Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken | Staatsblad 2014, 14 | Wet |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken | Staatsblad 2014, 14 | Wet |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Economische Zaken aan te passen in verband met de naamswijziging van het ministerie en enige wetstechnische gebreken en leemten te herstellen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Aanbestedingswet 2012 wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 1.1, 1.10, vijfde lid, 1.13, vijfde lid, 1.16, vijfde lid, en 4.28, vijfde lid, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
B
In artikel 2.39, derde lid, wordt «draagt de aanbestedende dienst zorg voor een passende mate van openbaarheid van de aankondiging van het voornemen tot het plaatsen van een overheidsopdracht» vervangen door: maakt de aanbestedende dienst een aankondiging van het voornemen tot het plaatsen van de overheidsopdracht bekend op het elektronische systeem voor aanbestedingen.
C
In artikel 2.58, onderdeel c, wordt «productgroep» vervangen door: dienstencategorie.
D
In artikel 2.71, vijfde lid, wordt «bijlage IV, onderdeel A» vervangen door: bijlage VII, onderdeel A.
E
In artikel 2.110, vijfde lid, vervalt: hij.
F
In artikel 2.121, tweede lid, wordt de zinsnede «het tijdstip en het aanvangsuur» vervangen door: de datum en het aanvangsuur.
G
In artikel 2.130, eerste lid, wordt de zinsnede «iedere inschrijver of gegadigde» vervangen door: iedere betrokken inschrijver of betrokken gegadigde.
H
In artikel 3.61, derde lid, wordt de zinsnede «in het eerste lid, onderdeel a» vervangen door: in het tweede lid, onderdeel a.
I
Artikel 3.65 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vierde lid, wordt na de zinsnede «genoemde uitsluitingsgronden omvatten» ingevoegd: , waarbij van de toepassing van deze artikelen kan worden afgezien op de in artikel 2.88 genoemde gronden.
2. In het vijfde lid wordt na de zinsnede «uitsluitingsgronden in de voorschriften en criteria op» ingevoegd: waarbij van de toepassing van dit artikel kan worden afgezien op de in artikel 2.88 genoemde gronden.
J
In het opschrift van hoofdstuk 3.5 wordt «hoofdstuk 3.5» vervangen door: Hoofdstuk 3.4.
K
Na het opschrift van Hoofdstuk 3.4 (nieuw) wordt het opschrift van een afdeling toegevoegd, luidende: Afdeling 3.4.1 Deelname en toepassing.
L
In het opschrift van afdeling 3.3.6 wordt «Afdeling 3.3.6» vervangen door: Afdeling 3.4.2.
M
In het opschrift van afdeling 3.3.7 wordt «Afdeling 3.3.7» vervangen door: Afdeling 3.4.3.
N
In het opschrift van paragraaf 3.3.7.1 wordt «§ 3.3.7.1» vervangen door: § 3.4.3.1.
O
In het opschrift van paragraaf 3.3.7.2. wordt «§ 3.3.7.2» vervangen door: § 3.4.3.2.
P
In het opschrift van paragraaf 3.3.7.3 wordt «§ 3.3.7.3» vervangen door: § 3.4.3.3.
Q
In het opschrift van paragraaf 3.3.7.4 wordt «§ 3.3.7.4» vervangen door: § 3.4.3.4.
R
In het opschrift van hoofdstuk 3.4 wordt «Hoofdstuk 3.4» vervangen door: Hoofdstuk 3.5.
S
Artikel 4.16 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt de zinsnede «ten minste vijftien kalenderdagen» vervangen door: ten minste twintig kalenderdagen.
2. In het tweede lid, onderdeel c, wordt de zinsnede «ten minste vijftien kalenderdagen» vervangen door: ten minste twintig kalenderdagen.
T
In artikel 4.32, aanhef, wordt «artikel 4.7, eerste lid, onderdeel c» vervangen door «artikel 4.7, eerste lid, onderdelen c en d» en wordt «wegens overtreding van de Mededingingswet als bedoeld in dat onderdeel» vervangen door: wegens overtreding van de Mededingingswet als bedoeld in artikel 4.7, eerste lid, onderdeel c, of wegens overtreding van artikel 101 of artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie als bedoeld in artikel 4.7, eerste lid, onderdeel d,.
De Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1.1 wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
B
In de artikelen 1.1, begripsbepalingen elektronisch systeem voor aanbestedingen, gedragsverklaring aanbesteden en speciale-sectorbedrijf, 2.2, 2.3, tweede lid, en 3.1a, wordt «Aanbestedingswet 20..» telkens vervangen door: Aanbestedingswet 2012.
C
In artikel 2.30, derde lid, wordt «draagt de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf zorg voor een passende mate van openbaarheid van de aankondiging van het voornemen tot het plaatsen van een opdracht» vervangen door: maakt de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf een aankondiging van het voornemen tot het plaatsen van de opdracht bekend op het elektronische systeem voor aanbestedingen.
D
In artikel 2.42, onderdeel c, wordt «productgroep» vervangen door: dienstencategorie.
E
In artikel 2.101, vijfde lid, vervalt: hij.
F
In artikel 2.112, tweede lid, wordt «het tijdstip en het aanvangsuur» vervangen door: de datum en het aanvangsuur.
G
Artikel 2.121 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «iedere inschrijver of gegadigde» vervangen door: iedere betrokken inschrijver of betrokken gegadigde.
2. In het derde lid vervalt de zinsnede «aan de betrokken inschrijvers en betrokken gegadigden».
In artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene douanewet wordt «de Diergeneesmiddelenwet, de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, de Kaderwet diervoeders» vervangen door: de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, de Wet dieren.
Bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4 komt de zinsnede met betrekking tot de Wet inkomstenbelasting 2001 te luiden:
Wet inkomstenbelasting 2001:
a. de artikelen 3.37, eerste lid, en 3.42, eerste lid, voor zover het betreft een besluit van Onze Minister van Economische Zaken, en
b. artikel 3.52a, eerste, tweede en elfde lid, voor zover het betreft een besluit van Onze Minister van Economische Zaken, met uitzondering van een boetebesluit als bedoeld in het elfde lid en een daarmee samenhangende correctie-RDA-beschikking als bedoeld in het tweede lid.
B
In de artikelen 7 en 11 wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd:
Wet inkomstenbelasting 2001: een boetebesluit als bedoeld in artikel 3.52a, elfde lid, en een daarmee samenhangende correctie-RDA-beschikking als bedoeld in het tweede lid van dit artikel.
In artikel 1, onderdeel a, van de Bodemproductiewet 1939 wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
De Boswet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste lid, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
B
In artikel 13, eerste lid, wordt «Onze Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Economische Zaken.
In artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Colportagewet wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
Artikel 1 van de Dienstenwet wordt als volgt gewijzigd:
1. In de begripsomschrijving van «dwingende redenen van algemeen belang» wordt «het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen» vervangen door: het Hof van Justitie van de Europese Unie.
2. In de begripsomschrijving van «Onze Minister» wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
De Distributiewet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste lid, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
B
In artikel 18, eerste lid, vervalt: of, voor zover het de voedselvoorziening betreft de door Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aangewezen ambtenaren.
De Elektriciteitswet 1998 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste lid, onderdeel a, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
B
Artikel 11a, vierde lid, vervalt.
C
Artikel 20a, eerste lid, komt te luiden:
1. De procedure bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet ruimtelijke ordening, is van toepassing op een uitbreiding van het landelijk hoogspanningsnet voor zover het betreft:
a. de van dat net deel uitmakende netten bestemd voor het transport van elektriciteit op een spanningsniveau van 220 kV of hoger en die als zodanig worden bedreven met inbegrip van de aansluitingen op die netten,
b. de van dat net deel uitmakende landsgrensoverschrijdende netten op een spanningsniveau van 500 V of hoger met inbegrip van de aansluitingen op die netten, of
c. de aanleg of uitbreiding van een landsgrensoverschrijdend net met inbegrip van de aansluitingen op zo’n net, en het een project betreft voor elektriciteit dat is opgenomen op de Unielijst van projecten van gemeenschappelijk belang, bedoeld in artikel 3, vierde lid, Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 713/2009, (EG) nr. 714/2009 en (EG) nr. 715/2009 (PbEU 2013, L 115).
In artikel 10 van de Experimentenwet BI-zones wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
In artikel 1, eerste lid, van de Flora- en Faunawet wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
De Gaswet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste lid, onderdeel a, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
B
In artikel 12, derde lid, wordt «bij koninklijk besluit» vervangen door: bij besluit van Onze Minister.
C
Onder verlettering van artikel 39b, eerste lid, onderdeel c, tot onderdeel d, wordt een nieuw onderdeel c ingevoegd, luidende:
c. een uitbreiding van het landelijk gastransportnet of de aanleg of uitbreiding van een landsgrensoverschrijdend gastransportnet met inbegrip van de aansluitingen op zo’n net, voor zover het een project betreft voor gas dat is opgenomen op de Unielijst van projecten van gemeenschappelijk belang, bedoeld in artikel 3, vierde lid, Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 713/2009, (EG) nr. 714/2009 en (EG) nr. 715/2009 (PbEU 2013, L 115);.
De Gezondheids- en welzijnswet voor dieren wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste lid, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
B
In artikel 95b, onderdelen a tot en met d, wordt «het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» telkens vervangen door: het Ministerie van Economische Zaken.
In de artikelen 3, eerste lid, en 6a, eerste lid, van de Hamsterwet wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
De Handelsregisterwet 2007 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste lid, onderdeel a, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
B
In de artikelen 5, onderdeel c, en 6, eerste lid, onderdeel a, vervalt: , een Europese commanditaire vennootschap.
C
In artikel 24, eerste lid, wordt de zinsnede «een Europese commanditaire vennootschapof» vervangen door: een Europese coöperatieve vennootschap of.
D
In de artikelen 28 en 31 wordt «een bestuursorgaan» telkens vervangen door: een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht.
E
In artikel 28, tweede lid, wordt «gegevens als bedoeld in het eerste en tweede lid» vervangen door: gegevens als bedoeld in het eerste lid.
F
In de artikelen 30 en 32 wordt «Een bestuursorgaan» telkens vervangen door: Een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht.
G
In artikel 50, derde lid, wordt «bijdrage» vervangen door: vergoeding.
In artikel 39 van de IJkwet BES wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
De Kernenergiewet wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 1, tweede lid, 21, zesde lid, 22, vierde lid, 26, eerste lid, onderdeel c, 33, vierde lid, 35, 37b, eerste lid, 58, tweede lid, wordt «Onze Ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid» telkens vervangen door: Onze Ministers van Economische Zaken en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
B
In de artikelen 13, derde lid, 15, aanhef, 15aa, 15b, tweede lid, 15d, tweede lid, 18a, eerste en tweede lid, 19, 20, tweede lid, 20a, eerste en derde lid, 26, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, 29, eerste lid, 29a, tweede lid, onderdeel c, 37a, 38, onderdeel a, en 70, tweede en derde lid, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
C
In artikel 15b, vierde lid, wordt "als in het tweede lid bedoeld» vervangen door: als in het derde lid bedoeld.
D
In artikel 15f, eerste lid, wordt «Onze Ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Financiën» vervangen door: Onze Ministers van Economische Zaken en van Financiën.
E
In de artikelen 32, vijfde lid, en 69, eerste en tweede lid, wordt «Onze Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» telkens vervangen door: Onze Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Economische Zaken.
F
In de artikelen 69a, eerste lid, en 69c, eerste lid, wordt «Onze Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport» vervangen door: Onze Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Economische Zaken en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
G
In artikel 76, eerste lid, wordt «Onze Ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en, behoudens ingeval het een maatregel krachtens artikel 21 betreft, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport» vervangen door: Onze Ministers van Economische Zaken, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en, behoudens ingeval het een maatregel krachtens artikel 21 betreft, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
De Landbouwkwaliteitswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de begripsomschrijving van «Onze Minister» wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
2. De begripsomschrijving «verordening 510/2006: verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (PbEU L 93);» wordt vervangen door: verordening (EU) 1151/2012: verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PbEU 2012, L 343);.
3. In de begripsomschrijving van «geografische aanduiding» wordt «artikel 2, eerste lid, onder b, van verordening 510/2006» vervangen door: artikel 5, tweede lid, van verordening (EU) 1151/2012.
