Wet van 6 juni 2017, houdende wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra ten einde levensbeschouwelijk onderwijs en godsdienstonderwijs op openbare scholen te bekostigen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra te wijzigen ten einde de bekostiging van het godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs op openbare scholen in de wet te verankeren,

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 50 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de huidige tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw), tweede volzin, wordt «120 uren» vervangen door: 40 uren.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Het bevoegd gezag informeert de ouders in de schoolgids over de mogelijkheid om godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk onderwijs te ontvangen.

B

Aan hoofdstuk I wordt na artikel 184a een artikel toegevoegd, luidend:

Artikel 184b. Bekostiging godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs

  • 1. Onze minister verstrekt bekostiging voor het geven van het onderwijs, bedoeld in artikel 50, eerste en tweede volzin, aan een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid die zich blijkens zijn statuten ten doel stelt het geven van onderwijs als bedoeld in artikel 50, eerste lid, eerste en tweede volzin, voor zover dit wordt gegeven door leraren als bedoeld in artikel 51.

  • 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels gegeven of voorwaarden worden gesteld voor de bekostiging van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk onderwijs.

  • 3. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

ARTIKEL II

De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 53 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de huidige tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw), tweede volzin, wordt «120 uren» vervangen door: 40 uren.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Het bevoegd gezag informeert de ouders in de schoolgids over de mogelijkheid om godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk onderwijs te ontvangen.

B

Aan titel IV wordt na artikel 170a een artikel toegevoegd, luidend:

Artikel 170b. Bekostiging godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs

  • 1. Onze minister verstrekt bekostiging voor het geven van het onderwijs, bedoeld in artikel 53, eerste en tweede volzin, aan een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid die zich blijkens zijn statuten ten doel stelt het geven van onderwijs als bedoeld in artikel 53, eerste lid, eerste en tweede volzin, voor zover dit wordt gegeven door leraren als bedoeld in artikel 54.

  • 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels gegeven of voorwaarden worden gesteld voor de bekostiging van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk onderwijs.

  • 3. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 6 juni 2017

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Uitgegeven de derde juli 2017

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 34 246

Naar boven