Wet van 16 maart 2001 tot wijziging van de Waterstaatswet 1900 in verband met de instelling van de Commissie van advies inzake de waterstaatswetgeving

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wederom wenselijk is een college van advies van het Rijk in zaken van wetgeving op het gebied van de waterstaatszorg in te stellen en dat het in verband met artikel 79 van de Grondwet, in samenhang met de Kaderwet adviescolleges, noodzakelijk is daartoe wettelijke bepalingen vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In de Waterstaatswet 19001 wordt na paragraaf 3 een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 3a. Commissie van advies inzake de waterstaatswetgeving

Artikel 5a

  • 1. Er is een Commissie van advies inzake de waterstaatswetgeving die tot taak heeft de regering en de beide kamers der Staten-Generaal te adviseren over de inhoud en structuur van de wetgeving op het gebied van de waterstaatszorg.

  • 2. De Commissie bestaat uit een voorzitter en ten hoogste 6 andere leden.

ARTIKEL II

Paragraaf 3a van de Waterstaatwet 1900 vervalt met ingang van 1 januari 2005.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2001. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2000, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2001.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven 's-Gravenhage, 16 maart 2001

Beatrix

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. M. de Vries

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

Uitgegeven de vijfde april 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Stb. 1900, 176, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 9 december 1999, Stb. 534.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2000/2001, 27 492.

Handelingen II 2000/2001, blz. 3863–3868; 3986.

Kamerstukken I 2000/2001, 27 492 (227).

Handelingen I 2000/2001, blz. 1035.

Naar boven