4. In de begripsomschrijving van «geografische oorsprongsbenaming» wordt «artikel 2, eerste lid, onder a, van verordening 510/2006» vervangen door: artikel 5, eerste lid, van verordening (EU) 1151/2012.
5. In de begripsomschrijving van «houder van een geografische aanduiding of geografische oorsprongsbenaming» wordt «verordening 510/2006» vervangen door: verordening (EU) 1151/2012.
B
In artikel 13a, eerste lid, wordt «verordening 510/2006» vervangen door: verordening (EU) 1151/2012.
In artikel 1, eerste lid, van de Landbouwwet wordt «Onze Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
De Mededingingswet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel a, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
B
In artikel 92, tweede lid, wordt «het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: het Ministerie van Economische Zaken.
De Metrologiewet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel a, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
B
In de artikelen 12, vierde lid, en 17, wordt «de Commissie van de Europese Gemeenschappen» telkens vervangen door: de Europese Commissie.
De Mijnbouwwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel p, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
B
In artikel 112 wordt «het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: het Ministerie van Economische Zaken.
C
Aan artikel 141a, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. een mijnbouwwerk of pijpleidingen, voor zover het een project betreft voor olie of koolstofdioxide dat is opgenomen op de Unielijst van projecten van gemeenschappelijk belang, bedoeld in artikel 3, vierde lid, Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 713/2009, (EG) nr. 714/2009 en (EG) nr. 715/2009 (PbEU 2013, L 115).
In de artikelen 1a, derde lid, 2, tweede lid, 5, derde lid, 7 en 8 van de Mijnwet BES wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
In artikel 1, eerste lid, onderdelen d en e, van de Natuurschoonwet 1928 wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
De Personeelswet Postbank N.V. wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 2, vierde lid, en 4, wordt «Onze Ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Financiën» telkens vervangen door: Onze Ministers van Economische Zaken en van Financiën.
B
In artikel 3, derde lid, wordt «Onze Ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, van Financiën en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties» vervangen door: Onze Ministers van Economische Zaken, van Financiën en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De Personeelswet PTT Nederland NV wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel e, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
B
In artikel 4, derde en vierde lid, wordt «het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» telkens vervangen door: het Ministerie van Economische Zaken.
In artikel 1, eerste lid, van de Petroleumwet Saba Bank BES wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
De Plantenziektenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel a, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
B
Artikel 1, onderdeel b, komt te luiden:
inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit alsmede de ambtenaar die hem vervangt;.
C
In de artikelen 2, derde en vierde lid, en 5 wordt «directeur» telkens vervangen door: inspecteur-generaal.
D
In artikel 6a, eerste lid, wordt «de Plantenziektenkundige Dienst» vervangen door: de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
In artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Postwet 2009 wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
De Prijzennoodwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste lid, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
B
In artikel 2 wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
In artikel 1, eerste lid, van de Prijzenwet wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
In artikel 10 van de Prijzenwet BES wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
Artikel 1 van de Telecommunicatiewet wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
2. In onderdeel aaa wordt «richtlijn» vervangen door: Richtlijn
In artikel 1, onderdeel a, van de TNO-wet wordt «Onze minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze minister van Economische Zaken.
De Uitvoeringswet grondkamers wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 5, vierde lid, wordt «Onze Ministers van Veiligheid en Justitie en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Ministers van Veiligheid en Justitie en van Economische Zaken.
B
In artikel 19, eerste lid, wordt «348, derde lid, 354, tweede lid» vervangen door: 348, tweede lid, 354, derde lid.
C
In artikel 40, eerste lid, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
In artikel 1, eerste lid, onderdeel r, van de Uitvoeringswet verdrag chemische wapens wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
De Visserijwet 1963 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste lid, onderdeel a, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
B
In artikel 21, eerste lid, wordt de zinsnede «artikel 1, eerste lid, onder d» vervangen door: artikel 1, vierde lid, onderdeel d.
C
In artikel 49, vierde lid, wordt «het vierde lid» vervangen door: het derde lid.
In artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Visserijwet BES wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
In de artikelen 5, eerste en tweede lid, 9, vierde lid, 13, derde lid, en 23, vierde lid, van de Vorderingswet wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
In de artikelen 4, tweede lid, 6, eerste lid, 7, eerste lid, 7a, eerste lid, 7c, eerste en zesde lid, 7d, 7e, 9, 13, tweede lid, 52, eerste lid, 52a, tweede lid, 52b, eerste lid, en 52c, eerste lid, van de Waarborgwet 1986 wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
Artikel 1 van de Warmtewet wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
2. In onderdeel d vervalt: of -koeling.
In artikel 1, onderdeel a, van de Wet aanwijzing nationale accreditatie-instantie wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
In artikel 1, eerste lid, van de Wet aardgasprijzen wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
De Wet agrarisch grondverkeer wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
B
In artikel 32, eerste en vierde lid, wordt «het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: het Ministerie van Economische Zaken.
In de artikelen 2, derde lid, en 2a, derde lid, van de Wet beschikbaarheid goederen wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
De Wet dieren wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. De definitie van dierlijke bijproducten komt te luiden: niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke producten.
2. De definitie van Onze Minister komt te luiden: Onze Minister van Economische Zaken.
B
Artikel 1.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt na «Het bij en krachtens deze wet gestelde over dierlijke producten» een zinsnede ingevoegd, luidende: is tevens van toepassing ten aanzien van dierlijke producten van andere dan gehouden dieren en.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Het bij en krachtens deze wet gestelde over diergeneesmiddelen en diervoeders is met betrekking tot toepassing, onderscheidenlijk gebruik bij dieren tevens van toepassing ten aanzien van andere dan gehouden dieren.
C
In artikel 1.3, tweede lid, eerste volzin, wordt «de eigenwaarde van dieren» vervangen door: de eigen waarde van dieren.
D
Artikel 2.8 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt na «voorschriften» ingevoegd: en beperkingen.
2. In het vijfde lid, wordt «derde lid» vervangen door: eerste lid en vierde lid
E
Artikel 2.19 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt: «of een diervoeder met medicinale werking».
2. In het derde lid, onderdeel a, aanhef, wordt «artikel 7.7» vervangen door: artikel 7.5, eerste lid,.
3. In het zesde lid wordt na «een homeopathisch diergeneesmiddel» een zinsnede ingevoegd, luidende: in bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen.
4. Het achtste lid komt te luiden:
8. Voorschriften en beperkingen die zijn verbonden aan een vergunning als bedoeld in het eerste lid die is verstrekt voor het in de handel brengen van een diergeneesmiddel, gelden voor een ieder die een handeling als bedoeld in het eerste lid verricht.
F
In artikel 2.20, derde lid, wordt na «gebruikt» een zinsnede ingevoegd, luidende: , of diervoeders met medicinale werking.
G
Artikel 2.21 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «diergeneesmiddelen, diervoeders met medicinale werking, voormengsels voor diervoeders met medicinale werking of halffabrikaten daarvan» vervangen door: diergeneesmiddelen of diervoeders met medicinale werking.
2. In het tweede lid wordt «diergeneesmiddelen of diervoeders met medicinale werking, voormengsels of halffabrikaten» vervangen door: diergeneesmiddelen of diervoeders met medicinale werking.
3. In het zesde lid vervalt: , voormengsels voor diervoeders met medicinale werking of halffabrikaten daarvan.
H
Artikel 2.23 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vijfde lid vervalt onder vernummering van het zesde lid tot vijfde lid.
2. Er wordt een nieuw zesde lid toegevoegd, luidende:
6. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag tot een vergunning als bedoeld in het tweede lid.
I
Artikel 2.25 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «bij of krachtens algemene maatregel» vervangen door «bij of krachtens algemene maatregel van bestuur» en wordt «het toepassen van diergeneesmiddelen, diervoeders, substanties of andere stoffen of producten bij dieren» vervangen door: het bij dieren of op cel- of weefselcultures bij dieren toepassen van diergeneesmiddelen, diervoeders, substanties of andere stoffen, of producten.
2. In het derde lid, aanhef, wordt «het toepassen van diergeneesmiddelen, diervoeders, bij of krachtens die maatregel aangewezen substanties of andere stoffen of producten bij dieren» vervangen door: het bij dieren of op cel- of weefselcultures bij dieren toepassen van diergeneesmiddelen, diervoeders, bij of krachtens die maatregel aangewezen substanties of andere stoffen, of producten.
3. In het derde lid, onderdeel d, wordt na «dieren» ingevoegd: , dan wel cel- of weefselcultures van dieren.
J
In artikel 3.2, derde lid, wordt «Het eerste, het tweede en het derde lid» vervangen door: het eerste en tweede lid.
K
In artikel 3.3, vijfde lid, eerste volzin, vervallen de woorden «de in een werkgebied ingevolge».
L
Artikel 5.10, zesde lid, wordt vernummerd tot vijfde lid.
M
In artikel 6.3, tweede lid, wordt «In afwijking van het eerste lid» vervangen door: Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.
N
In artikel 6.4, eerste lid, wordt «Onze Minister kan» vervangen door: In afwijking van het bepaalde in de hoofdstukken 2 en 3 kan Onze Minister.
O
Artikel 7.1 komt te luiden:
Dit hoofdstuk is van toepassing op besluiten die krachtens deze wet worden genomen. Bij de regels gesteld krachtens deze wet kan worden bepaald dat voor een handeling waarop die regels betrekking hebben een melding of een besluit tot verlening van een vergunning, erkenning, toestemming, toelating, registratie, bewijs van vakbekwaamheid, goedkeuring, vrijstelling, ontheffing, algemeen verbindend verklaring of certificering is vereist, kan worden verleend of kan worden verstrekt.
P
Artikel 7.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt «op aanvraag».
2. Het derde lid komt te luiden:
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur dan wel bij ministeriële regeling wordt bepaald dat paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op een aanvraag tot verlening of wijziging van een besluit als bedoeld in artikel 7.1, tenzij EU-rechtshandelingen, het belang van de gezondheid van de mens, dieren of planten, het belang van het welzijn van dieren, of het belang van het milieu zich daartegen verzetten.
3. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:
4. Het derde lid is niet van toepassing op besluiten met betrekking tot vergunningen waarop, met toepassing van artikel 28 van de Dienstenwet, paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is.
5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling kan met betrekking tot de in het vierde lid bedoelde besluiten toepassing worden gegeven aan artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet.
Q
Artikel 7.5 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. De voorschriften en beperkingen, bedoeld in het eerste lid, kunnen op aanvraag of ambtshalve gewijzigd, aangevuld of ingetrokken worden.
3. In het derde lid wordt na «voorschriften» ingevoegd: en beperkingen.
4. In het vierde lid vervalt na «voorschriften en beperkingen» de komma.
R
Artikel 7.6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Bij ministeriële regeling worden regels gesteld» vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld.
2. In het derde lid wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling.
S
Artikel 7.7 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat Onze Minister over een besluit als bedoeld in artikel 7.1, of de wijziging, de verlenging, de schorsing of de intrekking daarvan, wordt geadviseerd door een commissie.
2. In het tweede lid wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling.
T
Artikel 7.9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, eerste volzin, wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling.
2. In het eerste lid, tweede volzin, wordt «bij ministeriële regeling» vervangen door: bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling.
U
In artikel 8.1 wordt «aangewezen ambtenaren en personen» vervangen door: aangewezen ambtenaren en andere personen.
V
In artikel 8.6, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, wordt «3.2, eerste, tweede en derde lid» vervangen door: 3.2, eerste en tweede lid.
W
In artikel 8.8, eerste lid, vervallen de woorden: ten hoogste.
X
In artikel 8.27, tweede en derde lid, wordt «het veterinaire tuchtcollege» telkens vervangen door: het veterinair tuchtcollege.
Y
In artikel 8.43 wordt «Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld» vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld.
Z
In artikel 8.44, derde lid, wordt «aanvragen» vervangen door «verzoeken» en wordt na «zijn» het woordje «de» ingevoegd.
AA
In artikel 9.3, eerste lid, onderdelen a tot en met d wordt «het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit» vervangen door: het Ministerie van Economische Zaken.
AB
Artikel 10.1, derde lid, komt te luiden:
3. In afwijking van artikel 7.1 zijn de artikelen 7.3, 7.4, eerste lid, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, 7.5, vierde lid, 7.6, eerste en tweede lid, onderdeel a, 7.8, eerste lid, en 7.9 niet van toepassing ten aanzien van het verlenen van een vrijstelling of ontheffing als bedoeld in het eerste lid.
AC
In artikel 10.2, tweede lid, wordt na «Bij algemene maatregel van bestuur kunnen voor de toepassing van» een zinsnede ingevoegd, luidende: hoofdstuk 2, paragraaf 2, en.
AD
In artikel 10.10 wordt «en 2.16, eerste lid» vervangen door: 2.16, eerste lid.
In artikel 19, eerste lid, van de Wet elektriciteitsconcessies BES wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
In artikel 3, tweede lid, van de Wet financiering pensioenvoorzieningen steenkolenmijnindustrie wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
De Wet Fonds economische structuurversterking wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, derde lid, wordt «Onze Ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Financiën» vervangen door: Onze Ministers van Economische Zaken en van Financiën.
B
In de artikelen 2, eerste lid, onderdeel d, en zevende lid, en 5 wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
In de artikelen 1, eerste lid, en 4, vierde lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
In artikel 2 van de Wet goedkeuring en uitvoering Markham-overeenkomst wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
De Wet grondslagen natuurbeheer- en bescherming BES wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 1, eerste lid, onderdeel a, wordt «minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
2. In het opschrift van hoofdstuk II en de artikelen 2, vierde en zesde lid, 6, tweede lid, onderdeel 4, 9, vierde lid, 10, derde lid, 15, tweede lid, 21, vijfde lid, 25, 27, tweede en vierde lid, 28, tweede lid, en 35, tweede tot en met zevende lid, wordt «de Minister» telkens vervangen door: Onze Minister.
3. In de artikelen 2, eerste en tweede lid, 5, eerste lid, 6, eerste lid, 10, vierde lid, 20, 23, eerste lid, 26, 27, derde en vierde lid, 28, eerste lid, 29, eerste en tweede lid, 30, tweede lid, en 31 wordt «De Minister» telkens vervangen door: Onze Minister.
In artikel 1.1, onderdeel i, van de Wet handhaving consumentenbescherming wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
In artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
In artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
De Wet inzake het Agentschap der Westeuropese Unie wordt ingetrokken.
Artikel 2 van de Wet medewerking verdedigingsvoorbereiding wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en derde lid wordt «Onze Ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, van Defensie of van Financiën» telkens vervangen door: Onze Ministers van Economische Zaken, van Defensie of van Financiën.
2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
In artikel 1 van de Wet merken BES wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
De Wet milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 13.1, tweede lid, wordt «de artikelen 3.1, 3.3, 3.4, 3.5 en 3.6 van de Wet dieren» vervangen door: de artikelen 3.1, 3.3 tot en met 3.6, 6.4 en 7.1 van de Wet dieren met betrekking tot dierlijke bijproducten.
B
Artikel 22.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «artikel 3.1 van de Wet dieren» vervangen door «de artikelen 3.1, 3.3 tot en met 3.6, 6.4 en 7.1 van de Wet dieren met betrekking tot dierlijke bijproducten».
2. In het negende lid wordt «de artikelen 3.1, 3.3, 3.4, 3.5 en 3.6 van de Wet dieren» vervangen door: de artikelen 3.1, 3.3 tot en met 3.6, 6.4 en 7.1 van de Wet dieren met betrekking tot dierlijke bijproducten.
In artikel 4 van de Wet omzetting tak Rijksdienst, omvattende de Staatsmijnen in Limburg, in een naamloze vennootschap wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
De Wet onafhankelijke risicobeoordeling Voedsel en Waren Autoriteit wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
2. Onderdeel b, komt te luiden:
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, ressorterend onder Onze Minister.
B
In artikel 14 wordt «Voedsel en Waren Autoriteit» vervangen door: Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
In artikel 128a, eerste lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie wordt «Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Onze Minister van Economische Zaken of Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit» vervangen door: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid of Onze Minister van Economische Zaken.
De Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onder 3°, vervalt de zinsnede met betrekking tot de Wet dieren.
B
In artikel 1a, onder 3°, wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd: de Wet dieren, artikelen 3.3 tot en met 3.6, al dan niet in samenhang met artikel 6.2, eerste lid, artikel 6.4, eerste lid, of artikel 7.5, derde lid;.
In artikel 22, eerste lid, van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
Artikel in artikel 75, eerste lid, van de Wet op de Kamer van Koophandel, wordt «de Kamers van koophandel en fabrieken» vervangen door: de kamers van koophandel en fabrieken.
In artikel 1, eerste lid, van de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
De Wet op het Centraal bureau voor de statistiek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel a, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
B
In artikel 39, eerste lid, wordt «de Europese Raad» vervangen door: de Raad van de Europese Unie.
De Wet post BES wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel a, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
B
In de artikelen 8, vierde lid, en 10 wordt «de rechter in eerste aanleg, zittingsplaats Curaçao» vervangen door: het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
In artikel 1, onderdeel a, van de Wet ruimtevaartactiviteiten wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
In artikel 1, onderdeel a, van de Wet schadefonds olietankschepen wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
In artikel 1, onderdeel a, van de Wet telecommunicatievoorzieningen BES wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
In artikel 1, eerste lid, van de Wet uitvoering antiboycotverordening wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
In de artikelen 1, 5, eerste en tweede lid, en 7, vierde lid, van de Wet uitvoering EG-mededingingsverordeningen wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
In artikel 1 van de Wet uitvoering Internationaal Energieprogramma wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
De wet van 21 april 1947, houdende de voorbereiding van de vaststelling van een Centraal Economisch Plan (Stb. 1947, H 127) wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 komt te luiden:
B
In de artikelen 2, eerste lid, 4, derde lid, en 6, eerste en derde lid, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
In artikel II van de Wet van 30 januari 2002 tot wijziging van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (veterinair complex) (Stb. 2002, 88) wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
De Wet van 31 mei 1937, houdende de omzetting van de Rijksstudiedienst voor de luchtvaart in een stichting (Stb. 1937, 523) wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 2, tweede volzin, en 4 wordt «Onze Ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Financiën» telkens vervangen door: Onze Ministers van Economische Zaken en Financiën.
B
In de artikelen 2, derde volzin, en 3 wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
In artikel 1, onderdeel d, van de Wet verbod pelsdierhouderij wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
In artikel 1, onderdeel b, van de Wet verdrag chemische wapens BES wordt «Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
De Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel a, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
B
In de artikelen 17, eerste lid, en 18, eerste lid, wordt « het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» telkens vervangen door: het Ministerie van Economische Zaken.
De Wet vestiging bedrijven BES wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4, eerste lid, wordt de zinsnede «de artikelen 5 tot en met 12 van de Handelsregisterwet BES» vervangen door: de artikelen 12 tot en met 21 van het Handelsregisterbesluit BES
B
In artikel 5, tweede lid, wordt «de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
De Wet voorraadvorming aardolieproducten 2012 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Onze Minister kan nadere regels stellen met betrekking tot de melding van overdrachten als bedoeld in de artikelen 11, vierde lid, en 14, eerste lid, onder d.
B
Artikel 31 komt te luiden:
De voor het uitoefenen van toezicht aangewezen ambtenaren zijn belast met het verlenen van bijstand aan inspecties op grond van richtlijn 2009/119/EG door personen die de Europese Commissie daartoe heeft gemachtigd. Op deze inspecties is afdeling 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.
In artikel 12 van de Wet winkelsluiting BES wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
De Zaaizaad- en plantgoedwet 2005 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel a, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
B
In de artikelen 1, onderdeel n, 26, eerste lid, 27, zesde lid, 30, derde lid, 35, tweede lid, 39, eerste lid, onderdeel a, en vierde lid, en 85 wordt «de Commissie van de Europese Gemeenschappen» telkens vervangen door: de Europese Commissie.
1. De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
2. In afwijking van het eerste lid treedt artikel I, onderdeel T, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst en werkt terug tot 1 april 2013.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot
Gegeven te Wassenaar, 18 december 2013
Willem-Alexander
De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp
Uitgegeven de zeventiende januari 2014
De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2014-14.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.