36 045 Situatie in de Oekraïne

Nr. 61 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 april 2022

Zoals toegezegd in het plenair debat van 31 maart jl. na de speech van de Oekraïense president Zelenski (Handelingen II 2021/22, nr. 67, debat over de toespraak van de Oekraïense president) en de toezegging in de brief aan uw Kamer over dit onderwerp van 1 april (Kamerstuk 36 045, nr. 59), ontvangt u hierbij een brief over de stand van zaken op het gebied van sanctienaleving en handhaving, mede namens de Minister van Financiën, de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de Minister van Justitie en Veiligheid, de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, de Minister voor Rechtsbescherming, de Staatssecretaris van Financiën (Fiscaliteit en Belastingdienst) en de Staatssecretaris van Financiën (Toeslagen en Douane).

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

Stand van zaken sanctienaleving en handhaving

Op 31 maart jl. en op 1 april jl. ontving uw Kamer een uitgebreid overzicht van de inspanningen t.a.v. sanctienaleving en handhaving. Het kabinet heeft de Kamer goed verstaan en neemt terechte zorgen over de naleving en handhaving (Kamerstuk 36 045, nrs. 54 en 59) zeer serieus. De uitvoering van het sanctiebeleid is essentieel om de Russische elite hard te raken in reactie op de Russische agressie in Oekraïne. Daarom zet het kabinet alles op alles om te zorgen dat we niets missen, binnen de mogelijkheden die ons ter beschikking staan. Dat is urgent. Het kabinet wil dit voor de korte maar ook voor de lange termijn goed organiseren. De uitvoering wordt strak getrokken door de operationele samenwerking te verbeteren onder leiding van de nationaal coördinator sanctienaleving en handhaving, Stef Blok. Het kabinet werkt aan actieve naleving en handhaving van sancties die tegen Rusland zijn ingesteld en de Russische personen en entiteiten die op de sanctielijst staan.

Stand van zaken naleving en handhaving

Sinds de Russische inval en de verschillende EU- sanctiepakketten is op het gebied sanctienaleving en handhaving al veel gedaan.

Door financiële instellingen en trustkantoren is EUR 516 miljoen aan tegoeden bevroren en EUR 155 miljoen aan transacties is tegengehouden. We zullen uw Kamer periodiek blijven informeren over de stand van zaken van ontvangen meldingen. De ministerraad heeft op 1 april jl. ingestemd met het voorstel van de Minister van Financiën om een wetsvoorstel voor spoedadvies voor te leggen aan de Raad van State waarin dienstverlening door trustkantoren gericht op Russische geldstromen wordt verboden. In het wetsvoorstel is ook een verbod opgenomen om doorstroomvennootschappen aan te bieden en om trustdiensten te verlenen met betrokkenheid van derde-hoogrisicolanden op witwasgebied of non-coöperatieve landen op belastinggebied. Het kabinet zet nog steeds in op sanctiemaatregelen op dit onderwerp in Europees verband. Mocht dit niet het gewenste resultaat hebben dan zal het wetsvoorstel na verwerking van het spoedadvies ingediend worden bij uw Kamer.

Het Ministerie van IenW heeft vastgesteld dat er in Nederland geen vliegtuigen zijn van Russen die op de sanctielijst staan. Een vliegtuig staat stil in Nederland vanwege het luchtvaartverbod. Er zijn ook geen vliegtuigen ingeschreven in Nederland van personen op de sanctielijsten (bezittingen) voor zover bekend.

In Nederland liggen geen superjachten voor anker, maar ze worden wel in Nederland gebouwd. De Douane werkt nauw samen met de FIOD, havenautoriteiten en de Kustwacht. Op dit moment is het beeld dat bij vijf werven in totaal 12 jachten in aanbouw zijn voor zogenaamde Russische UBO's (ultimate beneficial owners). Vanwege de huidige exportmaatregelen mogen deze vaartuigen op dit moment niet geleverd worden. De werven zijn hiervan op de hoogte. De eigendomsstructuren van deze jachten wordt onderzocht. Bij een van deze jachten wordt de relatie met een op de Europese sanctielijsten genoemde persoon onderzocht, het jacht staat onder toezicht. Betrokken instanties hebben geen aanwijzingen dat er jachten zijn weggevaren van personen of entiteiten die op dat moment al op de sanctielijsten stonden.

Het vastgoed van Russische personen en entiteiten in Nederland is bevroren. De notarissen hebben hier een belangrijke poortwachtersfunctie. De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) heeft de notarissen gewezen op hun verantwoordelijkheid hierin. Zij mogen geen onroerende goederen verkopen, verhandelen of verhypothekeren, en moeten dit controleren. Met betrekking tot het toezicht op de naleving van de sanctieregelgeving door advocaten en notarissen wordt in samenwerking met de Minister voor Rechtsbescherming gewerkt aan een noodzakelijke wettelijke regeling. Hierbij worden de rechtstatelijke uitgangspunten zoals de wettelijke geheimhoudingsplicht en het onafhankelijk toezicht in acht genomen. Het Kadaster heeft inmiddels onderzoek gedaan en het eerste resultaat is dat geen natuurlijke personen op de sanctielijst over vastgoed beschikken in Nederland. Maar meer onderzoek is nodig want eigendom kan ook achter bepaalde constructies zitten. Vorige week is daarom geregeld dat de KvK gegevens over de entiteiten van deze natuurlijke personen mag delen met het Kadaster. Momenteel kijken het Kadaster, de KvK en de Belastingdienst of via de uitwisseling van informatie entiteiten en natuurlijke personen (ook indirect) aan elkaar kunnen worden gekoppeld. Dit betreft vaak ingewikkelde constructies. Ook de FIOD kijkt naar verhuld eigenaarschap. Het kabinet zal uw Kamer hier spoedig een update over sturen.

De Douane heeft ca. 30.000 containers in doorvoer met bestemming Rusland en Belarus gestopt en beoordeeld en 49.000 aangiften van vrachtzendingen naar Rusland en Belarus gecontroleerd. De Douane controleert 100% van de goederen die geraakt worden door de risicoprofielen. Bij 53 vrachtzendingen is een verdenking dat de sanctiemaatregelen zijn overtreden. Deze worden nader onderzocht.

In reactie op een vraag van het Lid Dassen, kan uw Kamer worden gemeld dat alle relevante departementen en uitvoeringsinstanties minstens 1 FTE capaciteit beschikbaar stellen aan de interdepartementale taakgroep sancties. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken stelt naast de nationaal coördinator en de projectdirecteur die leiding geeft aan de taakgroep, 3 FTE beschikbaar ter ondersteuning. Behalve deze capaciteit voor de taakgroep zijn dagelijks bij de relevante departementen en uitvoeringsinstanties tientallen FTE belast met de naleving en handhaving van sancties.

Verdere verbeteringen

Voor de korte termijn wordt met de meest betrokken ministeries en uitvoeringsinstanties actief op zoek gegaan naar bezittingen van gesanctioneerde personen en entiteiten, voor het geval die gemist mochten zijn bij de toepassing van sanctieprocedures door financiële instellingen of andere betrokken partijen. Vooralsnog zijn hier geen aanwijzingen voor. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de sanctieregelingen aangepast om informatie-uitwisseling mogelijk te maken. Daarnaast wordt op korte termijn bezien welke overige aanpassingen noodzakelijk zijn voor effectieve handhaving van de sanctieregelingen.

Toezicht en de handhaving van sancties verbeteren we op terreinen waar dit nog niet (goed) is geregeld. Onder andere voor vastgoed, kunst en erfgoed, het (verborgen) eigendom van bedrijven en niet-financiële dienstverlening. Het kabinet is in gesprek met beroepsgroepen en toezichthouders om te horen wat zij tegenkomen in hun werkveld en welke verbeteringen mogelijk zijn. Indien dit leidt tot verdere wijziging van regelgeving waar uw Kamer voor nodig is, wordt u hierover via de gebruikelijke procedures geïnformeerd.

Internationale vergelijking

De Europese Commissie zal op zeer korte termijn een overzicht delen over de uitvoering van de sancties door de lidstaten. Het kabinet pleit ervoor om dit publiek te maken. Uiteraard zijn de verschillen groot per land en is vergelijken moeilijk. Eerder bleek al dat van de EUR 23 miljard die door Frankrijk is bevroren er EUR 22 miljard van één klant is, de Russische centrale bank. In Italië en andere landen aan de Middellandse zee liggen meer luxe jachten van geliste personen dan in Nederlandse havens. In reactie op het lid Van Dijk informeren we de Kamer dat Italië EUR 850 miljoen aan bezittingen heeft bevroren. Dit betreft hoofdzakelijk jachten en onroerende goederen. Het betreft hier bevriezingen in het kader van de sanctieregelgeving en geen in beslagname waarvoor een strafrechtelijke vordering nodig is. Tot op heden hebben een groot aantal landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, nog geen officiële uitspraken gedaan over de hoogte van het totale aantal bevroren tegoeden. In een volgende Kamerbrief zullen we zo mogelijk meer informatie geven over de stand van zaken in andere EU-lidstaten en de rapportage van de Europese Commissie delen.

Vastgoed

Al eerder is vastgesteld dat geen van de natuurlijke personen op de sanctielijst als natuurlijk persoon over vastgoed in Nederland beschikken. Vorige week is geregeld dat de KvK gegevens over de entiteiten van deze natuurlijke personen mag delen met het Kadaster. De ministeriële regeling die dat mogelijk maakt, is op 4 april jl. gepubliceerd en met terugwerkende kracht op 1 april jl. in werking getreden. Het Kadaster heeft in genoemde regeling een grondslag gekregen om in de registers een aantekening te zetten bij registergoederen (waaronder onroerende goederen) van personen en entiteiten op de sanctielijst. Daarmee wordt voor een ieder inzichtelijk bij het raadplegen van de registers welke registergoederen door de sancties bevroren zijn. Hierdoor wordt het voor de gebruiker van die gegevens, net als voor bijvoorbeeld de notaris, direct duidelijk dat niet mag worden meegewerkt aan een transactie ten aanzien van dat registergoed.

Afgelopen weekend is door het Kadaster vastgesteld of entiteiten die in KvK gekoppeld zijn aan natuurlijke personen op de sanctielijst vastgoed bezitten. Dit heeft vooralsnog geen concrete gevallen opgeleverd. Momenteel maken het Kadaster en de KvK een verdiepingsslag op de beschikbare informatie. Afgelopen weekend is verder gewerkt aan de uitwisseling van informatie tussen ook andere overheidsorganisaties (bijvoorbeeld Belastingdienst, FIOD) en het Kadaster om entiteiten en natuurlijke personen (ook indirect) aan elkaar te kunnen koppelen. Ook daar met het oogmerk om vastgoed te traceren, mede omdat er sprake kan zijn van ingewikkelde constructies.

Luchtvaart

Nederland

Zoals aan uw Kamer medegedeeld per brief1 is per 27 februari het Nederlandse luchtruim gesloten voor Russische vliegtuigen. Dit was nog vooruitlopend op de EU-sanctiemaatregel van 28 februari om het Europese luchtruim te sluiten.

Op dit moment staat als gevolg van dit luchtvaartverbod één Russisch vliegtuig van Aeroflot op Schiphol. Ook wordt in Nederland geen onderhoud meer uitgevoerd aan Russische vliegtuigen. Tevens bevinden zich hier op dit moment geen vliegtuigen van Russische oligarchen die op de sanctielijst staan, noch dat er in het Nederlandse register vliegtuigen met een Russische eigenaar of houder ingeschreven staan.

Caribische delen Koninkrijk

Volgens de informatie waar het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat over beschikt bevinden zich op Bonaire, Sint Eustatius en Saba (de BES-eilanden) geen vliegtuigen die gelinkt kunnen worden aan de personen en/of entiteiten op de sanctielijst. Van de BES-eilanden is het luchtruim per 27 februari 2022 gesloten voor Russische luchtvaartuigen. Begin maart 2022 hebben Curaçao, Aruba en Sint Maarten (de CAS – landen) een vliegverbod voor Russische vliegtuigen ingesteld en het luchtruim gesloten voor deze vliegtuigen, gelijkend op de Europese sancties.

Met betrekking tot de CAS-eilanden hebben het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat noch het Ministerie van Buitenlandse Zaken juridische bevoegdheden. Daarom is er enkel collegiaal contact geweest met de diverse stakeholders. Curaçao en Sint Maarten beschikken over een relatief klein gezamenlijk luchtvaartuigenregister (ongeveer 25 vliegtuigen). De vliegtuigen worden met name gebruikt voor vliegverkeer tussen de Caribische delen van het koninkrijk. De vliegtuigen die in het register van Curaçao en Sint Maarten zijn ingeschreven, hebben geen Russische eigenaar of houder.

Het Arubaanse Ministerie van Transport heeft gekeken naar negen vliegtuigen die in hun luchtvaartuigenregister geregistreerd staan waar een mogelijk verband is met Rusland. Geen van de vliegtuigen bevindt zich in Aruba. Er zijn maatregelen genomen ten aanzien van zes vliegtuigen terwijl nader onderzoek wordt gedaan naar drie toestellen. Aan twee vliegtuigen die geen Russische eigenaar hebben, maar die zich ten tijde van het instellen van de maatregelen in Rusland bevonden is een vliegverbod opgelegd in verband met de vliegveiligheid. Een ander vliegtuig dat zich ook in Rusland bevindt en wel een Russische eigenaar heeft (die overigens niet op de EU sanctielijsten staat) heeft om diezelfde reden een vliegverbod gekregen. Tenslotte zijn twee andere in Rusland verblijvende vliegtuigen die eigendom zijn van niet door de EU gesanctioneerde Russische eigenaren ambtshalve uit het register verwijderd omdat de eigenaren hebben aangegeven niet de intentie te hebben het toestel fysiek uit Rusland te willen verwijderen in de nabije toekomst.

Scheepvaart

Toezicht op luxe jachten

In het kader van het toezicht op luxe jachten is er vanuit de Douane een werkgroep jachten opgericht, waarin ook nauw wordt samengewerkt met zowel de FIOD als de Kustwacht. Het Team precursoren, oorsprong, strategische goederen, sanctiewetgeving (POSS) coördineert de werkgroep. De werkgroep heeft op dit moment 15 werven en vijf handelaren in luxe- of superjachten in beeld waar extra onderzoek plaatsvindt. Alle werven zijn ondertussen bezocht en voorgelicht over de geldende sanctiemaatregelen.

Op dit moment is het beeld dat er bij vijf van de werven in totaal 12 jachten in aanbouw zijn voor zogenaamde Russische UBO's (ultimate beneficial owners). Dit zijn geen personen die als zodanig voorkomen op de Europese sanctielijsten, maar gezien de huidige maatregelen mogen deze vaartuigen op dit moment niet geleverd, overgedragen of uitgevoerd worden. De werven zijn hiervan op de hoogte gebracht. De eigendomsstructuren van deze jachten wordt verder onderzocht. Een van deze jachten nadert voltooiing. Onder douanetoezicht heeft 2 april jl. de eerste proefvaart plaatsgevonden.

Daarnaast liggen er twee jachten voor onderhoud bij Nederlandse werven die onder verscherpt douanetoezicht zijn geplaatst. Ook deze werven zijn gewezen op de beperkingen. Van één van deze jachten wordt de relatie met een op de Europese sanctielijsten genoemde persoon onderzocht. Het tweede jacht is waarschijnlijk niet van een Russische of Belarussische eigenaar, maar er geldt wel een verbod op leveren van diensten aan jachten zonder vergunning. Tevens is bekend dat één werf onderhoud had gepland voor een eerder aan een Russische UBO geleverd jacht. Ook deze werf is geïnformeerd en heeft naar aanleiding daarvan het onderhoud geannuleerd.

Caribische delen Koninkrijk

Navraag bij de BES-eilanden leert dat op dit moment geen schepen van personen of entiteiten op de sanctielijst in de havens en/of wateren van respectievelijk Bonaire, St. Eustatius en Saba verblijven. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft een handelingsperspectief verzonden naar de havenmeesters op de BES-eilanden waarmee zij schepen uit de havens kunnen weren. Er is proactief contact met de havenmeesters van de BES-eilanden die als zodanig vallen onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.

De CAS landen zijn zelf verantwoordelijk voor de naleving van de sancties. Er wordt op collegiale basis proactief informatie uitgewisseld, bijvoorbeeld over het eigenaarschap van bepaalde schepen die naar de havens (willen) komen. Dit zal de komende weken worden uitgebreid. Tijdens bijeenkomsten van de Koninkrijks- Maritieme Administratie is eind maart in Willemstad (Curaçao) hierover gesproken met de verantwoordelijke autoriteiten genoemd in de brief van 31 maart jl.22 Op dit moment zijn er geen schepen van personen of entiteiten op de sanctielijst die in de havens en/of wateren van respectievelijk Aruba, Curaçao of St. Maarten verblijven.

