Vragen van het lid Ten Broeke (VVD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de Nederlandse positie inzake een AVVN-resolutie over een internationaal verbod op kernwapens (ingezonden 18 oktober 2016).

Vraag 1

Hoe verhoudt de in het kader van de 71ste AVVN opgestelde concept-resolutie van Mexico, Oostenrijk en andere landen (over de noodzaak om onderhandelingen te initiëren over een verdrag dat kernwapens verbiedt) zich tot bestaande NAVO-verplichtingen?

Vraag 2

Hoeveel NAVO-bondgenoten hebben aangekondigd de resolutie te zullen steunen? En hoeveel NAVO-bondgenoten hebben tijdens de AVVN meeonderhandeld over de resolutie?

Vraag 3

Hoe zou een «voor»-stem van een NAVO-bondgenoot zich verhouden tot de geldende doctrine die stelt dat de NAVO een «nucleaire alliantie» is, hetgeen alle NAVO-bondgenoten, inclusief Nederland, onlangs nog bevestigden in het communiqué van de NAVO-top in Warschau?1

Vraag 4

Hoe zou een eventuele «voor»-stem van Nederland zich verhouden tot de nucleaire taak die Nederland in NAVO-verband heeft?

Vraag 5

Hoe zou de resolutie, en later de aanvang van onderhandelingen over een verdrag dat kernwapens verbiedt, zich verhouden tot het Non-proliferatieverdrag (NPV)? Is het kabinet nog steeds van mening dat het NPV de hoeksteen zou moeten zijn van het nucleaire ontwapeningsbeleid? En is het kabinet van mening dat de resolutie het NPV zou uithollen? Zo neen, waarom niet?

Vraag 6

Hoe beoordeelt het kabinet het nucleaire spierballenvertoon van de Russische Federatie, dat zich bijvoorbeeld manifesteert in de vorm van stationering van Iskander-raketten in Kaliningrad2 en de diverse opmerkingen over de gereedheid van het Russische nucleaire arsenaal?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Sjoerdsma (D66), Servaes (PvdA), Van Bommel (SP), Voordewind (ChristenUnie), Grashoff (GroenLinks), Thieme (PvdD) en Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk), ingezonden 18 oktober 2016 (vraagnummer 2016Z19120)

Naar boven