Wet van 29 januari 1998 tot wijziging van de Wet van 1 oktober 1992, houdende bijzondere regels met betrekking tot het recht op uitkering als bedoeld in de Uitkeringswet gewezen militairen alsmede wijziging van die wet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in het kader van de uitvoering van de reductiemaatregelen en de daarbij behorende verlenging van het sociaal beleidskader defensie wenselijk is de Wet van 1 oktober 1992, houdende bijzondere regels met betrekking tot het recht op uitkering als bedoeld in de Uitkeringswet gewezen militairen alsmede wijziging van die wet (Stb. 573), zoals gewijzigd bij de Wet van 30 november 1994 (Stb. 853) te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet van 1 oktober 1992, houdende bijzondere regels met betrekking tot het recht op uitkering als bedoeld in de Uitkeringswet gewezen militairen alsmede wijziging van die wet (Stb. 573)1, zoals gewijzigd bij de Wet van 30 november 1994 (Stb. 583), wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 1, eerste lid, onderdeel c, onder 1e, wordt «1 januari 1998» vervangen door: 1 januari 2001.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 29 januari 1998

Beatrix

De Staatssecretaris van Defensie,

J. C. Gmelich Meijling

Uitgegeven de vijfde maart 1998

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

Gewijzigd bij de wet van 30 november 1994, Stb. 853.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1997/98, 25 744.

Handelingen II 1997/98, blz. 3212.

Kamerstukken I 1997/98, 25 744 (220).

Handelingen I 1997/98, blz. 759–760.

Naar boven