Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 december 2013
Op 7 november 2013 heeft de griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid,
Welzijn en Sport mij twee brieven doorgestuurd van mw. K., betreffende het vergoeden
van dyslexiezorg geleverd door remedial teachers met de Master Special Educational
Needs (MSEN) per 2014. De briefschrijfster geeft aan dat vanaf 1 januari 2014 alleen
mensen met een academische graad dyslexiezorg mogen verlenen van de zorgverzekeraar,
waardoor zij als remedial teacher geen dyslexiezorg meer kan leveren.
Voor de zorg bij ernstige, enkelvoudige dyslexie wordt op dit moment de bekostigingssystematiek
van de tweedelijns GGZ gebruikt, met de daaraan gekoppelde beleidsregels van de NZa.
Net als in de GGZ kan in de dyslexiezorg alleen een hoofdbehandelaar een DBC openen.1
De hoofdbehandelaar is eindverantwoordelijk, maar kan wel een medebehandelaar betrekken
bij de behandeling. Deze medebehandelaar kan op verschillende manieren vergoed worden
voor zijn diensten. Eén daarvan is tijd schrijven op de DBC, maar op grond van de
beleidsregels van de NZa is dat alleen toegestaan voor beroepen uit de GGZ-beroepentabel (gebaseerd op de CONO-lijst). Dit is dus geen gevolg van een beslissing van
het Kwaliteitsinstituut Dyslexie, maar van een beleidsregel van de NZa. Deze beleidsregel
geldt op dit moment al, en zal in 2014 niet veranderen.
De beleidsregel betekent niet dat beroepsbeoefenaren die niet in deze tabel staan,
zoals remedial teachers, geen rol kunnen vervullen in de dyslexiezorg. Hoofdbehandelaren
kunnen hen inschakelen als ondersteuner en hen een vergoeding betalen voor hun activiteiten.
Het is dus ook niet zo dat deze beleidsregel voorschrijft dat alleen mensen met een
academische graad dyslexiezorg mogen verlenen. Daarbij is relevant dat verzekeraars
in hun polis of bij de contractering voorwaarden kunnen stellen aan de inzet van medebehandelaren,
zoals de briefschrijfster zelf ook al aangeeft. Veel zorgverzekeraars volgen het Protocol
Dyslexie Diagnostiek & Behandeling («Protocol Blomert»), waarin onderscheid wordt
gemaakt tussen «remediëring (extra begeleiding binnen de school en aan de schoolcontext
gelieerde remedial teaching) en specialistische behandeling in de zorg».2 Deze zorgverzekeraars staan het niet meer toe dat een hoofdbehandelaar een remedial
teacher inzet bij de behandeling.
Tot slot wil ik u erop wijzen dat tengevolge van de Jeugdwet, die op dit moment voorligt
in de Eerste Kamer, naar verwachting dyslexiezorg per 2015 wordt overgeheveld naar
gemeenten. Ook na de overheveling zullen er eisen en beperkingen gelden ten aanzien
van het behandelaarschap. Hoe die eisen en beperkingen precies zullen luiden is nu
nog niet met zekerheid te stellen. De komende tijd zal daarover overleg worden gevoerd
met de betrokken veldpartijen en met de gemeenten.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers