Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 2018, 106 | Wet |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 2018, 106 | Wet |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om een aantal gebreken van ondergeschikte aard in diverse wetten op het terrein van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te herstellen;
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
In bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht, wordt in artikel 1, onderdeel Leegstandwet, onder b, «artikel 15, negende lid» vervangen door: artikel 15, zesde lid.
Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 252a, tweede lid, onderdeel b, wordt na «woonruimte» ingevoegd «in het inkomenstoetsjaar», wordt «22 jaar» vervangen door «23 jaar» en wordt «peiljaar» vervangen door: inkomenstoetsjaar.
B
Artikel 271, eerste lid, onderdeel a, wordt na «verhuurd,» ingevoegd: een woonwagen of een standplaats,.
De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 72, tweede lid, wordt «De Algemene Termijnenwet (Stb. 1964, 314)» vervangen door: De Algemene termijnenwet.
B
In artikel 106, tweede lid, wordt «De artikelen 100, tweede lid, tot en met 105» vervangen door: De artikelen 100, tweede lid, tot en met 104.
C
In artikel 107d, tweede lid, wordt «De artikelen 100, tweede lid, 101 en 107 tot en met 107c» vervangen door: De artikelen 100, tweede lid, 101 en 107 tot en met 107b.
De Kieswet wordt als volgt gewijzigd:
A
In het opschrift van artikel H 5 wordt voor «H 5» ingevoegd: Artikel.
B
De aanduiding «1.» voor het enige lid van artikel W 3 vervalt.
C
Na artikel Ya 28 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
In artikel 15, dertiende lid, onderdeel c, van de Leegstandwet, wordt «het eerste lid, onderdeel c» vervangen door: het eerste lid, onderdeel c of d.
De Provinciewet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 31, eerste lid, komt te luiden:
1. De stemming over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen is geheim.
B
Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid wordt «vergoedingen als bedoeld in het vijfde lid» vervangen door: vergoedingen als bedoeld in het vierde lid.
2. In het zesde lid wordt «Andere inkomsten dan die bedoeld in het vijfde lid» vervangen door: Andere inkomsten dan die bedoeld in het vierde lid.
3. In het zevende lid wordt «onverminderd het vijfde lid» vervangen door «onverminderd het vierde lid» en wordt «de inkomsten, bedoeld in het zevende lid» vervangen door: de inkomsten, bedoeld in het zesde lid.
4. In het achtste lid wordt «de inkomsten, bedoeld in het zevende lid,» vervangen door: de inkomsten, bedoeld in het zesde lid,.
C
In artikel 71, tweede lid, wordt «De Algemene Termijnenwet (Stb. 1964, 314)» vervangen door: De Algemene termijnenwet.
D
In artikel 103, tweede lid, wordt «De artikelen 97, tweede lid, en 98 tot en met 102» vervangen door: De artikelen 97, tweede lid, en 98 tot en met 101.
E
In artikel 104d, tweede lid, wordt «De artikelen 97, tweede lid, 98 en 104 tot en met 104c» vervangen door: De artikelen 97, tweede lid, 98 en 104 tot en met 104b.
F
In artikel 115, tweede lid, wordt «Onverminderd het bepaalde in artikel 117, tweede lid, van de Gemeentewet (Stb. 1992, 96)» vervangen door: Onverminderd artikel 117, tweede lid, van de Gemeentewet.
G
In artikel 182, zesde lid, wordt «toezending» vervangen door: openbaarmaking.
H
In artikel 282 wordt «Artikel 43, zesde tot en met negende lid,» vervangen door: Artikel 43, vijfde tot en met achtste lid,.
De Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2, zesde lid, komt de derde volzin te luiden: Tot het tijdstip met ingang waarvan de nieuwe eilandgriffier is benoemd blijft de medeondertekening, bedoeld in artikel 34 van die wet, achterwege en vervult de eilandsecretaris de taak, bedoeld in artikel 94f van die wet.
B
In artikel 3, eerste lid, wordt «in de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba of enige andere wet» vervangen door: bij of krachtens de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba of enige andere wet.
De Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 10, tweede lid, wordt «zelfstandige woonruimte» vervangen door: zelfstandige woning.
B
In artikel 14, tweede lid, onderdeel c, wordt «onderdeel a» vervangen door: onder 1°.
In artikel IV, onderdeel B, van de Veegwet wonen wordt «die overige bewoner op 1 januari van het jaar waarin de voorgestelde dag van ingang van de voorgestelde huurprijs is gelegen de op die datum geldende pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft of hebben bereikt of die huurder deel uitmaakt van een huishouden van 4 of meer personen, en die woonruimte een zelfstandige woonruimte vormt» vervangen door: die overige bewoner op 1 januari van het jaar waarin de voorgestelde dag van ingang van de voorgestelde huurprijs is gelegen de op die datum geldende pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt of die huurder deel uitmaakt van een huishouden van 4 of meer personen, en die woonruimte een zelfstandige woning vormt.
De Wet algemene bepalingen burgerservicenummer wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, onderdeel g, vervalt onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel f van dat artikel door een punt.
B
Artikel 3, eerste lid, onderdeel e, vervalt onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel d van dat lid door een punt.
C
Artikel 8, tweede lid, tweede volzin, vervalt.
D
Artikel 22 vervalt.
E
Artikel 23 vervalt.
De Wet algemene regels herindeling wordt als volgt gewijzigd:
A
In het opschrift van hoofdstuk I wordt «Algemene Bepalingen» vervangen door: Algemene bepalingen.
B
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onder b, wordt «tenminste» vervangen door: ten minste.
2. In het tweede lid, onder b, wordt «de minister» vervangen door: Onze Minister.
C
In artikel 5, vierde lid, wordt «Een gemeentebestuur treft» vervangen door: De gemeenteraad onderscheidenlijk burgemeester en wethouders treffen.
D
In de opschriften van paragraaf 4 van hoofdstuk II en paragraaf 3 van hoofdstuk III wordt «de minister» vervangen door: Onze Minister.
E
In artikel 28 wordt «het bevoegde gezag» vervangen door: het bevoegde orgaan.
F
Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Het bevoegde gezag» vervangen door: Het bevoegde orgaan.
2. In het tweede lid, wordt «maakt het bestuur» vervangen door: maken burgemeester en wethouders.
G
In artikel 30, eerste lid, wordt «het bevoegde gezag» vervangen door: het bevoegde orgaan.
H
Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste volzin wordt «Hoofdstuk V van de Gemeentewet (Stb. 1992, 96)» vervangen door «hoofdstuk V van de Gemeentewet» en wordt «op die datum» vervangen door: met ingang van die datum.
2. In de tweede volzin wordt «hoofdstuk V van de Gemeentewet» vervangen door: dat hoofdstuk.
I
Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «Het bepaalde in de artikelen 28–30 is niet van toepassing» vervangen door «De artikelen 28 tot en met 30 zijn niet van toepassing» en wordt «op voet van artikel 220» vervangen door: op de voet van artikel 220.
b. In de tweede volzin wordt «met inachtneming van het bepaalde in artikel 39» vervangen door: onverminderd artikel 39.
2. In het tweede lid vervalt «het bepaalde in».
3. In het derde lid, tweede volzin, wordt «binnen 3 maanden» vervangen door: binnen drie maanden.
4. In het vierde lid, eerste volzin, wordt «Het bepaalde in de artikelen 28–30 is evenmin van toepassing» vervangen door «De artikelen 28 tot en met 30 zijn evenmin van toepassing» en wordt «de artikelen XV, derde tot en met vijfde lid,» vervangen door: artikel XV, derde tot en met vijfde lid,.
J
In artikel 34, eerste lid, vervalt «het bepaalde in», wordt «de vóór de datum van herindeling vastgestelde structuurvisies» vervangen door «vóór de datum van herindeling vastgestelde structuurvisies» en wordt «het bevoegde gezag» telkens vervangen door: het bevoegde orgaan.
K
In artikel 35 wordt «is het bepaalde in de artikelen 28 en 30» vervangen door «zijn de artikelen 28 en 30», wordt «ten aanzien van provinciale voorschriften» vervangen door «op provinciale voorschriften» en wordt «zomede het bevoegde gezag» vervangen door: en het bevoegde orgaan.
L
In de artikelen 38, eerste en tweede lid, 41, tweede lid, 44, vierde lid, 49, 50, eerste lid, aanhef, 51, eerste lid, aanhef, 68, tweede en derde lid, en 70, tweede en derde lid, vervalt telkens «het bepaalde in».
M
In artikel 39, tweede lid, wordt «Ingeval de in het eerste lid bedoelde gemeente bij een herindelingswet wordt opgeheven» vervangen door «Indien de gemeente bij een herindelingswet wordt opgeheven» en wordt «de in dat lid genoemde bevoegdheid» vervangen door: de bevoegdheid.
N
In artikel 40 wordt «artikel 226 van de Provinciewet en artikel 228 van de Provinciewet» vervangen door: de artikelen 226 en 228 van de Provinciewet.
O
Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, eerste volzin, en het tweede lid wordt «gemeenten welker gebied» vervangen door: gemeenten waarvan het gebied.
2. In het eerste lid, tweede volzin, wordt «Het bestuur van die gemeente treft» vervangen door «burgemeester en wethouders van die gemeente treffen» en wordt «hiermede» vervangen door: hiermee.
P
In artikel 43 wordt «het bepaalde in dat en het vierde, zesde en zevende lid van artikel 41» vervangen door: artikel 41, derde, vierde, zesde en zevende lid,.
Q
In artikel 43a, eerste lid, wordt «tot 1 januari van het jaar waarin het is genomen» vervangen door: tot en met de datum van herindeling.
R
Artikel 44 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «het bepaalde in het tweede lid en in de artikelen 45 en 48» vervangen door: het tweede lid en de artikelen 45 en 48.
2. In het derde lid, eerste volzin, wordt «rechtsgedingen waarbij een gemeente, van welke gebied overgaat, betrokken is» vervangen door «rechtsgedingen waarbij een gemeente waarvan gebied overgaat betrokken is» en wordt «het in het eerste en tweede lid bepaalde» vervangen door: het eerste en tweede lid.
S
In artikel 46 wordt «is het bepaalde in de artikelen 44 en 45 van overeenkomstige toepassing» vervangen door: zijn de artikelen 44 en 45 van overeenkomstige toepassing.
T
In artikel 48 wordt «Behoudens het bepaalde in het tweede lid worden de uitkeringen» vervangen door «De uitkeringen» en wordt na «verschuldigd zijn,» ingevoegd: worden.
U
Artikel 50 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt «de besturen van die gemeenten» vervangen door: burgemeester en wethouders van die gemeenten.
b. Onderdeel c komt te luiden:
c. bij koninklijk besluit, de colleges, bedoeld onder b, gehoord, indien overeenstemming tussen die colleges ontbreekt.
2. In het derde lid wordt «de besturen van de in dat lid bedoelde gemeenten» vervangen door: de colleges van burgemeester en wethouders van de in dat lid bedoelde gemeenten.
V
Artikel 51, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. bij koninklijk besluit, de colleges, bedoeld onder a, gehoord, indien overeenstemming tussen die colleges ontbreekt.
W
In artikel 53, eerste lid, wordt «de raad ener gemeente» vervangen door: de raad van een gemeente.
X
In artikel 54, tweede lid, wordt «de dag van kandidaatstelling als bedoeld in artikel 55, tweede lid,» vervangen door: de dag van kandidaatstelling, bedoeld in artikel 55, tweede lid,.
Y
Artikel 55 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid wordt «de dag van kandidaatstelling als bedoeld in het tweede lid» vervangen door: de dag van kandidaatstelling, bedoeld in het tweede lid,.
2. In het zesde lid wordt «het bepaalde in artikel E8 van de Kieswet» vervangen door: artikel E 8 van de Kieswet.
Z
In artikel 56, eerste lid, wordt «de raad ener gemeente» vervangen door: de raad van een gemeente.
