Vragen van de leden Dijkhoff en Hennis-Plasschaert (beiden VVD) aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken en de minister van Veiligheid en Justitie over het artikel «Politici verzwegen bewust omvang Oost-Europese misdaad» (ingezonden 2 maart 2012).

Vraag 1

Kent u het artikel «Politici verzwegen bewust omvang Oost-Europese misdaad»?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat Europese politici bewust de aard en de omvang van de Oost-Europese misdaad toegedekt hebben in de aanloop naar de toetreding van Oost-Europese landen tot de Europese Unie? Zo ja, waaruit valt dit af te leiden en in welke gevallen speelde dit? Zo nee, waarom bent u het hier niet mee eens?

Vraag 3

Is dit probleem bewust verzwegen of is dit probleem onderschat?

Vraag 4

Op welke wijze werd de afgelopen jaren in de Raad van Ministers het probleem van georganiseerde misdaad in Oost-Europa besproken? Op welke wijze wordt daar nu over gesproken wanneer het gaat om de evaluaties van landen die in een toetredingsproces tot de Europese Unie zitten? Op basis van welke gegevens wordt dit besproken? Is dit voor verbetering vatbaar?

Vraag 5

Hoe kan in de toekomst voorkomen worden dat dit probleem zich weer voordoet?

Vraag 6

Hoe werd in het verleden het probleem van de georganiseerde misdaad in Oost-Europese landen en de gevolgen van toetreding tot de Europese Unie door deze landen voor bestaande lidstaten op dit gebied in kaart gebracht? Is dit voor verbetering vatbaar en zo ja, hoe kan dit verbeterd worden?

Vraag 7

Zal Nederland zich in de Raad inzetten voor het maken van een prioriteit van de aanpak van georganiseerde misdaad door landen in het toetredingsproces en het verbinden van consequenties voor het toetredingsproces van deze landen aan het niet boeken van voldoende vooruitgang en het opbouwen van een track record bij het bestrijden van de georganiseerde misdaad?

Vraag 8

Heeft Nederland inmiddels voldoende zicht op de omvang van dit probleem? Zo ja, wat is deze omvang en wat zijn de gevolgen voor Nederland? Wat valt hieraan te doen? Zo nee, hoe gaat u ervoor zorgen dat er wel voldoende zicht hierop komt?

Vraag 9

Is het volgens u nodig dat er een korpschef met een portefeuille Oost-Europese misdaad komt? Wat zijn hiervan de voordelen en is dit praktisch wenselijk en uitvoerbaar? Als u het hier niet mee eens bent, waarom niet?

Vraag 10

Hoe wordt ervoor gezorgd dat de samenwerking tussen Europese opsporingsdiensten wordt verbeterd zodat meer misdrijven kunnen worden opgelost? Welke vooruitgang is hierop geboekt de afgelopen jaren en zal dit de komende jaren verder verbeteren?

Vraag 11

Is het waar dat arbeidsmigranten uit Oost-Europa over het algemeen geen band hebben met de criminele bendes en dus niet verantwoordelijk zijn voor deze misdrijven?


X Noot
1

Elsevier.nl

Naar boven