Douane

In onder meer de brief van 31 maart jl. het kabinet uw Kamer geïnformeerd over de bijdrage van de Douane aan het sanctiebeleid. Het kabinet zal hieronder een nadere toelichting geven op een aantal van de Douane-activiteiten in het toezicht op invoer-, uitvoer- en doorvoerrestricties van alle gesanctioneerde goederen, diensten en technologie.

Voorlichting bedrijfsleven

Er is bij het uitbreken van de oorlog een speciaal sanctieloket ingericht bij RVO dat dient als centraal loket voor alle vragen van het bedrijfsleven over de sanctiemaatregelen. Veel vragen die betrekking hebben op de Douane worden daar nu – in goed overleg met de Douane – beantwoord. De afgelopen weken maakten circa 60 tot 70 bedrijven dagelijks gebruik van deze mogelijkheid. Als vragen iets ingewikkelder te beantwoorden zijn, kunnen deze doorgeleid worden naar Douane Telefoon, maar dat komt in de praktijk op dit moment nog nauwelijks voor. De informatie over sanctiemaatregelen kan ook vergaande gevolgen hebben voor de investeringsbeslissingen van bedrijven. Daarom is de Douane 24/7 bereikbaar om bedrijven zo goed mogelijk van de gewenste informatie te voorzien. Overigens worden daarvoor uiteraard ook de reguliere overlegmomenten met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en hun koepels gebruikt.

Toezicht op strategische goederen

De Centrale Dienst In & Uitvoer (CDIU) van de Douane is verantwoordelijk voor invoer en uitvoer van zogenaamde strategische goederen en diensten en geeft hierover voorlichting aan het bedrijfsleven. Ook de CDIU ontvangt dagelijks rechtstreeks tientallen telefoontjes en e-mail van bedrijven met vragen over de sancties. Daarnaast geeft de CDIU exportvergunningen af voor goederen zoals wapens, munitie, goederen voor tweeërlei gebruik (dual-use goederen) en cultuurgoederen. De Dienst doet dit in nauw overleg met zijn opdrachtgever, het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Daarmee is de CDIU een belangrijke spil in het toezicht op de uitvoering van de sancties.

De CDIU beoordeelt de sanctiegoederen, de transactie en doet een check op de eindgebruiker. Bij vrachtzendingen waarover twijfel bestaat, stemt de CDIU af met het Ministerie van Buitenlandse zaken. Wanneer de eindbeoordeling is dat er inderdaad sprake is van een vermoedelijke overtreding op de sanctiewetgeving draagt de Dienst de zaak over aan een gespecialiseerd team binnen de Douane, Team Precursoren, Strategische goederen en Sanctiewetgeving (POSS). Dit team kan een bedrijf een waarschuwing opleggen, waarmee het bedrijf dan direct onder verscherpt toezicht staat. Verder werkt dit team samen met het Openbaar Ministerie bij een eventuele strafrechtelijke vervolging.

Toezicht op vracht

Er zijn sinds de oorlog ruim 49.000 aangiften van vrachtzendingen naar Rusland en Belarus gecontroleerd. De Douane controleert 100% van de goederen die raken aan de risicoprofielen die vanwege de sancties zijn ingesteld. Dit heeft vooralsnog geresulteerd in ca. 3.300 fysieke controles of controles van de papieren voor in- of uitvoer. Bij 53 vrachtzendingen (peildatum 4 april jl.) is een verdenking dat de sanctiemaatregelen zijn overtreden. Net als bij het toezicht op strategische goederen, beoordeelt de CDIU documentatie van deze goederen, de transactie en doet een check op de eindgebruiker. Bij vrachtzendingen waarover twijfel bestaat, stemt de CDIU vervolgens ook hier af met het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Vervolgens wordt de zaak overgedragen naar het eerde genoemde team POSS binnen de Douane.