AA
Artikel 69 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «tijdvak als bedoeld in artikel 88, tweede lid,» vervangen door: tijdvak, bedoeld in artikel 88, tweede lid,.
2. In het tweede lid wordt «Het bepaalde in artikel 68, derde lid,» vervangen door: Artikel 68, derde lid,.
BB
Artikel 70 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «het bepaalde in het tweede lid en in artikel 71» vervangen door: het tweede lid en artikel 71.
2. In het tweede lid wordt «de overbrenging als bedoeld in artikel 12 van de Archiefwet 1995 (Stb. 276)» vervangen door: de overbrenging, bedoeld in artikel 12 van de Archiefwet 1995,.
3. In het derde lid wordt «De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders waaraan gebied is toegevoegd, heeft van de datum van herindeling af het recht» vervangen door: De gemeenteraad en burgemeester en wethouders van de gemeente waaraan gebied is toegevoegd, hebben met ingang van de datum van herindeling het recht.
4. In het vierde lid wordt «is het bepaalde in het tweede en derde lid» vervangen door: zijn het tweede en derde lid.
CC
In artikel 71a wordt «naar de in de betrokken herindelingsregeling aan te wijzen gemeente» vervangen door: aan de in de betrokken herindelingsregeling aan te wijzen gemeente.
DD
In artikel 72 wordt «arbeidsinschakeling, bedoeld in artikel 10 van die wet» vervangen door: arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 10 van die wet.
EE
Artikel 74 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «de artikelen 34–38 van de Wegenwet» vervangen door: de artikelen 34 tot en met 38 van de Wegenwet.
2. In het tweede lid wordt «de artikelen 39–42 van de Wegenwet» vervangen door: de artikelen 39 tot en met 42 van de Wegenwet.
3. In het derde lid wordt «de Minister van Financiën» vervangen door: Onze Minister van Financiën.
FF
Artikel 96 vervalt.
GG
In artikel 98 wordt «kan worden aangehaald» vervangen door: wordt aangehaald.
In artikel 1, tweede lid, van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek, wordt «de artikelen 8, 9 en 10» vervangen door: artikel 8, 9 of 10.
De Wet gemeenschappelijke regelingen wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 1, eerste lid, 23, derde en vierde lid, 40, eerste lid, 51, eerste lid, 61, eerste lid, 73, eerste lid, en 83, eerste lid, wordt «te zamen» vervangen door: tezamen.
B
In de artikelen 9, derde lid, 83, eerste lid, en 96 wordt «voorzover» vervangen door: voor zover.
C
In artikel 16, vijfde lid, wordt «inlichtingen ingevolge het eerste of het derde lid» vervangen door «inlichtingen ingevolge het tweede of het derde lid» en wordt «verantwoording ingevolge het tweede of het derde lid» vervangen door: verantwoording ingevolge het eerste of het derde lid.
D
Artikel 50a wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef van het eerste lid wordt na de komma een zinsnede ingevoegd, luidende: met uitzondering van artikel 20, vierde lid, en.
2. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, wordt na het eerste lid een nieuw lid ingevoegd, luidende:
2. Wanneer is gehandeld in strijd met het eerste lid, is artikel X 7a, eerste tot en met vijfde lid, van de Kieswet van overeenkomstige toepassing.
E
In artikel 57a, derde lid, wordt «Artikel 56b is van overeenkomstige toepassing» vervangen door: De artikelen 56b en 56c zijn van overeenkomstige toepassing.
F
In artikel 66a, derde lid, wordt «Artikel 65b is van overeenkomstige toepassing» vervangen door: De artikelen 65b en 65c zijn van overeenkomstige toepassing.
G
Aan de artikelen 68, 81 en 91 wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. In afwijking van het zesde lid zijn de artikelen 99 tot en met 109c van de Waterschapswet van overeenkomstige toepassing, voor zover daarvan bij of krachtens deze wet niet is afgeweken, indien uitsluitend door de besturen van de deelnemende waterschappen bevoegdheden zijn overgedragen aan het openbaar lichaam, de bedrijfsvoeringsorganisatie of het gemeenschappelijk orgaan.
