Wet van 28 februari 2013 inzake partiële wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enkele andere wetten in verband met de aanpassing van het materieel strafrecht aan recente ontwikkelingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Wetboek van Strafrecht te wijzigen in verband met de strafbaarstelling van het verbod op gevaarzetting van het luchtverkeer en enkele andere aanpassingen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling Advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:

Aa

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt als volgt te luiden:

  • 2. De duur van de tijdelijke gevangenisstraf is ten minste een dag en ten hoogste achttien jaren.

2. In het derde lid wordt «vijftien jaren» vervangen door: achttien jaren.

A

In artikel 139d, derde lid, wordt «artikel 138a, tweede of derde lid» vervangen door: artikel 138ab, tweede of derde lid.

B

In de artikelen 164, eerste lid, en 165, eerste lid, wordt na «spoorweg» telkens ingevoegd: of voor het luchtverkeer.

C

In artikel 197c wordt «drie jaren» vervangen door: vier jaren.

D

Artikel 273f wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, aanhef, wordt «acht jaren» vervangen door: twaalf jaren.

2. In het derde lid wordt «twaalf jaren» vervangen door: vijftien jaren.

3. In het vierde lid wordt «vijftien jaren» vervangen door: achttien jaren.

4. In het vijfde lid wordt «gevangenisstraf van ten hoogste achttien jaren» vervangen door: levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren.

E

In artikel 328ter, tweede lid, wordt «de gift of belofte» vervangen door: de gift, belofte of dienst.

F

Aan artikel 429 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel 5° door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • 6°. hij die zich zodanig gedraagt dat gevaar voor het luchtverkeer wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer in de lucht wordt gehinderd of kan worden gehinderd.

ARTIKEL II

Het Wetboek van Strafrecht BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 1bis° wordt na «artikelen 137, 138, » ingevoegd: 139,.

2. Onderdeel 6° komt te luiden:

  • 6°.

    • a. aan de misdrijven omschreven in de artikelen 146, 163, 167c, 172, 174, 179a, 195, 298, 300, 301, 302, 315, 316, 366, 370, 372, 399a, vierde lid, 399b, tweede lid, 399c en 428, indien het feit is begaan tegen een Nederlands zeegaand vaartuig, hetzij tegen of aan boord van enig ander zeegaand vaartuig en de verdachte zich in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bevindt;

    • b. aan een der misdrijven, omschreven in de artikelen 167c, 179a, 298, 300, 301, 302, 315, 316, 366, 370, 372, 399a, vierde lid, en 399b, tweede lid, begaan op of tegen een installatie ter zee, wanneer de verdachte zich in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bevindt.

3. In onderdeel 7°, onder a, wordt «die feiten zijn begaan» vervangen door: het feit is gepleegd.

4. Na onderdeel 10° wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • 10bis°. aan het misdrijf, omschreven in artikel 295ao, wanneer hetzij het feit is begaan met het oogmerk een overheid van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba te dwingen een handeling te verrichten of zich te onthouden van het verrichten daarvan, hetzij de verdachte zich in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bevindt.

5. In de onderdelen 11° en 12° wordt telkens na «167d, 168, » ingevoegd «168a, », wordt na «302, 366, » ingevoegd «367a, » en wordt «399a en 399b» vervangen door: 399a, 399b en 399d.

6. In onderdeel 15° wordt na «297, eerste lid, » ingevoegd «297a, » en wordt na «324, » ingevoegd: 324a,.

7. In onderdeel 16° wordt na «297, eerste lid, » ingevoegd: 297a,.

B

In artikel 131 wordt na «opzettelijk iemand verhindert zijn» ingevoegd: of eens anders.

C

In artikel 132 wordt na «door gift of belofte iemand omkoopt om zijn» ingevoegd: of eens anders.

D

In de artikelen 170, eerste lid, en 171, eerste lid, wordt na «spoorweg» telkens ingevoegd: of voor het luchtverkeer.

E

In artikel 203c wordt «drie jaren» vervangen door: vier jaren.

F

Artikel 286f wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, aanhef, wordt «zes jaren» vervangen door: twaalf jaren.

2. In het derde lid wordt «acht jaren» vervangen door: vijftien jaren.

3. In het vierde lid wordt «tien jaren» vervangen door: achttien jaren.

4. In het vijfde lid wordt «gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren» vervangen door: levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren.

G

Artikel 297 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst van het artikel wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. De zinsnede «In het geval onder N°.2 omschreven» wordt vervangen door: 2. In het geval, bedoeld in het eerste lid, onder 2°.

H

Artikel 341ter wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «een gift of belofte aanneemt en dit aannemen» vervangen door «een gift, belofte of dienst aanneemt dan wel vraagt, en dit aannemen of vragen» en wordt «een jaar» vervangen door: twee jaren.

2. In het tweede lid wordt na «een gift of belofte doet» vervangen door «een gift of belofte doet dan wel een dienst verleent of aanbiedt» en wordt «de gift of belofte» vervangen door: de gift, belofte of dienst.

I

Aan artikel 448 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel 3° door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • 4°. hij die zich zodanig gedraagt dat gevaar voor het luchtverkeer wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer in de lucht wordt gehinderd of kan worden gehinderd.

ARTIKEL III

Artikel 37ha van de Luchtvaartwet wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst van het artikel wordt de aanduiding «1» geplaatst.

2. In het nieuwe eerste lid vervalt «daarbij».

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Een gelijke verplichting bestaat voor degene die anders dan bedoeld in het eerste lid ten behoeve van de beveiliging van de burgerluchtvaart een vertrouwensfunctie als bedoeld in artikel 3 van de Wet veiligheidsonderzoeken vervult.

ARTIKEL IV

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 28 februari 2013

Beatrix

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Uitgegeven de zevende maart 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 33 185

Naar boven