Bij 15 van de bovengenoemde 53 zendingen zijn de goederen alsnog vrijgegeven en mochten hun weg vervolgen. Het ging bijvoorbeeld om ladingen hout die vanuit Rusland op weg waren naar België. Van negen zendingen is na afgerond onderzoek vastgesteld dat deze goederen de opgegeven bestemming niet mogen volgen. Het gaat om onder meer onderdelen voor dieselmotoren, spullen voor de olie-industrie en cryptografiegoederen (databeveiliging). Deze goederen gaan retour naar de exporteur en dus niet naar de oorspronkelijk opgegeven bestemming. Het kan zijn dat de Douane in een later stadium een nacontrole uitvoert bij deze bedrijven om vast te stellen of deze goederen niet alsnog via een andere weg naar Rusland of Belarus zijn vervoerd. Bij de overige zendingen loopt het onderzoek nog.

Een belangrijk deel van de controles betreft het toezicht op containers. In de haven van Rotterdam zijn sinds de eerste sancties bijna 30.000 containers in doorvoer met bestemming Rusland/Belarus gestopt en beoordeeld om vast te stellen of ze onder de sanctiemaatregelen vallen. Daarvan gaat het bij ca. 5.500 containers ook om de vraag of er mogelijk luxegoederen in zitten met een waardegrens van EUR 300,– per artikel. Is dat het geval, dan mogen deze goederen niet richting Rusland/Belarus. Op dit moment zijn er nog ca. 2.100 gestopte containers in behandeling bij de Douane omdat informatie ontbreekt. Dat kan bijvoorbeeld gaan om informatie over de vracht, de eindgebruiker of over de bestemming.

Duidelijk is in ieder geval dat de handel met Rusland afneemt. Zo heeft de Douane afgelopen week ca. 750 aangiftes op Rusland verwerkt, tegen meer dan 40.000 per week net voor de oorlog. Vanwege het sluiten van het luchtruim droogt ook het aangiftevolume van goederen naar Rusland via de lucht op. De afgelopen twee weken ging het vanuit douane-perspectief om minder dan 50 aangiften. Het is wel de verwachting dat deze goederenstroom op termijn weer gaat toenemen.

Naast controle op aangiften van vrachtzendingen vanuit Rusland en Belarus is er ook extra aandacht van de Douane op goederen naar de zogenaamde uitwijklanden. Dit zijn landen die grenzen aan Rusland en Belarus. Het risico bestaat immers dat via deze landen alsnog goederen die onder het sanctieregime vallen in Rusland of Belarus op de markt worden gebracht. Ook voor deze landen heeft de Douane specifieke risicoprofielen en controles ingesteld, net als op Rusland en Belarus.

Wijziging art. 43c

Uw Kamer heeft op 24 maart jl. een motie van het lid Omtzigt c.s. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1793) aangenomen waarin het kabinet wordt opgeroepen om alle beschikbare fiscale gegevens, inclusief APA en ATR, binnen 48 uur beschikbaar te stellen voor alle autoriteiten in Nederland die toezicht houden op de naleving van de sancties (Handelingen II 2021/22, nr. 64, Stemmingen). De Belastingdienst is hard aan de slag om informatie-uitwisseling voor elkaar te krijgen. Daarbij deden zich drie complicerende factoren voor: de geheimhoudingsplicht van artikel 67 Algemene Wet inzake rijksbelastingen (AWR), een deugdelijke rechtsgrond in het kader van de Algemene Verordening Gegevensverwerking (AVG) om met andere autoriteiten te mogen uitwisselen, en het feit dat de Belastingdienst nauwelijks relevante actuele informatie heeft die snel op te leveren is. Er is en wordt hard gewerkt om de eerste twee hobbels weg te nemen.

Allereerst is namens de Staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst reeds op 25 maart jl. ontheffing verleend van de geheimhoudingsplicht van artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Invorderingswet 1990. Deze geheimhoudingsplicht staat dus niet langer aan de verstrekking in de weg. De Belastingdienst kan namelijk op grond van deze ontheffing desgevraagd informatie verstrekken aan de bevoegde autoriteiten voor zover relevant voor de uitvoering van de sanctiewet.

In aanvulling hierop wordt nu gewerkt aan een wijziging van artikel 43c van de Uitvoeringsregeling AWR. Op deze manier willen wij de grondslag voor het delen van fiscale gegevens ten behoeve de uitvoering van Verordening (EU) 269/2014 verduidelijken, door aan te geven aan welke instanties de Belastingdienst gegevens kan leveren. Deze wijziging zal zo spoedig mogelijk voor advies worden aangeboden bij de Autoriteit Persoonsgegevens, waarbij wij zullen vragen om een spoedadvies.