H
In artikel 79a, derde lid, wordt «Artikel 78b is van overeenkomstige toepassing» vervangen door: De artikelen 78b en 78c zijn van overeenkomstige toepassing.
I
In artikel 89a, derde lid, wordt «Artikel 88b is van overeenkomstige toepassing» vervangen door: De artikelen 88b en 88c zijn van overeenkomstige toepassing.
J
In de artikelen 94, eerste lid, en 97, eerste lid, wordt «Onze betrokken minister» vervangen door: Onze betrokken Minister.
De Wet Huis voor klokkenluiders wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4, tweede lid, onderdeel c, wordt «zijn aangesteld zijn» steeds vervangen door: zijn aangesteld.
B
Artikel 7 komt te luiden:
1. Indien de afdeling onderzoek geen onderzoek instelt of dit niet voortzet, deelt de afdeling dit onder vermelding van de redenen zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de verzoeker mede.
2. In het geval dat de afdeling onderzoek een onderzoek niet voortzet, doet hij de in het eerste lid bedoelde mededeling tevens aan de werkgever.
C
In artikel 15, eerste lid, wordt «deskundigheden» vervangen door: deskundigen.
In artikel 1.1, onderdeel d, van de Wet maatregelen huurwoningmarkt Caribisch Nederland, wordt na «januari» ingevoegd: voor de betrokken openbare lichamen.
In artikel 1.9 van de Wet normering topinkomens vervalt het tweede lid, alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.
Artikel 22 van de Wet op de lijkbezorging wordt als volgt gewijzigd:
1. In de tweede volzin wordt «de reder» vervangen door «de werkgever» en wordt «artikel 416 Wetboek van Koophandel» vervangen door: artikel 720, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.
2. In de derde volzin wordt «paragraaf 6.5 van de Participatiewet» vervangen door: Paragraaf 6.5 van de Participatiewet.
In artikel XI van de wet van 25 januari 2017, houdende wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en enige andere wetten in verband met de verlaging van de leeftijd waarop men recht heeft op het volwassenminimumloon, in verband met stukloon en meerwerk en enige andere wijzigingen wordt «arbeidsvermogen,» vervangen door «arbeidsvermogen en» en vervalt: , en 252a, tweede lid, onderdeel b, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.
In artikel VI van de wet van 8 maart 2017 tot wijziging van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer, de Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen en de Wet rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman alsmede tot wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers in verband met enkele rechtspositionele aanpassingen van meer technische aard (Stb. 2017, 98) wordt na de eerste volzin een volzin toegevoegd, luidende: Artikel IV, onderdeel A, kan terugwerken tot en met 1 oktober 2015.
De Woningwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 15, tweede lid, wordt «het in artikel 12d, 13, 13a of 14, eerste lid, bedoelde besluit» vervangen door: het in artikel 12d, 13, 13a of 13b, tweede lid, bedoelde besluit.
B
In artikel 30, zesde lid, onderdeel d, vervalt: raad van commissarissen,.
C
In artikel 44, derde lid, wordt «de colleges die gemeenten» vervangen door: de colleges van die gemeenten.
D
In artikel 46, derde lid, wordt «artikel 274a lid 2 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek» vervangen door: artikel 274c lid 2 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.
E
In artikel 54, tweede lid, onderdeel d, wordt «prestatieafspraken als bedoeld in artikel 43, eerste lid» vervangen door «afspraken als bedoeld in artikel 44, tweede lid».
F
In artikel 61, vijfde lid, wordt «53a, tweede lid61d» vervangen door: 53a, tweede lid, 61d.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Artikel II, onderdeel A, artikel IV, onderdeel C, en artikel VIa, onderdelen A en B, kunnen terugwerken tot en met in dat besluit te bepalen tijdstippen.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot
Gegeven te Wassenaar, 28 maart 2018
Willem-Alexander
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
Uitgegeven de negentiende april 2018
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2018-106.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.