Wet van 26 maart 1998 tot wijziging van de Vreemdelingenwet en enige andere wetten teneinde de aanspraak van vreemdelingen jegens bestuursorganen op verstrekkingen, voorzieningen, uitkeringen, ontheffingen en vergunningen te koppelen aan het rechtmatig verblijf van de vreemdeling in Nederland

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te voorzien in een wettelijke regeling teneinde de aanspraak van vreemdelingen jegens bestuursorganen op verstrekkingen, voorzieningen, uitkeringen, ontheffingen en vergunningen te koppelen aan het rechtmatig verblijf van de vreemdeling in Nederland;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Vreemdelingenwet1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt na de omschrijving van samengestelde aanvraag om toelating onder vervanging van de punt door een puntkomma ingevoegd:

gemeenschapsonderdanen:

a. onderdanen van de lid-staten van de Europese Unie die op grond van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap een verblijfsrecht in Nederland bezitten;

b. leden van de gezinnen van de onder a genoemden die de nationaliteit van een derde staat bezitten en die uit hoofde van een ter toepassing van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap genomen besluit gerechtigd zijn een lid-staat binnen te komen en er te verblijven;

c. onderdanen van een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992, die terzake van binnenkomst en verblijf in een lid-staat rechten genieten die gelijk zijn aan die van burgers van de lid-staten van de Unie, alsmede de leden van de gezinnen van laatstgenoemden die de nationaliteit van een derde staat genieten en die krachtens bovengenoemde overeenkomst gerechtigd zijn een lid-staat binnen te komen en er te verblijven.

B

Na artikel 1a wordt een artikel 1b ingevoegd, luidende:

Artikel 1b

Vreemdelingen genieten in Nederland slechts rechtmatig verblijf:

1. op grond van een besluit tot toelating alsmede op grond van toelating als gemeenschapsonderdaan tenzij deze onderdaan verblijf houdt in strijd met een beperking op grond van een regeling krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap;

2. op grond van een besluit tot voorwaardelijke toelating;

3. in afwachting van de beslissing op een aanvraag om toelating, voortgezette toelating daaronder begrepen, terwijl ingevolge deze wet dan wel op grond van een beschikking ingevolge deze wet of op grond van een rechterlijke beslissing uitzetting van de aanvrager achterwege dient te blijven totdat op de aanvraag is besloten;

4. binnen de termijn bedoeld in artikel 8, eerste lid, mits voldaan is aan de daar omschreven voorwaarden;

5. indien tegen de uitzetting beletselen bestaan vastgesteld bij beschikking ingevolge deze wet.

C

Na artikel 8 worden drie artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 8a

  • 1. Behoudens ten aanzien van gemeenschapsonderdanen geschiedt toelating, voorwaardelijke toelating daaronder begrepen, slechts door een besluit van een bestuursorgaan.

  • 2. Onze Minister verschaft aan een vreemdeling, bedoeld in artikel 1b, aanhef en onder 1, 2, 3, 5, een document of schriftelijke verklaring, waaruit het rechtmatig verblijf blijkt. Bij de aanvraag van een beschikking legt de vreemdeling desgevraagd een kopie van het document of de schriftelijke verklaring over, dat wordt aangemerkt als een bescheid als bedoeld in artikel 4:3, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3. Onze Minister wijst bij ministeriële regeling de bescheiden, bedoeld in het tweede lid, aan en kan modellen vaststellen voor de documenten en de schriftelijke verklaring.

Artikel 8b

  • 1. Vreemdelingen die niet het in artikel 1b bedoelde rechtmatig verblijf genieten, kunnen geen aanspraak maken op toekenning van verstrekkingen, voorzieningen en uitkeringen bij wege van een beschikking van een bestuursorgaan. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing op de bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen ontheffingen of vergunningen.

  • 2. Van het eerste lid, kan worden afgeweken indien de aanspraak betrekking heeft op het onderwijs, de verlening van medisch noodzakelijke zorg, de voorkoming van inbreuken op de volksgezondheid, of de rechtsbijstand aan een vreemdeling.

  • 3. Toekenning van aanspraken geeft geen recht op verblijf als bedoeld in artikel 1b.

Artikel 8c

  • 1. De aanspraken van vreemdelingen die rechtmatig verblijf houden in de zin van artikel 1b zijn in overeenstemming met de aard van het verblijf. Tenzij bij of krachtens het wettelijk voorschrift waarop de aanspraak is gegrond anders is bepaald, geldt daarbij het bepaalde bedoeld in het tweede lid.

  • 2. De vreemdelingen, bedoeld in het eerste lid, kunnen aanspraken maken op voorzieningen, verstrekkingen en uitkeringen, indien:

    a. zij rechtmatig verblijf genieten, als bedoeld in artikel 1b, aanhef en onder 1;

    b. zij rechtmatig verblijf genieten, als bedoeld in artikel 1b, aanhef en onder 2 en 3, en een aanspraak wordt toegekend in de Wet gemeentelijke zorg voor houders van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf, de Wet centraal orgaan opvang asielzoekers, dan wel een andere regeling, waarin aanspraken van deze vreemdelingen zijn neergelegd;

    c. zij rechtmatig verblijf genieten, als bedoeld in artikel 1b, aanhef en onder 4 en 5, voor de aanspraken die uitdrukkelijk aan deze vreemdelingen zijn toegekend.

  • 3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op de bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen ontheffingen of vergunningen.

D

In artikel 10 wordt na het eerste lid, onderdeel b, onder vervanging van de punt door een puntkomma een nieuw onderdeel c ingevoegd, luidende:

c. indien zij gemeenschapsonderdaan zijn, tenzij zij verblijf houden in strijd met een beperking op grond van een regeling vastgesteld krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap dan wel de toelating is geweigerd op grond van een actuele bedreiging van de openbare orde, de nationale veiligheid of van de volksgezondheid ingeval de vreemdeling lijdt aan een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen ziekte of gebrek.

E

Aan artikel 48 wordt een vijfde lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Voor de toepassing van het eerste tot en met vierde lid worden met bestuursorganen gelijkgesteld instellingsbesturen van uit de openbare kas bekostigde instellingen en bevoegde gezagsorganen van uit de openbare kas bekostigde scholen en instellingen.

ARTIKEL II

In artikel 24, eerste lid, van de Wet op het basisonderwijs2 wordt na de eerste volzin een zin toegevoegd, luidende: De toelating tot de school is niet afhankelijk van het houden van rechtmatig verblijf in de zin van artikel 1b van de Vreemdelingenwet.

ARTIKEL III

Artikel 32 van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs3 wordt gewijzigd als volgt:

a. In het eerste lid wordt «het bepaalde in» vervangen door: het tweede en derde lid en.

b. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot vierde en vijfde lid, worden twee nieuwe leden ingevoegd, luidende:

  • 2. Tot de school wordt uitsluitend als leerling toegelaten degene waarvan de ouders aantonen, dan wel, indien hij meerderjarig en handelingsbekwaam is, degene die aantoont dat hij:

    a. de Nederlandse nationaliteit bezit of op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander wordt behandeld,

    b. vreemdeling is en jonger is dan 18 jaar op de eerste schooldag waarop het speciaal onderwijs, dan wel het voortgezet speciaal onderwijs begint, waarvoor voor de eerste maal toelating wordt gewenst,

    c. vreemdeling is, 18 jaar of ouder is op de eerste schooldag waarop het speciaal onderwijs, dan wel het voortgezet speciaal onderwijs begint, waarvoor voor de eerste maal toelating wordt gewenst en op die dag rechtmatig verblijf houdt in de zin van artikel 1b van de Vreemdelingenwet, of

    d. vreemdeling is, niet meer voldoet aan een van de voorwaarden, genoemd onder b of c, en eerder in overeenstemming met een van die onderdelen voor speciaal onderwijs, dan wel voortgezet speciaal onderwijs is toegelaten tot een school, welk onderwijs nog steeds wordt gevolgd en nog niet is voltooid.

  • 3. Indien na de toelating tot de school blijkt dat deze op welke grond dan ook niet in overeenstemming met het tweede lid heeft plaatsgevonden, wordt de leerling onmiddellijk verwijderd.

c. In het nieuwe vierde lid wordt «de beslissing» vervangen door: een beslissing ingevolge het eerste, tweede of derde lid,.

d. In het nieuwe vijfde lid wordt na bezwaarschrift ingevoegd: , tenzij het bezwaarschrift is gericht tegen een beslissing ingevolge het tweede of derde lid,.

ARTIKEL IV

In artikel 27 van de Wet op het voortgezet onderwijs4 worden twee nieuwe leden 1a en 1b ingevoegd, luidende:

1a. Voor het volgen van een vorm van onderwijs als onderscheiden in artikel 5 aan een school wordt uitsluitend als leerling toegelaten degene waarvan de ouders, voogden of verzorgers aantonen, dan wel, indien hij meerderjarig en handelingsbekwaam is, degene die aantoont dat hij:

a. de Nederlandse nationaliteit bezit of op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander wordt behandeld,

b. vreemdeling is en jonger is dan 18 jaar op de eerste schooldag waarop de vorm van voortgezet onderwijs als onderscheiden in artikel 5 begint waarvoor voor de eerste maal toelating wordt gewenst,

c. vreemdeling is, 18 jaar of ouder is op de eerste schooldag waarop de vorm van voortgezet onderwijs als onderscheiden in artikel 5 begint waarvoor voor de eerste maal toelating wordt gewenst en op die dag rechtmatig verblijf houdt in de zin van artikel 1b van de Vreemdelingenwet, of

d. vreemdeling is, niet meer voldoet aan een van de voorwaarden, genoemd onder b of c, en eerder in overeenstemming met een van die onderdelen voor een vorm van voortgezet onderwijs als onderscheiden in artikel 5 is toegelaten tot een school, welke vorm van voortgezet onderwijs nog steeds wordt gevolgd en nog niet is voltooid.

1b. Indien na de toelating tot de school blijkt dat deze op welke grond dan ook niet in overeenstemming met lid 1a heeft plaatsgevonden, wordt de leerling onmiddellijk verwijderd.

ARTIKEL V

De Wet educatie en beroepsonderwijs5 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 8.1.1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende:

De inschrijving voor een opleiding of een onderdeel van een opleiding staat uitsluitend open voor degene waarvan de ouders, voogden of verzorgers aantonen, dan wel, indien hij meerderjarig en handelingsbekwaam is, degene die aantoont dat hij:

a. de Nederlandse nationaliteit bezit of op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander wordt behandeld,

b. vreemdeling is en jonger is dan 18 jaar op de eerste dag waarop de opleiding of het onderdeel van de opleiding begint waarvoor voor de eerste maal inschrijving wordt gewenst,

c. vreemdeling is, 18 jaar of ouder is op de eerste dag waarop de opleiding of het onderdeel van de opleiding begint waarvoor voor de eerste maal inschrijving wordt gewenst en op die dag rechtmatig verblijft houdt in de zin van artikel 1b van de Vreemdelingenwet, of

d. vreemdeling is, niet meer voldoet aan een van de voorwaarden genoemd onder b of c, en eerder in overeenstemming met een van die onderdelen is ingeschreven voor een opleiding of het onderdeel van de opleiding van een instelling, welke opleiding of welk onderdeel van de opleiding nog steeds wordt gevolgd en nog niet is voltooid.

2. Na het eerste lid wordt een nieuw lid 1a ingevoegd, luidende;

1a. Indien na de inschrijving voor de opleiding of een onderdeel van de opleiding blijkt dat deze op welke grond dan ook niet in overeenstemming met de vierde volzin van het eerste lid heeft plaatsgevonden, wordt de onderwijsovereenkomst, bedoeld in artikel 8.1.3, met onmiddellijke ingang ontbonden.

3. In de eerste volzin van het derde lid wordt na «onverminderd» ingevoegd: de vierde volzin van het eerste lid.

4. In het vijfde lid wordt na «in afwijking van het derde lid» ingevoegd: , doch onverminderd de vierde volzin van het eerste lid,.

B

Artikel 8.1.3, derde lid, onderdeel f, komt te luiden:

f. tussentijdse beëindiging van de overeenkomst en onmiddellijke ontbinding van de overeenkomst in het geval, bedoeld in artikel 8.1.1, lid 1a en.

ARTIKEL VI

Na artikel 7.32, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek6 worden twee nieuwe leden toegevoegd, luidende:

  • 5. De inschrijving als student of extraneus staat slechts open voor degene waarvan de ouders, voogden of verzorgers aantonen, dan wel, indien hij meerderjarig en handelingsbekwaam is, degene die aantoont dat hij:

    a. de Nederlandse nationaliteit bezit of op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander wordt behandeld,

    b. vreemdeling is en jonger is dan 18 jaar op de eerste dag waarop de opleiding begint waarvoor voor de eerste maal inschrijving wordt gewenst,

    c. vreemdeling is, 18 jaar of ouder is op de eerste dag waarop de opleiding begint waarvoor voor de eerste maal inschrijving wordt gewenst en op die dag rechtmatig verblijf houdt in de zin van artikel 1b van de Vreemdelingenwet,

    d. vreemdeling is en buiten Nederland verblijf houdt op de eerste dag waarop de opleiding begint waarvoor voor de eerste maal de inschrijving wordt gewenst, of

    e. vreemdeling is, niet meer voldoet aan een van de voorwaarden, genoemd onder b, c of d, en eerder in overeenstemming met een van die onderdelen is ingeschreven voor een opleiding van een instelling, welke opleiding nog steeds wordt gevolgd en nog niet is voltooid.

  • 6. Indien na de inschrijving blijkt dat deze op welke grond dan ook niet in overeenstemming met het vijfde lid heeft plaatsgevonden wordt de inschrijving van de student of extraneus onmiddellijk beëindigd.

ARTIKEL VII

De Wet individuele huursubsidie7 wordt gewijzigd als volgt.

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid, onder b, komt te luiden:

b. huurder: degene die als huurder in het genot van een woning is en daarin zijn hoofdverblijf heeft, alsmede degene aan wie een ingevolge de Huisvestingswet gevorderde woning krachtens die wet is toegewezen, een en ander indien die persoon:

1°. de Nederlandse nationaliteit bezit of op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander wordt behandeld, of

2°. vreemdeling is en:

a. rechtmatig verblijf houdt als bedoeld in artikel 1b, aanhef en onder 1, van de Vreemdelingenwet, of

b. na rechtmatig verblijf te hebben gehouden, in de zin van artikel 1b, aanhef en onder 1, van de Vreemdelingenwet, tijdig toelating in aansluiting op dat verblijf heeft aangevraagd, dan wel bezwaar heeft gemaakt of beroep heeft ingesteld tegen de intrekking van het besluit tot toelating, totdat op die aanvraag, dat bezwaar of dat beroep is beslist, en mits hem met toepassing van onderdeel a een bijdrage als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is of wordt verstrekt voor het tijdvak, bedoeld in artikel 2, vijfde lid, waarin hij voor het laatst voldeed aan onderdeel a;.

2. Het zesde lid, onder c, komt te luiden:

c. voldoet aan een der in het eerste lid, onder b, 1° of 2°, gestelde vereisten;.

ARTIKEL VIII

De Huisvestingswet8 wordt gewijzigd als volgt:

A

Onder plaatsing van de aanduiding «1.» voor de huidige tekst wordt aan artikel 9 een lid toegevoegd, luidend:

  • 2. Een huisvestingsvergunning wordt uitsluitend verleend aan personen die:

    a. de Nederlandse nationaliteit bezitten of op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander worden behandeld, of

    b. vreemdeling zijn en rechtmatig verblijf houden als bedoeld in artikel 1b, aanhef en onder 1, van de Vreemdelingenwet.

B

In artikel 13 wordt «de artikelen 9 tot en met 12» vervangen door: artikel 9, eerste lid, en de artikelen 10 tot en met 12.

C

In artikel 25, eerste lid, wordt «een van de ingevolge artikel 9 aangewezen categorieën van woningzoekenden» vervangen door: een van de ingevolge artikel 9, eerste lid, aangewezen categorieën van woningzoekenden, voor zover wordt voldaan aan artikel 9, tweede lid.

D

In artikel 26, eerste lid, wordt «Een huisvestingsvergunning wordt voorts» vervangen door: Onverminderd artikel 9, tweede lid, wordt een huisvestingsvergunning voorts.