Belastingdienst & FIOD

In onder meer de brief van 1 april jl. (Kamerstuk 36 045, nr. 59) heeft het kabinet u geïnformeerd over de bijdrage van de Belastingdienst aan het sanctiebeleid. De uitbetaling aan- en verrekening met vorderingen van gesanctioneerden wordt onmiddellijk na validatie stopgezet. De uitwisseling van informatie met Rusland is stopgezet. Van de personen die op de EU-sanctielijst staan is gekeken of zij voorkomen in de systemen van de Belastingdienst; om dit geheel sluitend te maken wordt dit nu ook nog handmatig gecontroleerd op juistheid.

Voor de rulings is de eerste beoordeling van de 3.400 van de rulings (APA’s en ATR’s) afgerond. Om te voorkomen dat ten onrechte sancties worden opgelegd, vindt nu handmatig een (verdiepings)analyse plaats om tot een eindbeoordeling te kunnen komen. Na de eindbeoordeling zal de informatie aan de relevante autoriteiten worden verstrekt. Het is van belang om op te merken dat rulings over het algemeen geen informatie bevatten over (overige) bezittingen van UBO’s. Wel bevatten ze mogelijk informatie over de activiteiten van de Nederlandse vennootschappen

De FIOD is op zijn taakgebieden uitsluitend verantwoordelijk voor de strafrechtelijke handhaving van overtredingen van de sanctiewet. Door de FIOD is nog geen beslag gelegd op andere dan de hierna genoemde goederen die onder de sanctiemaatregelen vallen. Wel heeft de FIOD EUR 137 miljoen in beslag genomen van banktegoeden die niet waren bevroren en mogelijk gebruikt zouden worden bij overtredingen van de Sanctiewet. De FIOD werkt pro- en reactief in het achterhalen van mogelijke schendingen. In zijn aanpak onderkent de FIOD vier hoofdlijnen:

  • 1. Vaststellen van de informatiepositie: informatie en signalen over mogelijke overtredingen van de Sanctiewet zijn en worden vrijwel onmiddellijk na het instellen van de sancties verzameld binnen de FIOD en worden door verschillende gespecialiseerde teams, waaronder het Anti Money Laundering Center (AMLC, het Financial Advanced Cyber Team (FACT) en het Team Criminele Inlichtingen (TCI) gebruikt om de informatie positie te verbeteren. Alle signalen worden verzameld en bewaard in de opsporingssystemen van de FIOD.

  • 2. Snelle interventie: in de huidige fase wordt gekozen voor een snelle interventie. Bij een mogelijke overtreding van de sancties wordt strafrechtelijk beslag gelegd om ontduiking te voorkomen en wordt er een strafrechtelijk onderzoek ingesteld onder leiding van het Openbaar Ministerie.

  • 3. Inventarisatie van FIOD-onderzoeken: Er is een inventarisatie gemaakt van onderzoeken van de FIOD met een mogelijke link naar personen en entiteiten genoemd op de lijsten van de Rusland-sancties. Dit overzicht wordt met gebruik van informatie door diverse teams (zie onder punt 1) nader geanalyseerd.

  • 4. Preventie: Op verzoek van een toezichthouder kan de FIOD op de naleving van het toezicht van de sanctiewetgeving bijstand verlenen. Zo heeft de FIOD de Douane ondersteund bij uitvoering van de werkzaamheden van de Werkgroep Jachten.

Tot slot

Het kabinet benadrukt dat de naleving en handhaving van de sancties van groot belang is. Er zijn op dit moment geen concrete aanwijzingen dat er grootschalig bezit wordt gemist. Desondanks is het kabinet op korte termijn actief op zoek naar bezit en worden maatregelen genomen die de naleving en handhaving kunnen verbeteren. Voor de langere termijn kijkt het kabinet ook waar wet- en regelgeving moet worden gewijzigd voor dit doel. Het kabinet zal regelmatig een update sturen aan uw Kamer over de voortgang.


X Noot
1

Kamerstukken 24 804 en 36 045, nr. 192

X Noot
2

Kamerstuk 36 045, nr. 55

Naar boven