Vragen van de leden Rog en Slootweg (beiden CDA) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over een weeffout in de wet op financiering van het Passend onderwijs (ingezonden 5 maart 2019).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel in het Algemeen Dagblad «Overvolle klassen door «fout» in wet voor passend onderwijs» van 30 januari 2019?1

Vraag 2

Herinnert u zich uw eerdere antwoorden op Kamervragen over een weeffout in het passend onderwijs in verband met het woonplaatsbeginsel, waarin u aangaf «bereid zijn te verkennen welke mogelijkheden er zijn om te komen tot een verfijning en verbetering van de systematiek van bekostiging van onderwijs op een school die verbonden is aan een residentiële instelling»?2 Kunt u aangeven wat de uitkomst van deze verkenning is en wanneer deze uitkomsten gedeeld kunnen worden met de Kamer?

Vraag 3

Herkent u dat de financiële nood voor het samenwerkingsverband VO Gelderse Vallei erg hoog is door de uitgaven voor (voormalige) bewoners van het GJI Deelen? Kunt u bevestigen dat, zoals in het artikel wordt genoemd, een kwart van het zorgbudget (acht ton) van het samenwerkingsverband, bedoeld voor (passend) onderwijs aan de in totaal 8.000 scholieren in de regio, gaat naar leerlingen die na tijdelijke plaatsing in GJI Deelen uitstromen naar een open residentiële setting?

Vraag 4

Welke acties zijn er na de beantwoording van dec Kamervragen in juli 2018, genomen om de weeffout te herstellen waardoor samenwerkingsverbanden zoals VO Gelderse Vallei financieel verantwoordelijk zijn voor jongeren die afkomstig zijn van buiten de gemeenten van het samenwerkingsverband en na de GJI-plaatsing doorstromen naar een open residentiele setting?

Vraag 5

Is het onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de werking van de bekostiging van enkele (v)so-scholen verbonden aan residentiële instellingen waarnaar wordt verwezen in de bovengenoemde beantwoording van de schriftelijke vragen al afgerond? Zo nee, wanneer is het onderzoek klaar? Zo ja, wat waren de uitkomsten van dit onderzoek en wat gaat u met deze uitkomsten doen?

Vraag 6

Wat zijn de bezwaren om de bekostiging van het onderwijs in de open residentiële setting toe te rekenen aan het samenwerkingsverband van de woonplaats van de leerling direct voorafgaand aan de (eerste) plaatsing in een gesloten residentiele inrichting, zoals GJI Deelen, en bent u bereid om hiernaar te kijken omdat dit in dit specifieke geval leidt tot veel extra kosten voor de gji?

Vraag 7

Wat zijn de bezwaren om te kijken naar de woonplaats van ouders van de leerling bij de bekostiging wanneer iemand in een gesloten residentiele inrichting, zoals GJI Deelen, terecht komt? Bent u bereid ook hiernaar te kijken en indien nodig het beleid aan te passen?

Vraag 8

Klopt het dat een uitzondering op het woonplaatsbeginsel de situatie is waarin de leerling nog een geldige toelaatbaarheidsverklaring (TLV) had van zijn of haar oude samenwerkingsverband? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid om als tussenoplossing de TLV’s te verlengen?

Vraag 9

Begrijpt u ook dat een tussenoplossing waarin de open residentiele inrichting Hoenderloo verzocht wordt om met TLV-vinkjes (toeklaatbaarheidsverklaring vso) te werken in plaats van met RP-vinkjes (residentiele plaatsing) in hun administratiesysteem volledig afhangt van de inzet en medewerking van Hoenderloo hierin en het Samenwerkingsverband VO Gelderse Vallei geen comfort geeft omdat men geen inzicht heeft in het administratiesysteem van Hoenderloo? Bent u bereid om samen met GJI Deelen de administratie aan te passen, zodat wordt gewerkt met TLV-registraties in plaats van RP-registraties?

Vraag 10

Begrijpt u dat de toeleverende samenwerkingsverbanden te vragen om mee te werken aan financiering van de TLV voor leerlingen die afkomstig zijn uit hun gebied voor plaatsing in de gesloten setting volledig afhangt van de good will van andere samenwerkingsverbanden en het Samenwerkingsverband VO Gelderse Vallei geen comfort geeft omdat volgens de huidige wet de toeleverende samenwerkingsverbanden geen enkele reden hebben om dit te financieren?

Vraag 11

Beseft u dat doordat er geen structurele oplossing is gevonden het bestuur genoodzaakt is geweest om te bezuinigen waardoor het huidige bovenschools aanbod voor thuiszitters in deze regio onder druk staat?

Vraag 12

Is al duidelijk geworden of het wetsvoorstel van het Ministerie van VWS over het woonplaatsbeginsel enig soelaas kan bieden voor deze residentiële bekostigingsproblematiek waarnaar u verwees in de beantwoording van onze eerdere vragen? Zo ja, op welke wijze en zo nee, waarom niet?


X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 2816

Naar boven