E

In artikel 27 wordt «In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders een huisvestingsvergunning verlenen aan andere personen dan in artikel 25 bedoeld,» vervangen door: In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders een huisvestingsvergunning verlenen aan andere woningzoekenden dan bedoeld in artikel 9, eerste lid, voor zover wordt voldaan aan artikel 9, tweede lid,.

ARTIKEL IX

De Werkloosheidswet9 wordt gewijzigd als volgt:

A

Aan artikel 1 wordt onder vervanging van de punt door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

h. vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet.

B

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onder vernummering van het derde en vierde lid in het vierde en vijfde lid wordt een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van het eerste en tweede lid wordt niet als werknemer beschouwd de vreemdeling die niet rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet.

2. In het nieuwe vijfde lid wordt de zinsnede «van het eerste en het tweede lid» vervangen door: van het eerste, tweede en derde lid.

3. Toegevoegd wordt een zesde lid, luidende:

  • 6. Bij een maatregel, als bedoeld in het vijfde lid, kan worden afgeweken van het derde lid ten aanzien van:

    a. vreemdelingen die rechtmatig in Nederland arbeid verrichten, dan wel hebben verricht;

    b. vreemdelingen die, na rechtmatig in Nederland verblijf te hebben gehouden in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet, tijdig toelating in aansluiting op dat verblijf hebben aangevraagd, dan wel bezwaar hebben gemaakt of beroep hebben ingesteld tegen de intrekking van het besluit tot toelating, totdat op die aanvraag, dat bezwaar of dat beroep is beslist.

C

In artikel 19, eerste lid, wordt onderdeel g vervangen door:

g. niet rechtmatig in Nederland verblijf houdt als bedoeld in artikel 1b van de Vreemdelingenwet;

ARTIKEL X

De Ziektewet10 wordt gewijzigd als volgt:

A

Aan artikel 1 wordt onder vervanging van de punt door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

g. vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet.

B

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onder vernummering van het derde en vierde lid in het vierde en vijfde lid wordt een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van het eerste en tweede lid wordt niet als werknemer beschouwd de vreemdeling die niet rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet.

2. In het nieuwe vijfde lid wordt de zinsnede «van het eerste en het tweede lid» vervangen door: van het eerste, tweede en derde lid.

3. Toegevoegd wordt een zesde lid, luidende:

  • 6. Bij een maatregel, als bedoeld in het vijfde lid, kan worden afgeweken van het derde lid ten aanzien van:

    a. vreemdelingen die rechtmatig in Nederland arbeid verrichten, dan wel hebben verricht;

    b. vreemdelingen die, na rechtmatig in Nederland verblijf te hebben gehouden in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet, tijdig toelating in aansluiting op dat verblijf hebben aangevraagd, dan wel bezwaar hebben gemaakt of beroep hebben ingesteld tegen de intrekking van het besluit tot toelating, totdat op die aanvraag, dat bezwaar of dat beroep is beslist.

C

Artikel 41 komt te luiden als volgt:

Artikel 41

  • 1. De bedrijfsvereniging schort de betaling van het ziekengeld op indien degene aan wie ziekengeld is toegekend een vreemdeling is die niet rechtmatig in Nederland verblijf houdt als bedoeld in artikel 1b van de Vreemdelingenwet.

  • 2. De betaling van het ziekengeld wordt hervat indien betrokkene daartoe een aanvraag indient en het de bedrijfsvereniging is gebleken dat hij feitelijk buiten Nederland woont of verblijf houdt.

ARTIKEL XI

De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering11 wordt gewijzigd als volgt:

A

Aan artikel 1 wordt onder vervanging van de punt door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

g. vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet.

B

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onder vernummering van het derde en vierde lid in het vierde en vijfde lid wordt een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van het eerste en tweede lid wordt niet als werknemer beschouwd de vreemdeling die niet rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet.

2. In het nieuwe vijfde lid wordt de zinsnede «van het eerste en het tweede lid» vervangen door: van het eerste, tweede en derde lid.

3. Toegevoegd wordt een zesde lid, luidende:

  • 6. Bij een maatregel, als bedoeld in het vijfde lid, kan worden afgeweken van het derde lid ten aanzien van:

    a. vreemdelingen die rechtmatig in Nederland arbeid verrichten, dan wel hebben verricht;

    b. vreemdelingen die, na rechtmatig in Nederland verblijf te hebben gehouden in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet, tijdig toelating in aansluiting op dat verblijf hebben aangevraagd, dan wel bezwaar hebben gemaakt of beroep hebben ingesteld tegen de intrekking van het besluit tot toelating, totdat op die aanvraag, dat bezwaar of dat beroep is beslist.

C

Na artikel 50 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 50a

  • 1. De bedrijfsvereniging schort de betaling van een uitkering ingevolge deze wet op indien degene aan wie uitkering is toegekend een vreemdeling is die niet rechtmatig in Nederland verblijf houdt als bedoeld in artikel 1b van de Vreemdelingenwet.

  • 2. De betaling van een uitkering ingevolge deze wet wordt hervat indien betrokkene daartoe een aanvraag indient en het de bedrijfsvereniging is gebleken dat hij feitelijk buiten Nederland woont of verblijf houdt.

ARTIKEL XII

De Algemene Arbeidsongeschiktheidswet12 wordt gewijzigd als volgt:

A

Aan artikel 1 wordt onder vervanging van de punt door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

g. vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet.

B

Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onder vernummering van het tweede lid in het derde lid wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Niet verzekerd is de vreemdeling die niet rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet.

