hulpvraag.

C

In artikel 75m, het tweede lid, wordt ‘2008’ vervangen door: 2009 en ‘15 november 2007’ vervangen door: 1 november 2008.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Bussemaker.

TOELICHTING

Algemeen

Met ingang van het jaar 2008 verzorgt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) de subsidiëring op het terrein van de aanvullende seksualiteitshulpverlening voor jongeren. Deze subsidies worden verstrekt op grond van de Subsidieregeling publieke gezondheid. Met de onderhavige regeling wordt de Subsidieregeling publieke gezondheid gewijzigd, voornamelijk op het gebied van de hoogte van subsidiebedragen. Tevens wordt ook een verandering in regio-indeling doorgevoerd, die van toepassing is op het gehele paragraaf seksuele gezondheid van de Subsidieregeling publieke gezondheid.

Onderdeel A

De regio-indeling van de aanvullende curatieve soa-bestrijding en de aanvullende seksualiteitshulpverlening voor jongeren wordt gewijzigd, als gevolg van een fusie van de GGD Midden-Holland, de GGD Zuid-Holland Noord, de Regionale Ambulancedienst Hollands Midden en het GHOR-bureau Hollands Midden. De hierbij ontstane Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden valt per 1-1-2009 onder de coördinerende GGD van de gemeente Rotterdam-Rijnmond.

Onderdeel B

De bedragen in artikel 75l worden gehanteerd voor het berekenen van de subsidie 2009 voor de aanvullende seksualiteitshulpverlening voor jongeren per verzorgingsgebeid. Het vaste budget (A) is anders dan in 2008 afhankelijk van de grootte van het verzorgingsgebied. Wanneer het verzorgingsgebied tot 1,5 miljoen mensen bedient bedraagt het vaste budget € 240.510,– ; wanneer het verzorgingsgebied tussen de 1,5 en 2,5 miljoen mensen bedient bedraagt het vaste budget € 252.340,– en wanneer het verzorgingsgebied meer van 2,5 miljoen mensen bedient bedraagt het vaste budget € 281.680,–. Deze differentiatie van het vaste budget is in 2009 van toepassing, omdat in 2008 is gebleken dat bij het opstarten van de seksualiteitshulpverlening in grote verzorgingsgebieden meer coördinatie en afstemming nodig is. In veel verzorgingsgebieden is de aanvullende seksualiteitshulpverlening voor jongeren in de loop van het jaar 2008 van start gegaan. Het was een opstartjaar. In 2009 krijgen de verzorgingsgebieden verder de ruimte om deze opstartfase af te ronden. Het vaste budget is hoger dan in 2008, omdat gebleken is dat er meer financiële ruimte dient te zijn voor PR en inloopspreekuren. Een gevolg is dat het maximaal aantal consulten per verzorgingsgebied daalt ten opzichte van 2008, de verwachting is dat dit geen capaciteitsproblemen oplevert. Het maximale aantal te verrichten consulten per verzorgingsgebied (B) is verder aangepast op basis van het inwonersaantal per verzorgingsgebied per 1 januari 2008. Het normbedrag per consult seksualiteitshulpverlening (C) is geïndexeerd.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Bussemaker.

---

1 Stcrt. 2005, 181; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 19 augustus 2008, Stcrt. 2008, 168.