Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 oktober 2022
Tijdens de vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en
Veiligheid voor het jaar 2022 op 25 november 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 27, item 12) hebben de leden Van der Plas en Eerdmans een motie ingediend (Kamerstuk 35 925 VI, nr. 105).
Met de motie wordt de regering verzocht in kaart te brengen wat de mogelijkheden zijn
voor het opleggen van langdurige detentie na drie ernstige geweldsmisdrijven en welke
wetswijzigingen hiervoor nodig zijn. Mijn ambtsvoorganger heeft de motie oordeel Kamer
gegeven met de interpretatie dat de indieners van de motie willen weten of recidive,
zeker bij ernstige geweldsdelicten, ook daadwerkelijk leidt tot strafvermeerdering
en als uit het onderzoek blijkt dat dit niet het geval is, dat dan moet worden gekeken
hoe dit nader geregeld kan worden. Vervolgens is de motie door uw Kamer aangenomen.
Met deze brief informeer ik uw Kamer conform uw verzoek over de stand van zaken van
de uitvoering van deze motie. Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum
(WODC) is gevraagd om een onderzoek te (laten) doen om na te gaan of en in hoeverre
recidive bij ernstige geweldsdelicten leidt tot strafvermeerdering.
Het WODC heeft het onderzoek uitbesteed aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Het
onderzoek is inmiddels gestart en de resultaten daarvan worden na de zomer van 2023
verwacht. Zodra het onderzoeksrapport gereed is, wordt het rapport zo spoedig mogelijk
aan uw Kamer toegezonden.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind