Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatsblad 2012, 69 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatsblad 2012, 69 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 december 2011, nr. IVV/OOG/2011/22929;
Gelet op
voor wat betreft de artikelen I en II: artikel 50, eerste lid, van de Politiewet 1993;
voor wat betreft artikel III: artikel 19a van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren;
voor wat betreft artikel IV: artikel 24 van de wet van 15 juni 1972 tot gemeentelijke herindeling van Noordwest-Overijssel (Stb. 449);
voor wat betreft artikel V: de artikelen 33, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs en 33, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra;
voor wat betreft artikel VI: artikel 125 van de Ambtenarenwet;
voor wat betreft de artikelen VII en VIII: artikel 2, vijfde lid, van de Kaderwet militaire pensioenen;
voor wat betreft artikel IX: de artikelen 125, eerste lid, en 134, eerste lid, van de Ambtenarenwet;
voor wat betreft de artikelen X en XI: de artikelen 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet en 12 van de Militaire Ambtenarenwet 1931;
voor wat betreft artikel XII: artikel 33, vierde lid, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945;
voor wat betreft artikel XIII: artikel 21, vierde lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945;
en voor wat betreft artikel XIV: de artikelen 12, eerste lid, en 20, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945, 11, eerste lid, en 20, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers en 16, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 11 januari 2012, No. W12.11.0531/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 februari 2012, nr. IVV/OOG/2012/1411;
Hebben goedgevonden en verstaan:
In artikel 5, onderdeel c, van het Besluit suppletieregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector politie wordt «met ingang van de eerste dag van de maand waarin» vervangen door: met ingang van de dag waarop.
In artikel V, onderdeel A, van het Besluit van 13 juni 1996, houdende wijziging van onder andere het Besluit algemene rechtspositie politie en het Besluit bezoldiging politie in verband met de invoering van de WAO-conforme uitkering (Stb. 358) wordt «doch niet langer dan tot de eerste van de maand waarin hij de leeftijd van 65 jaar bereikt» vervangen door: doch niet langer dan tot de dag waarop hij de leeftijd van 65 jaar bereikt.
In artikel 22, vierde lid, onderdeel b, van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren wordt «met ingang van de eerste dag van de maand waarin» vervangen door: met ingang van de dag waarop.
In artikel 18, tweede lid, van het Besluit van 23 november 1972, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 24 van de wet van 15 juni 1972, Stb. 449, tot gemeentelijke herindeling van Noordwest-Overijssel (Stb. 672) wordt «uiterlijk tot de eerste dag van de maand waarin hij de leeftijd van 65 jaar bereikt» vervangen door: uiterlijk tot de dag waarop hij de leeftijd van 65 jaar bereikt.
Het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel primair onderwijs wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 9, derde lid, onderdeel a, wordt «tot de eerste dag van de maand waarin hij 65 jaar wordt» vervangen door: tot de dag waarop hij 65 jaar wordt.
B
In artikel 15a, vierde lid, onderdeel b, wordt «tot de eerste dag van de maand waarin de betrokkene 65 jaar wordt» vervangen door: tot de dag waarop de betrokkene 65 jaar wordt.
Artikel 65 van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie wordt gewijzigd als volgt:
1. In het vierde lid, wordt «met ingang van de eerste dag van de maand waarin de gewezen ambtenaar de leeftijd van 65 jaar bereikt» telkens vervangen door: met ingang van de dag waarop de gewezen ambtenaar de leeftijd van 65 jaar bereikt.
2. In het vijfde lid wordt «met ingang van de maand waarin de overleden ambtenaar de leeftijd van 65 jaar zou hebben bereikt» vervangen door: met ingang van de dag waarop de overleden ambtenaar de leeftijd van 65 jaar zou hebben bereikt.
Het Besluit bijzondere militaire pensioenen wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 2, eerste lid, wordt «vanaf de eerste dag van de maand waarin hij de leeftijd van 65 jaar bereikt» vervangen door: vanaf de dag waarop hij de leeftijd van 65 jaar bereikt.
B
Artikel 7, derde lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. met ingang van de dag waarop de militair aan wiens overlijden het wordt ontleend de leeftijd van 65 jaar zou hebben bereikt.
C
In artikel 9, vierde lid, wordt «tot de eerste dag van de maand waarin hij de leeftijd van 65 jaar bereikt» vervangen door: tot de dag waarop hij de leeftijd van 65 jaar bereikt.
D
In artikel 17, onder 10e wordt «op de eerste dag van de maand waarin hij de leeftijd van 65 jaar bereikt» vervangen door: op de dag waarop hij de leeftijd van 65 jaar bereikt.
In artikel 16, eerste lid, van het Besluit aanvullende arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen wordt «op de eerste dag van de maand waarin de rechthebbende de leeftijd van 65 jaar bereikt» vervangen door: op de dag waarop de rechthebbende de leeftijd van 65 jaar bereikt.
Artikel 5, onderdeel a, van het Besluit aanvulling arbeidsongeschiktheidsuitkering burgerlijke ambtenaren defensie komt te luiden:
a. met ingang van de dag waarop de betrokkene de leeftijd van 65 jaar bereikt;.
In artikel 2, tweede lid, van het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Defensie wordt «tot de eerste dag van de kalendermaand waarin hij de leeftijd van 65 jaar bereikt» vervangen door: tot de dag waarop hij de leeftijd van 65 jaar bereikt.
Artikel 5, onderdeel c, van de Suppletieregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector Defensie komt te luiden:
c. met ingang van de dag waarop de betrokkene de leeftijd van 65 jaar bereikt.
In artikel 3a, tweede lid, van het Besluit draagkracht burger-oorlogsslachtoffers wordt «met ingang van de maand waarin de gerechtigde 65 jaar wordt» vervangen door: met ingang van de dag waarop de gerechtigde 65 jaar wordt.
In artikel 3a, tweede lid, van het Besluit draagkracht vervolgden wordt «met ingang van de maand waarin de gerechtigde 65 jaar wordt» vervangen door: met ingang van de dag waarop de gerechtigde 65 jaar wordt.
In de artikelen 2, tweede lid, onderdeel i, van het Besluit van 9 augustus 1948, tot uitvoering van artikel 12 der Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 (Stb. I, 362), 2, tweede lid, onderdeel i, van het Besluit van 6 september 1949, tot uitvoering van artikel 11 der Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers (Stb. 1947, H 420)(Stb. J 418) en 5, onderdeel h, van het Kortingsbesluit WIV wordt «artikel 33b van de Algemene Ouderdomswet» vervangen door: artikel 3 van de Wet mogelijkheid koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen.
Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet wijziging ingangsdatum AOW-ouderdomspensioen in werking treedt, met uitzondering van artikel XIV, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het besluit wordt geplaatst en terugwerkt tot en met 1 juni 2011.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot
’s-Gravenhage, 9 februari 2012
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H. G. J. Kamp
Uitgegeven de drieentwintigste februari 2012
De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten
De Wet wijziging ingangsdatum AOW-ouderdomspensioen maakt het noodzakelijk een aantal besluiten ressorterend onder (in alfabetische volgorde) de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Defensie, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Veiligheid en Justitie en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) te wijzigen. Dit besluit voorziet daarin.
In de Wet wijziging ingangsdatum AOW-ouderdomspensioen is de datum waarop het AOW-ouderdomspensioen ingaat, gewijzigd van de eerste dag van de maand waarin de belanghebbende de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt in de dag waarop de belanghebbende de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt. Omdat de beëindiging van het recht op een uitkering op basis van de verschillende werknemersverzekeringen, de Algemene nabestaandenwet en de sociale voorzieningen aansluit op de ingangsdatum van het AOW-ouderdomspensioen is tevens in al die sociale zekerheidswetten in de desbetreffende artikelen de verwijzing naar de AOW-ingangsdatum aangepast. In al die wetten is thans geregeld dat de uitkering wordt beëindigd met ingang van de dag waarop de leeftijd van 65 jaar wordt bereikt. In dit besluit is de wijziging van de ingangsdatum doorvertaald in al die besluiten waarin aansluiting is gezocht bij de eerste dag van de maand waarin de leeftijd van 65 jaar wordt bereikt. In de meeste gevallen betreft het bepalingen in rechtspositie- of bijzondere uitkerings- of pensioenregelingen waarin het einde van het recht op een uitkering wordt geregeld of het begin van een recht op pensioen. In de bedoelde regelingen werd het recht op uitkering beëindigd met ingang van de dag waarop het ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet inging. Met de verschuiving van de ingangsdatum van het AOW-ouderdomspensioen naar de dag waarop de leeftijd van 65 jaar wordt bereikt, dient ook de beëindigingsdatum van het recht op uitkering in de bedoelde regelingen mee te verschuiven. Als de bedoelde beëindigingdatum niet mee zou schuiven, dan zou er een inkomensgat ontstaan tussen de datum waarop de uitkering wordt beëindigd en de ingangsdatum van het AOW-ouderdomspensioen.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in een drietal besluiten van het ministerie van VWS de verwijzing naar de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 33b van de Algemene Ouderdomswet (AOW), te vervangen door een verwijzing naar artikel 3 van de Wet mogelijkheid koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen (Wet mkob) (zie artikel XIV). Bij die wet is artikel 33b van de AOW met ingang van 1 juni 2011 komen te vervallen. Bij die gelegenheid is verzuimd de bedoelde besluiten aan te passen. Daarin wordt nu alsnog voorzien. De betreffende wijzigingen treden daarom in werking met terugwerkende kracht tot en met 1 juni 2011.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H. G. J. Kamp
Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2012-69.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.