36 200 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2023

Nr. 9 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 oktober 2022

Tijdens de vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid voor het jaar 2022 op 25 november 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 27, item 12) hebben de leden Van der Plas en Eerdmans een motie ingediend (Kamerstuk 35 925 VI, nr. 105).

Met de motie wordt de regering verzocht in kaart te brengen wat de mogelijkheden zijn voor het opleggen van langdurige detentie na drie ernstige geweldsmisdrijven en welke wetswijzigingen hiervoor nodig zijn. Mijn ambtsvoorganger heeft de motie oordeel Kamer gegeven met de interpretatie dat de indieners van de motie willen weten of recidive, zeker bij ernstige geweldsdelicten, ook daadwerkelijk leidt tot strafvermeerdering en als uit het onderzoek blijkt dat dit niet het geval is, dat dan moet worden gekeken hoe dit nader geregeld kan worden. Vervolgens is de motie door uw Kamer aangenomen.

Met deze brief informeer ik uw Kamer conform uw verzoek over de stand van zaken van de uitvoering van deze motie. Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) is gevraagd om een onderzoek te (laten) doen om na te gaan of en in hoeverre recidive bij ernstige geweldsdelicten leidt tot strafvermeerdering.

Het WODC heeft het onderzoek uitbesteed aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Het onderzoek is inmiddels gestart en de resultaten daarvan worden na de zomer van 2023 verwacht. Zodra het onderzoeksrapport gereed is, wordt het rapport zo spoedig mogelijk aan uw Kamer toegezonden.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind

Naar boven