2. In het nieuwe derde lid wordt de zinsnede «in afwijking van het eerste lid» vervangen door: in afwijking van het eerste en tweede lid.

3. Toegevoegd wordt een vierde lid, luidende:

  • 4. Bij een maatregel, als bedoeld in het derde lid, kan worden afgeweken van het tweede lid ten aanzien van:

    a. vreemdelingen die rechtmatig in Nederland arbeid verrichten, dan wel hebben verricht;

    b. vreemdelingen die, na rechtmatig in Nederland verblijf te hebben gehouden in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet, tijdig toelating in aansluiting op dat verblijf hebben aangevraagd, dan wel bezwaar hebben gemaakt of beroep hebben ingesteld tegen de intrekking van het besluit tot toelating, totdat op die aanvraag, dat bezwaar of dat beroep is beslist.

C

Na artikel 41a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 41b

  • 1. De bedrijfsvereniging schort de betaling van een uitkering ingevolge deze wet op indien degene aan wie uitkering is toegekend een vreemdeling is die niet rechtmatig in Nederland verblijf houdt als bedoeld in artikel 1b van de Vreemdelingenwet.

  • 2. De betaling van een uitkering ingevolge deze wet wordt hervat indien betrokkene daartoe een aanvraag indient en het de bedrijfsvereniging is gebleken dat hij feitelijk buiten Nederland woont of verblijf houdt.

ARTIKEL XIII

De Algemene Ouderdomswet13 wordt gewijzigd als volgt:

A

Aan artikel 1, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

c. vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet.

B

Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onder vernummering van het tweede lid in het derde lid wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Niet verzekerd is de vreemdeling die niet rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet.

2. In het nieuwe derde lid wordt de zinsnede «in afwijking van het eerste lid» vervangen door: in afwijking van het eerste en tweede lid.

3. Toegevoegd wordt een vierde lid, luidende:

  • 4. Bij een maatregel, als bedoeld in het derde lid, kan worden afgeweken van het tweede lid ten aanzien van:

    a. vreemdelingen die rechtmatig in Nederland arbeid verrichten, dan wel hebben verricht;

    b. vreemdelingen die, na rechtmatig in Nederland verblijf te hebben gehouden in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet, tijdig toelating in aansluiting op dat verblijf hebben aangevraagd, dan wel bezwaar hebben gemaakt of beroep hebben ingesteld tegen de intrekking van het besluit tot toelating, totdat op die aanvraag, dat bezwaar of dat beroep is beslist.

C

Na artikel 16 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 16a

  • 1. De Sociale Verzekeringsbank schort de betaling van het ouderdomspensioen op indien degene aan wie een ouderdomspensioen is toegekend een vreemdeling is die niet rechtmatig in Nederland verblijf houdt als bedoeld in artikel 1b van de Vreemdelingenwet.

  • 2. De betaling van het ouderdomspensioen wordt hervat indien betrokkene daartoe een aanvraag indient en het de Sociale Verzekeringsbank is gebleken dat hij feitelijk buiten Nederland woont of verblijf houdt.

ARTIKEL XIV

De Algemene nabestaandenwet14 wordt gewijzigd als volgt:

A

Aan artikel 1 wordt onder vervanging van de punt door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

h. vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet.

B

Artikel 13 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onder vernummering van het tweede en derde lid in het derde en vierde lid wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Niet verzekerd is de vreemdeling die niet rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet.

2. In het nieuwe derde lid wordt de zinsnede «in afwijking van het eerste lid» vervangen door: in afwijking van het eerste en tweede lid.

3. Toegevoegd wordt een vijfde lid, luidende:

  • 5. Bij een maatregel, als bedoeld in het derde lid, kan worden afgeweken van het tweede lid ten aanzien van:

    a. vreemdelingen die rechtmatig in Nederland arbeid verrichten, dan wel hebben verricht;

    b. vreemdelingen die, na rechtmatig in Nederland verblijf te hebben gehouden in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet, tijdig toelating in aansluiting op dat verblijf hebben aangevraagd, dan wel bezwaar hebben gemaakt of beroep hebben ingesteld tegen de intrekking van het besluit tot toelating, totdat op die aanvraag, dat bezwaar of dat beroep is beslist.

C

Na artikel 33 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 33a

  • 1. De Sociale Verzekeringsbank schort de betaling van de uitkering op indien degene aan wie een uitkering is toegekend een vreemdeling is die niet rechtmatig in Nederland verblijf houdt als bedoeld in artikel 1b van de Vreemdelingenwet.

  • 2. De betaling van de uitkering wordt hervat indien betrokkene daartoe een aanvraag indient en het de Sociale Verzekeringsbank is gebleken dat hij feitelijk buiten Nederland woont of verblijf houdt.

ARTIKEL XV

De Algemene Kinderbijslagwet15 wordt gewijzigd als volgt:

A

Aan artikel 1, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

c. vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet.

B

Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onder vernummering van het tweede lid in het derde lid wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Niet verzekerd is de vreemdeling die niet rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet.

2. In het nieuwe derde lid wordt de zinsnede «in afwijking van het eerste lid» vervangen door: in afwijking van het eerste en tweede lid.

3. Toegevoegd wordt een vierde lid, luidende:

  • 4. Bij een maatregel, als bedoeld in het derde lid, kan worden afgeweken van het tweede lid ten aanzien van:

    a. vreemdelingen die rechtmatig in Nederland arbeid verrichten, dan wel hebben verricht;

    b. vreemdelingen die, na rechtmatig in Nederland verblijf te hebben gehouden in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet, tijdig toelating in aansluiting op dat verblijf hebben aangevraagd, dan wel bezwaar hebben gemaakt of beroep hebben ingesteld tegen de intrekking van het besluit tot toelating, totdat op die aanvraag, dat bezwaar of dat beroep is beslist.

ARTIKEL XVI

De Toeslagenwet16 wordt gewijzigd als volgt:

A

Aan artikel 1, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

i. vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet.

B

Na artikel 15 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 15a

  • 1. De bedrijfsvereniging schort de betaling van de toeslag op indien degene aan wie een toeslag is toegekend een vreemdeling is die niet rechtmatig in Nederland verblijf houdt als bedoeld in artikel 1b van de Vreemdelingenwet.

  • 2. De betaling van de toeslag wordt hervat indien betrokkene daartoe een aanvraag indient en het de bedrijfsvereniging is gebleken dat hij feitelijk buiten Nederland woont of verblijf houdt.

ARTIKEL XVII

De Algemene bijstandswet (Stb. 1995, 199)17 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 7 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het tweede lid wordt de zinsnede «aan wie het op grond van artikel 9 of 10 van de Vreemdelingenwet is toegestaan in Nederland te verblijven» vervangen door: die rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet.

2. Toegevoegd wordt een derde lid, luidende:

  • 3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen hier te lande verblijvende vreemdelingen, anders dan die bedoeld in artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet, voor de toepassing van deze wet met een Nederlander gelijk worden gesteld:

    a. ter uitvoering van een verdrag dan wel een besluit van een volkenrechtelijke organisatie, of

    b. in nader bij die maatregel aan te wijzen gevallen waarin de vreemdeling, na rechtmatig in Nederland verblijf te hebben gehouden in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet, tijdig toelating in aansluiting op dat verblijf heeft aangevraagd, dan wel bezwaar heeft gemaakt of beroep heeft ingesteld tegen de intrekking van het besluit tot toelating, totdat op die aanvraag, dat bezwaar of dat beroep is beslist.

B

Onder nummering van de bestaande tekst van artikel 11 tot eerste lid, wordt aan dit artikel een tweede lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op andere vreemdelingen dan die, bedoeld in artikel 7, tweede en derde lid.

C

Artikel 12 vervalt.

D

Artikel 139 vervalt.

ARTIKEL XVIII

De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers18 wordt gewijzigd als volgt:

Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid, onderdeel b, wordt vervangen door

b. rechtmatig verblijf houdt in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet;

2. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat hier te lande verblijvende vreemdelingen, anders dan die bedoeld in artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet, recht op uitkering hebben, onverminderd de overige vereisten voor dat recht:

    a. ter uitvoering van een verdrag dan wel een besluit van een volkenrechtelijke organisatie, of

    b. in nader bij die maatregel aan te wijzen gevallen waarin de vreemdeling, na rechtmatig in Nederland verblijf te hebben gehouden in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet, tijdig toelating in aansluiting op dat verblijf heeft aangevraagd, dan wel bezwaar heeft gemaakt of beroep heeft ingesteld tegen de intrekking van het besluit tot toelating, totdat op die aanvraag, dat bezwaar of dat beroep is beslist.

ARTIKEL XIX

De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen19 wordt gewijzigd als volgt:

Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het derde lid, onderdeel c, wordt vervangen door:

c. niet rechtmatig verblijf houdt in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet;

2. Na het vierde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat hier te lande verblijvende vreemdelingen, anders dan die bedoeld in artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet recht op uitkering hebben, onverminderd de overige vereisten voor dat recht:

    a. ter uitvoering van een verdrag dan wel een besluit van een volkenrechtelijke organisatie, of

    b. in nader bij die maatregel aan te wijzen gevallen waarin de vreemdeling, na rechtmatig in Nederland verblijf te hebben gehouden in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet, tijdig voortgezette toelating in aansluiting op dat verblijf heeft aangevraagd, dan wel bezwaar heeft gemaakt of beroep heeft ingesteld tegen de intrekking van het besluit tot toelating, totdat op die aanvraag, dat bezwaar of dat beroep is beslist.

ARTIKEL XX

De Ziekenfondswet20 wordt gewijzigd als volgt:

A

Aan artikel 1, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een punt-komma een onderdeel toegevoegd, luidende:

g. vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet.

B

Na plaatsing van het cijfer «1.» voor de tekst van artikel 2 wordt aan dat artikel een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van het eerste lid zijn vreemdelingen die niet rechtmatig in Nederland verblijf genieten in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet, niet verplicht verzekerd.

C

Aan artikel 3 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 10. Bij de algemene maatregel van bestuur bedoeld in het eerste lid, onder b, kunnen in afwijking van artikel 2, tweede lid, vreemdelingen als verzekerden worden aangewezen, voor zover het betreft:

    a. vreemdelingen die rechtmatig in Nederland arbeid verrichten dan wel hebben verricht;

    b. vreemdelingen die, na in Nederland rechtmatig verblijf te hebben genoten in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet, tijdig toelating in aansluiting op dat verblijf hebben aangevraagd, dan wel bezwaar hebben gemaakt of beroep hebben ingesteld tegen de intrekking van het besluit tot toelating, totdat op die aanvraag, dat bezwaar of dat beroep is beslist;

    c. vreemdelingen die rechtmatig in Nederland verblijven in de zin van artikel 1b van de Vreemdelingenwet, voor zover zij aanspraak hebben op bijstand ingevolge de Algemene bijstandswet, dan wel voor zover bij of krachtens wet een voorliggende voorziening met betrekking tot hun opvang hier te lande is getroffen.

    Ten aanzien van deze vreemdelingen is artikel 8b, eerste lid, van de Vreemdelingenwet niet van toepassing.

D

Na artikel 5 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 5a

  • 1. De verzekerde is verplicht desgevraagd aan het ziekenfonds waarbij hij zich aanmeldt onderscheidenlijk waarbij hij is ingeschreven, een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht terstond ter inzage te verstrekken, voor zover dit redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van deze wet.

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de medeverzekerde die door de verzekerde bij het ziekenfonds wordt aangemeld, onderscheidenlijk waarbij de medeverzekerde is ingeschreven.

  • 3. Het ziekenfonds stelt voor zover dit redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van deze wet de identiteit vast van de personen bedoeld in het eerste en tweede lid aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht en neemt daarvan aard en nummer op in de administratie.

  • 4. Het ziekenfonds verlangt van de vreemdeling die zich als verzekerde of medeverzekerde aanmeldt een kopie van het document of de schriftelijke verklaring bedoeld in artikel 8a, tweede lid, van de Vreemdelingenwet, dat wordt aangemerkt als een bescheid als bedoeld in artikel 4:3, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

ARTIKEL XXI

De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten21 wordt gewijzigd als volgt:

A

Aan artikel 1, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een punt-komma een onderdeel toegevoegd, luidende:

i. vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet.

B

Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onder vernummering van het tweede in het derde lid wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van het eerste lid zijn vreemdelingen die niet rechtmatig in Nederland verblijf genieten in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet, niet verzekerd.

2. Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan, in afwijking van het eerste en tweede lid, uitbreiding worden gegeven aan de kring der verzekerden voor zover het betreft:

    a. vreemdelingen die rechtmatig in Nederland arbeid verrichten dan wel hebben verricht;

    b. vreemdelingen die, na in Nederland rechtmatig verblijf te hebben genoten in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet, tijdig toelating in aansluiting op dat verblijf hebben aangevraagd, dan wel bezwaar hebben gemaakt of beroep hebben ingesteld tegen de intrekking van het besluit tot toelating, totdat op die aanvraag, dat bezwaar of dat beroep is beslist.

    Ten aanzien van deze vreemdelingen is artikel 8b, eerste lid, van de Vreemdelingenwet, niet van toepassing.

C

Na artikel 9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 9a

  • 1. De verzekerde is verplicht desgevraagd aan het ziekenfonds, de ziektekostenverzekeraar of het uitvoerend orgaan, waarbij hij zich aanmeldt onderscheidenlijk waarbij hij is ingeschreven of waaraan hij deelneemt, een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht terstond ter inzage te verstrekken, voor zover dit redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van deze wet.

  • 2. Het ziekenfonds, de ziektekostenverzekeraar of het uitvoerende orgaan stelt voor zover dit redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van deze wet de identiteit vast van de persoon bedoeld in het eerste lid aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht en neemt daarvan aard en nummer op in de administratie.

  • 3. Het ziekenfonds, de ziektekostenverzekeraar of het uitvoerend orgaan verlangt van de vreemdeling die zich als verzekerde aanmeldt een kopie van het document of de schriftelijke verklaring bedoeld in artikel 8a, tweede lid van de Vreemdelingenwet, dat wordt aangemerkt als een bescheid als bedoeld in artikel 4:3, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

D

In artikel 76a wordt «artikel 5, tweede lid» vervangen door: artikel 5, derde en vierde lid.

ARTIKEL XXII

De Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen22 wordt gewijzigd als volgt:

A

Aan artikel 1 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een punt-komma een onderdeel toegevoegd, luidende:

f. vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet.

B

Na artikel 2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2a

De in artikel 2 bedoelde verplichting geldt niet ten aanzien van vreemdelingen die niet rechtmatig in Nederland verblijf genieten in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet, tenzij bij of krachtens deze wet uitdrukkelijk het tegendeel is bepaald.

C

Aan artikel 4 wordt een nieuw derde lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in afwijking van artikel 2a vreemdelingen worden aangewezen, ten aanzien van wie de in artikel 2 bedoelde verplichtingen onderscheidenlijk het in artikel 3 bedoelde verbod gelden, voor zover het betreft:

    a. vreemdelingen die rechtmatig in Nederland arbeid verrichten dan wel hebben verricht;

    b. vreemdelingen die, na in Nederland rechtmatig verblijf te hebben genoten in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet, tijdig toelating in aansluiting op dat verblijf hebben aangevraagd, dan wel bezwaar hebben gemaakt of beroep hebben ingesteld tegen de intrekking van het besluit tot toelating, totdat op die aanvraag, dat bezwaar of dat beroep is beslist.

    Ten aanzien van deze vreemdelingen is artikel 8b, eerste lid, van de Vreemdelingenwet niet van toepassing.

D

Na artikel 4 wordt een nieuw artikel 4a ingevoegd, luidende:

Artikel 4a

  • 1. De persoon die een ziektekostenverzekeraar verzoekt een verzekeringsovereenkomst van de in artikel 2, tweede lid bedoelde inhoud te sluiten is verplicht desgevraagd aan deze verzekeraar een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht terstond ter inzage te verstrekken, voor zover dit redelijkerwijze nodig is voor de uitvoering van deze wet.

  • 2. De ziektekostenverzekeraar stelt voor zover dit redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van deze wet de identiteit vast van de persoon bedoeld in het eerste lid aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht en neemt daarvan aard en nummer op in de administratie.

  • 3. De ziektekostenverzekeraar of het uitvoerend orgaan verlangt van de vreemdeling die hem verzoekt een verzekeringsovereenkomst van de in artikel 2, tweede lid bedoelde inhoud te sluiten een kopie van het document of de schriftelijke verklaring bedoeld in artikel 8a, tweede lid van de Vreemdelingenwet, dat wordt aangemerkt als een bescheid als bedoeld in artikel 4:3, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

ARTIKEL XXIII

  • 1. In afwijking van artikel VII wordt als huurder als bedoeld in artikel 1 van de Wet individuele huursubsidie tevens aangemerkt: de vreemdeling die rechtmatig verblijf houdt als bedoeld in artikel 1b, aanhef, en onder 5, van de Vreemdelingenwet, mits hem een bijdrage als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet individuele huursubsidie is of wordt verstrekt voor het laatste tijdvak, bedoeld in artikel 2, vijfde lid, van die wet voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel VII.

  • 2. Bijstandsverlening krachtens de Algemene Bijstandswet, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet plaatsvindt, kan, ten aanzien van een vreemdeling die rechtmatig verblijf houdt, als bedoeld in artikel 1b, aanhef, en onder 5, van de Vreemdelingenwet, worden voortgezet; in zodanig geval kan ten aanzien van deze vreemdeling, voor zover woonachtig in Nederland, eveneens worden afgeweken van artikel 2, tweede lid, van de Ziekenfondswet.

ARTIKEL XXIV

In hoofdstuk IX van de Wet op de rechtsbijstand23 wordt een nieuw artikel 48 ingevoegd, luidende:

Artikel 48

Artikel 8b, eerste lid, van de Vreemdelingenwet is niet van toepassing op de aanspraken op rechtsbijstand overeenkomstig deze wet.

ARTIKEL XXV

De Wegenverkeerswet 199424 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 111, derde lid, wordt «het hoofd van plaatselijke politie in de zin van de Vreemdelingenwet» vervangen door: de korpschef bedoeld in artikel 4 van de Vreemdelingenwet.

B

In artikel 113 vervalt het vierde lid en wordt het vijfde lid vernummerd tot vierde lid.

ARTIKEL XXVI

De Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens25 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 26, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Op grond van zijn aangifte van verblijf en adres wordt degene die niet in een basisadministratie is ingeschreven, naar redelijke verwachting gedurende een half jaar ten minste twee derden van de tijd in Nederland verblijf zal houden en:

    a. de Nederlandse nationaliteit bezit,

    b. op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander wordt behandeld, of

    c. vreemdeling is en rechtmatig verblijf geniet als bedoeld in artikel 1b van de Vreemdelingenwet, ingeschreven in de basisadministratie van de gemeente waar hij zijn adres heeft.

B

Artikel 65, zevende lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b komt «of» te vervallen.

2. In onderdeel c wordt de punt vervangen door: , of.

3. Toegevoegd wordt een nieuw onderdeel d, dat luidt:

d. de betrokkene een vreemdeling is die niet is ingeschreven in een basisadministratie en geen rechtmatig verblijf geniet als bedoeld in artikel 1b van de Vreemdelingenwet.

ARTIKEL XXVII

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 26 maart 1998

Beatrix

De Staatssecretaris van Justitie,

E. M. A. Schmitz

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

T. Netelenbos

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

D. K. J. Tommel

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. P. W. Melkert

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

F. H. G. de Grave

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de veertiende april 1998

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

1 Stb. 1965, 40, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 4 december 1997, Stb. 580.

2 Stb. 1994, 620, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 maart 1998, Stb. 148.

3 Stb. 1994, 621, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 maart 1998, Stb. 148.

4 Stb. 1993, 666, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 1997, Stb. 776.

5 Stb. 1995, 501, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 1997, Stb. 776.

6 Stb. 1992, 593, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 1997, Stb. 776.

7 Stb. 1992, 413, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 juni 1996, Stb. 324.

8 Stb. 1992, 548, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 4 december 1997, Stb. 580.

9 Stb. 1987, 93, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 1997, Stb. 793.

10 Stb. 1987, 88, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 1997, Stb. 789.

11 Stb. 1987, 89, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 1997, Stb. 789.

12 Stb. 1990, 127, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 1997, Stb. 789.

13 Stb. 1990, 129, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 1997, Stb. 794.

14 Stb. 1995, 690, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 1997, Stb. 794.

15 Stb. 1990, 128, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 1997, Stb. 794.

16 Stb. 1987, 91, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 1997, Stb. 789.

17 Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 januari 1998, Stb. 59.

18 Stb. 1995, 205, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 1997, Stb. 789.

19 Stb. 1995, 206, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 1997, Stb. 789.

20 Stb. 1992, 391, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 1997, Stb. 789.

21 Stb. 1992, 392, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 december 1997, Stb. 660.

22 Stb. 1986, 123, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 1997, Stb. 777.

23 Stb. 1993, 775, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 1997, Stb. 791.

24 Stb. 1996, 396, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november 1997, Stb. 510.

25 Stb. 1994, 494, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 december 1997, Stb. 660.


XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1994/95, 1995/96, 1996/97, 1997/98, 24 233.

Handelingen II 1996/97, blz. 410–463; 844–862; 1112–1135; 1452–1466; 1552–1554.

Kamerstukken I 1996/97, 24 233 (76, 76a (herdr.), 76b, 76c, 76d); 1997/98, 24 233 (149, 149a).

Handelingen I 1997/98, zie vergadering d.d. 24 maart 1998.

Naar boven