Besluit van 22 september 2015 tot wijziging van het Besluit specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid 2011–2015

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 1 september 2015, nr. WJZ/809138 (10590), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 168a, eerste en derde lid, van de Wet op het primair onderwijs;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 9 september 2015, No. W05.15.0301/1);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 17 september 2015, nr. WJZ/814757 (10590), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In het Besluit specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid 2011–2015 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

In artikel 2, tweede lid, wordt «de kalenderjaren 2013, 2014 en 2015» vervangen door «de kalenderjaren 2013, 2014, 2015 en 2016».

B

In artikel 2a, derde lid, wordt «de kalenderjaren 2013, 2014 en 2015» vervangen door «de kalenderjaren 2013, 2014, 2015 en 2016».

C

In artikel 2b, tweede lid, wordt «de kalenderjaren 2013, 2014 en 2015» vervangen door «de kalenderjaren 2013, 2014, 2015 en 2016».

D

In artikel 3 wordt «de jaren 2011, 2012, 2013 of 2014» vervangen door «de jaren 2011, 2012, 2013, 2014 of 2015» en wordt «uiterlijk in 2015» vervangen door «uiterlijk in 2016».

E

In artikel 4 wordt «1 januari 2016» vervangen door «1 januari 2017».

F

In artikel 5 wordt «2011–2015» vervangen door «2011–2016».

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 22 september 2015

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Uitgegeven de derde november 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Met het besluit van 30 oktober 2013 (Stb. 442) is bepaald dat gemeenten tot en met 2015 een (aanvullende) specifieke uitkering ontvangen in het kader van het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (goab). Het onderhavige besluit regelt een verlenging met één jaar van de tot nu toe geldende duur van de specifieke uitkering in het kader van het goab voor alle gemeenten die een specifieke uitkering ontvangen.

De Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (Wet OKE) en de specifieke uitkering goab zijn in 2015 geëvalueerd. De Tweede Kamer is per brief1 geïnformeerd over vervolgstappen mede op basis van de evaluatie. Eén van de vervolgstappen betreft de nadere uitwerking van de toekomstige bekostigingssystematiek voor het goab. Hierover zal het overleg gevoerd worden met onder meer de Tweede Kamer. In afwachting van het overleg wordt met het onderhavige besluit de specifieke uitkering goab met één jaar verlengd.

Uitvoeringsgevolgen

DUO acht het besluit uitvoerbaar.

Administratieve lasten

Bij de voorbereiding van dit besluit is nagegaan of er sprake is van administratieve lasten voor instellingen, bedrijfsleven en burgers. OCW voorziet dat aan dit voorstel geen structurele of administratieve lasten zijn verbonden, omdat de bestaande informatieverplichtingen niet wijzigen.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Kamerstukken II 2014/15, 34 242, nr. 1

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven