36 045 Situatie in de Oekraïne

Nr. 113 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 september 2022

Namens de Ministers van Buitenlandse Zaken, Financiën, Infrastructuur en Waterstaat en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit stuur ik u deze Kamerbrief toe.

Op 7 juli heb ik bij het Commissiedebat herstel en wederopbouw (Kamerstuk 36 045, nr. 106) aan uw Kamer toegezegd om voor het notaoverleg Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS), dat voorzien is voor 28 september, bij u terug te komen inzake onze inzet in Oekraïne voor hulp, herstel en wederopbouw. Dit naar aanleiding van de moties van het Kamerlid Hammelburg c.s. over de situatie Oekraïne, de leden Thijssen en Van der Lee over de additionele middelen en de leden Van der Lee en Thijssen over speculatie op commodities.1

Daarnaast bevat deze brief de reactie op de toezeggingen aan het Kamerlid Klink om een overzicht te geven van hulp, herstel en wederopbouw in natura en cash voor Nederland en andere landen en uw Kamer te informeren over het handelingsperspectief van de landbouwraden in Afrika om voedselonzekerheid te reduceren. Ook wordt ingegaan op de toezegging aan het lid Amhaouch om te kijken naar de inzet van het instrumentarium voor BHOS om risico’s voor bedrijven die hulp aan Oekraïne willen bieden te verminderen en tenslotte de toezegging aan het lid Thijssen om corruptie te voorkomen bij het herstel en de wederopbouw van Oekraïne.

Stand van zaken

Oekraïne is begin september begonnen met een tegenoffensief in het Zuiden en Noordoosten van het land. Tot dusver verloopt dat succesvol, waarbij Oekraïne een deel van de bezette gebieden terugveroverd heeft. Van een einde van de Russische oorlog is echter geen sprake, en het verwoestende effect op de bevolking, de infrastructuur, gezondheidszorg en productiesectoren waaronder de landbouw blijft toenemen. Het hele land heeft nog altijd te maken met dreigende raketaanvallen door Rusland.

Met de winter op komst nemen de zorgen over een verslechterende humanitaire situatie toe. Zo is met het afsluiten van kerncentrale in Zaporizja meer dan 15% van de energietoelevering aan huishoudens weggevallen. Daarnaast komen burgers vanwege Russische aanvallen op kritieke infrastructuur zonder water en/of stroom te zitten.

Ook de economie van Oekraïne heeft zwaar te lijden onder de oorlog. Zo is de inflatie opgelopen tot 22% op het moment van schrijven en wordt verwacht dat deze nog verder zal stijgen. Naar verwachting zal de economie dit jaar met een derde krimpen. Er is urgente liquiditeitssteun nodig om de economie draaiende te houden en verdere verslechtering van de overheidsfinanciën en de financieel-economische situatie te voorkomen. Volgens cijfers van het IMF heeft Oekraïne een financieringstekort van circa 5 miljard dollar per maand, nodig voor basisvoorzieningen, herstel van kritieke infrastructuur en bevordering van economische stabiliteit. De kosten voor herstel- en wederopbouw komen bovenop het financieringstekort.

Rapid Damage Needs Assessment

Op 9 september presenteerde de Wereldbank samen met de Europese Commissie en de regering van Oekraïne een analyse van de herstel- en wederopbouwbehoeften van Oekraïne alsmede de financiële noden om te kunnen overleven op korte termijn.2 Deze needs assessment is in nauw overleg met de Oekraïense autoriteiten tot stand gekomen.

Uit de needs assessment komt naar voren dat de totale kosten van herstel en wederopbouw USD 349 mld. zullen gaan bedragen.3 Dit is exclusief het financieringstekort van de overheid en is ongeveer het tweevoudige van het BBP voor de oorlog en het drie- tot viervoudige van het huidige BBP. Daarbij is de peildatum 1 juni 2022, waarbij geen rekening gehouden is met nadien aangerichte schade en opgelopen verliezen. De kosten voor wederopbouw kunnen verder oplopen naarmate de oorlog langer aanhoudt of qua geografische scope verandert. Hiermee zijn de kosten omgeven met fundamentele onzekerheden.

Van de USD 349 miljard is er op zeer korte termijn USD 3,5 miljard nodig voor de voorbereiding op de komende winter, de zogenoemde winterisation. Binnen nu en 36 maanden is USD 105 miljard nodig om in de dringendste herstelwerkzaamheden te voorzien om de economie te stabiliseren. Denk hierbij aan het herstel van de kritieke transportinfrastructuur, ondersteuning bancaire sector, steun voor het aankomende zaaiseizoen, ontmijning en steun voor ontheemden op de iets langere termijn.

De fysieke schade concentreert zich met name in de oblasten (regio’s) Donest, Luhansk, Kharkiv en Zaporizha, Chernihiv en de stad Kyiv. Dit zijn de gebieden die in bezet gebied of aan frontlinie liggen in Zuid- en Oost-Oekraïne, zie figuur.4

Zowel sectoraal als geografisch zijn er grote verschillen. Van de 20 in kaart gebrachte sectoren, geldt dat de grootste noden gelden voor vervoer en transportinfrastructuur (21% van de totale berekende financieringsbehoefte), ontmijning en decontaminatie van land (21%), huisvestiging (20%), handel en industrie (6%), sociale bescherming en levensonderhoud (6%) en landbouw (5%). Met deze appreciatie kom ik tegemoet aan de motie van het lid Hammelburg c.s. omdat deze needs assessment de specifieke behoefte van Oekraïne voor het herstel van het land inclusief vitale infrastructuur in kaart brengt en aangeeft waar de internationale gemeenschap aan kan bijdragen.5

De komende periode zal er in internationaal verband intensief gekeken moeten worden naar de beste wijze waarop de noden naar aanleiding van de needs assessment voor de verschillende fasen van herstel en wederopbouw van Oekraïne kunnen worden ingevuld en hoe de (internationale) coördinatie zal worden opgepakt.

Nederland heeft regelmatig bilateraal contact met de Oekraïense autoriteiten via de ambassade in Kyiv en de Oekraïense ambassade in Den Haag. Het verdere proces van herstel en wederopbouw vindt uiteraard plaats in goed overleg met hen. Dit vergt aan Oekraïense zijde goed bestuur en slagvaardige nationale en lokale instellingen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de wederopbouw, een krachtig internationaal coördinatiemechanisme en hulpmodaliteiten die effectieve monitoring van de besteding van deze bedragen waarborgen. Er wordt momenteel in Oekraïne gewerkt aan een Oekraïens Recovery Fund waarin duidelijke waarborgen zullen worden opgenomen die door westerse donoren, de Wereldbank, VN en de EU worden gevraagd met het oog op een transparante besteding en verantwoording van toekomstige steungelden. Oekraïne ziet de wederopbouw ook in het licht van het EU-toetredingsperspectief en kiest daardoor voor een Building Back Better strategie gebaseerd op EU-normen en -standaarden die tevens een duurzame toekomst voor het land waarborgen.

Duidelijk is dat de opgave voor Oekraïne en voor de internationale gemeenschap enorm is. Hierbij zal ook een (financieel) beroep op Nederland worden gedaan. Het kabinet is zich ervan bewust dat het nu en in de toekomst over aanzienlijke bedragen kan gaan. Nederland is van plan zijn fair share aan deze herstel en wederopbouwopgave van Oekraïne te leveren, zoals het kabinet ook eerder heeft uitgedragen. Nederland wil graag binnen de EU en met internationale partners aan de slag met deze immense opgave. Bij de concrete inzet van het kabinet zal gekeken worden naar de verschillende fasen van de wederopbouw die elk een andere urgentie met zich meebrengen. Het kabinet beoogt op basis hiervan te handelen.

Hulp, herstel en wederopbouw

Eerder heeft uw Kamer een overzicht ontvangen van de aan Oekraïne toegezegde steun door internationale partners.6 In reactie op de toezegging aan het Kamerlid Klink en de eerder genoemde motie van het lid Hammelburg, vindt uw Kamer in de bijlage een geactualiseerd en uitgebreider overzicht van de humanitaire hulp, (financiële) steun voor herstel en wederopbouw die Nederland, EU-lidstaten en G7-landen tot nu toe hebben toegezegd en verstrekt aan Oekraïne. Het overzicht is gebaseerd op openbare informatie. Hoewel er geen uniforme manier is waarop landen hun steun aan Oekraïne rapporteren, en de steun die landen verlenen dus niet één-op-één vergelijkbaar is of kan worden opgeteld, is getracht zo inzichtelijk mogelijk te maken wat de oorsprong, modaliteit en bestemming van de middelen is.

Tabel – overzicht bijdragen Nederland aan Oekraïne (bedragen in EUR)1

Humanitair

Circa 60 miljoen, waaronder 10 miljoen voor ontmijning, en 2 miljoen voor bestrijden seksueel en gender gerelateerd geweld

EU

Circa 200 miljoen bilaterale garantie aan de EU- begroting voor de totstandkoming van de EU macro-financiële bijstand (MFB) aan Oekraïne. Onder voorbehoud van parlementaire goedkeuring.

Multilateraal

200 miljoen IMF-lening

100 miljoen garantie Wereldbank

2,5 miljoen EBRD

Bedrijfsleven

65 miljoen, waarvan 50 miljoen voor herstel infrastructuur via DRIVE en 15 miljoen voor ondersteuning OEK MKB via FMO

Wederopbouw

1 miljoen via VNG voor Cherson, Odessa, Mykolajiv

0,5 miljoen via ambassade

Vluchtelingen

150 miljoen vanuit ODA voor opvang vluchtelingen in Nederland

Cultuur

0,5 miljoen voor herstel schade cultureel erfgoed

Ondersteuning stabiliteit voedselprijzen inclusief graandeal

Circa 2 miljoen

X Noot
1

Bedragen voor EU en Multilateraal komen vanuit begroting Financiën. Het volledige overzicht van de Nederlandse uitgaven in het kader van Oekraïne is terug te vinden in tabel 22 op pagina 318 van de bijlage bij de Miljoenennota (Kamerstuk 36 045, nr. 94).

De Nederlandse (niet-militaire) bilaterale steun aan Oekraïne bestaat uit ca. EUR 60 miljoen aan humanitaire hulp, en EUR 65 miljoen voor economische ondersteuning. Over militaire steun wordt regelmatig separaat gerapporteerd. Als onderdeel van humanitaire hulp worden bijvoorbeeld urgente knelpunten rondom drinkwatervoorzieningen opgelost. Ook deze vorm van humanitaire hulp, early recovery, is gefinancierd uit het ODA-budget. Nederland levert EUR 10 miljoen aan humanitaire ontmijning, een randvoorwaarde om wederopbouw en terugkeer mogelijk te maken. En daarnaast nog EUR 2 miljoen aan slachtoffers van seksueel en gender gerelateerd geweld.

De economische ondersteuning betreft EUR 50 miljoen voor herstel van infrastructuur (via het programma DRIVE, zie hieronder bij «bedrijfsleven») en EUR 15 miljoen ondersteuning van het Oekraïense MKB via de overheidsfondsen bij FMO.

Ook heeft het ODA-budget eenmalig EUR 150 miljoen bijgedragen aan de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne in Nederland. Door slechts een deel uit het ODA-budget beschikbaar te stellen voor de crisis in Oekraïne behouden we ook ruimte voor andere noden in de wereld. Daarnaast is er EUR 2,5 miljoen beschikbaar gesteld voor de European Bank for Reconstruction (EBRD), en is er EUR 300 miljoen aan liquiditeitssteun in de vorm van garanties en leningen via de Wereldbank en het IMF gedekt.7 Deze steun moet ervoor zorgen dat de Oekraïense overheid zo goed mogelijk kan blijven functioneren. Het gaat hier om garanties en leningen, die op dit moment niet leiden tot ODA-uitgaven.

Tijdens mijn bezoek aan Oekraïne op 22 augustus jl. heb ik aangegeven dat Nederland op verzoek van de Oekraïense regering bereid is steun te verlenen bij het herstel en de wederopbouw van de zuidelijke kuststreek van het land, waarin de havensteden Cherson, Odessa en Mykolajiv zijn gelegen.8 Er is hiervoor inmiddels EUR 1 miljoen gealloceerd onder het partnerschap tussen mijn Ministerie en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNGi). Nederland zal dit in samenwerking met Denemarken en Zweden doen. Eerste verkennende gesprekken hebben plaatsgevonden met beide landen en worden zodra de veiligheidssituatie het toelaat ter plaatse met de Oekraïense autoriteiten nader afgestemd. Verder is er voor bescherming van het door de Russische agressie doelbewust beschadigd cultureel erfgoed EUR 0,5 miljoen euro beschikbaar gesteld.

Sinds het Commissiedebat wederopbouw van 7 juli jl. is een tiental nieuwe steunverzoeken binnengekomen op het terrein van bijvoorbeeld gezondheidszorg en reparatie van huizen en bruggen. Deze verzoeken zijn doorgezet naar desbetreffende departementen of aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) om in aanmerking te komen voor financiering uit het bedrijfsleven instrumentarium. Ook kunnen sinds kort activiteiten worden gehonoreerd en gefinancierd door de ambassade in Kyiv.

Het kabinet voelt zich gecommitteerd Oekraïne te steunen en vraagt ook aan het bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties inbreng te leveren. Daarom organiseer ik op korte termijn een bijeenkomst voor het maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven om gedachten uit te wisselen naar aanleiding van de needs assessment en over waar de mogelijkheden en kansen liggen voor het Nederlandse bedrijfsleven en ngo’s bij de wederopbouw van Oekraïne.

In EU-verband draagt Nederland bij aan het beschikbaar stellen van in totaal EUR 10,2 miljard aan macro-financiële bijstand die de EU aan Oekraïne heeft toegezegd voor 2022. Eerder dit jaar zijn al respectievelijk EUR 1,2 miljard en EUR 1 miljard uitgekeerd. Deze uitkering van EUR 1 miljard is onderdeel van het totaalpakket van EUR 9 miljard aan macro-financiële bijstand, waarvoor de Europese Commissie op 7 september jl. een voorstel heeft gepresenteerd voor de tweede stap van EUR 5 miljard, onder voorbehoud van nationale goedkeuring. Uw Kamer heeft de kabinetsappreciatie van dit voorstel reeds ontvangen. Van lidstaten wordt verwacht dat zij aanvullende garanties afgeven op basis van hun BNI-aandeel in het BNI van de gehele EU. Voor Nederland gaat het bij een BNI-aandeel van 5,9% om een garantie van ca. EUR 200 miljoen. Een definitief besluit wordt separaat aan uw kamer voorgelegd door middel van een (aanpassing van een) begrotingswet waarin de garantie wordt verwerkt op de begroting van het Ministerie van Financiën, vergezeld van een toetsingskader risicoregelingen.

Een voorstel voor de resterende EUR 3 miljard wordt later dit najaar door de Europese Commissie gepresenteerd. Daarnaast heeft ook de Europese Investeringsbank (EIB) dit jaar twee pakketten van gezamenlijk ca. EUR 2,1 miljard aangenomen.

Bedrijfsleven

Sinds de vorige Kamerbrief over wederopbouw in Oekraïne9 hebben enkele tientallen Nederlandse bedrijven contact opgenomen met het ingestelde Oekraïneloket bij de RVO om de mogelijkheden voor economische samenwerking te onderzoeken. Geïnteresseerde bedrijven hebben informatie ontvangen en zijn waar nodig in contact gebracht met lokale partijen in Oekraïne en/of met internationale financiële instellingen. Bedrijven worden tegelijkertijd ook gewezen op de huidige beperkingen rondom zakendoen in Oekraïne, zoals het geldende rode reisadvies.

Het kabinet heeft 3 platforms opgericht voor gezondheidszorg, landbouw (agrofood) en water (waaronder drinkwater, waterbeheer, watertransport en waterbouw). Dit sluit aan bij voornoemde motie-Hammelburg c.s. en de eerdere motie-Hammelburg c.s. over het inzetten van in Nederland aanwezige kennis en expertise voor herstelhulp en om publiek-private samenwerking op wederopbouw van Oekraïne te bevorderen.10 Dit zijn de sectoren waar Nederland specifieke kennis en kunde heeft en die aansluiten op het Topsectorenbeleid. Via de platforms komen bedrijven, brancheorganisaties en publieke organisaties binnen voornoemde sectoren bijeen om informatie over wederopbouw uit te wisselen en inzet samen te brengen, toe te spitsen op de vraag en te koppelen aan financieringsmogelijkheden. Tijdens de hiervoor reeds genoemde bijeenkomst voor het maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven zullen de platforms formeel worden gelanceerd.

Het kabinet heeft EUR 50 mln. aan OS-middelen geoormerkt voor inzet in Oekraïne via de infrastructuurprogramma’s DRIVE en Develop2Build. Hiermee kunnen Nederlandse consortia gericht bijdragen aan herstel van infrastructuur in Oekraïne met gebruikmaking van Nederlandse kennis en kunde. Het schenkingspercentage voor infrastructuurprojecten die worden gefinancierd uit DRIVE in Oekraïne wordt verhoogd van 35% naar 50%. Daarnaast maakt het kabinet het mogelijk dat DRIVE garanties kan afgeven op leningen, waardoor Nederland volledige financieringspakketten kan aanbieden aan de Oekraïense overheid voor de bouw van infrastructuur. Ook zijn er mogelijkheden om technische assistentie te bieden aan bedrijven om ervoor te zorgen dat projectrisico’s worden gemitigeerd en financieringsaanvragen een zo snel mogelijke doorlooptijd kennen. Invest International is actief in gesprek met Nederlandse bedrijven over onder meer de bouw van ziekenhuizen, herstel van wegen en bruggen en levering van snel inzetbare en verplaatsbare klinieken in Oekraïne.

Het landenbeleid van de exportkredietverzekering (ekv) op Oekraïne is momenteel vastgesteld op «beleid wordt herzien», vanwege de grote onzekerheid in het land vanwege de oorlog. Dit betekent in de praktijk dat verzekeringsaanvragen op Oekraïne op een case-by-case basis worden bekeken, waarbij Atradius Dutch State Business (uitvoerder van de ekv) kijkt naar de mogelijkheden binnen de ekv in afstemming met de Ministeries van Financiën en Buitenlandse Zaken. Ook staan de financieringsmogelijkheden via Invest International open voor Oekraïne, maar zijn deze in de praktijk beperkt beschikbaar vanwege de grote financiële en landenrisico’s als gevolg van de oorlog. Dat neemt niet weg dat Invest International aanvragen voor Oekraïne eveneens met een open grondhouding in behandeling neemt. Voor de overige BHOS-instrumenten, inclusief de instrumenten voor technische assistentie aan het midden-en kleinbedrijf voor bijvoorbeeld het mitigeren van IMVO-risico’s en het uitvoeren van haalbaarheidsstudies, geldt dat waar nodig voorwaarden gericht op resultaten en doorlooptijden flexibel worden toegepast en wordt gezocht naar maatwerk.

Met hogergenoemde maatregelen beoogt het kabinet door gerichte inzet van het BHOS-instrumentarium de risico’s voor bedrijven die hulp aan Oekraïne willen bieden te verminderen, zoals ook toegezegd aan het lid Amhaouch tijdens het Commissiedebat op 7 juli jl.

Graanuitvoer Oekraïne

De motie van Kamerlid Hammelburg c.s. verzocht het Kabinet in te gaan op waar we de Oekraïense autoriteiten met de specifieke graanuitvoer kunnen helpen. Eind juli is er een graandeal gesloten tussen Oekraïne, Russische Federatie, Turkije en de VN die in eerste instantie een looptijd heeft van 120 dagen, dus tot en met 24 november. Voor uitvoering van deze zogenoemde Zwarte Zee deal is een Joint Communication Center (JCC) in Istanboel ingericht dat de scheepvaart vanuit de drie genoemde Oekraïense havens, te weten Odessa, Tsjornomorsk en Joezjne, coördineert. Deze graandeal is belangrijk voor zowel Oekraïne, Rusland als voor de mondiale voedselvoorziening. Daarnaast heeft de VN/UNCTAD een Memorandum met de Russische federatie gesloten ten aanzien van ondersteuning uitvoer Russisch graan en kunstmest. Nederland is door de VN benaderd om een bijdrage te leveren aan deze overeenkomsten. Nederland gaat via organisaties die de graandeal uitvoeren, UNCTAD en Centre for Humanitarian Dialogue (CHD) voor het Istanboel Coördinatie Mechanisme, ondersteuning bieden.

De VN werkt met de International Maritime Organization en het World Food Program om op korte termijn graanleveranties naar bijvoorbeeld Somalië, Soedan en Jemen te krijgen. Doel is z.s.m. export van 5 miljoen ton graan per maand, het vooroorlogse exportniveau van Oekraïne, te krijgen. De updates over het «grain initiative» zijn te vinden op een speciale website van de VN.11

De EU heeft parallel aan het vervoer van graan over zee door de opzet van Solidarity Lanes kans gezien het transport van graan via spoor, de binnenvaart en het wegvervoer te vergroten. De meeste van deze graantransporten worden overgeslagen in de zeehavens van Roemenië en Polen. Maar ook is sprake van overslag in Kroatië en Griekenland. Vervoer van graan via de Solidarity Lanes zal noodzakelijk blijven zolang transport via de Zwarte zee niet volledig is hersteld. Ook zijn de Solidarity Lanes van belang voor het vervoer van onder andere strategische en hulpgoederen Oekraïne in. Daarvoor biedt de graandeal namelijk geen oplossing.

Uiteraard wordt er door de VN met de private sector naar oplossingen gezocht om verzekerings- en transportkosten, die nog steeds erg hoog zijn, omlaag te brengen. Naar aanleiding van de aangenomen motie van de leden Van der Lee en Thijssen over speculatie op commodities hebben de Ministeries van Financiën, Economische Zaken en Klimaat, Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit, Buitenlandse Zaken gesproken met de Europese Commissie.12 Volgens de Commissie zijn er geen signalen dat er sprake is van overtredingen van het mededingingskader, zoals kartelafspraken of het misbruik maken van een economische machtspositie. De Commissie wijst erop dat er goede verklaringen zijn voor de hoge graanprijzen na de Russische inval in Oekraïne, zoals de beperkingen rond de export uit het land, hoge transportkosten en de hoge prijs van kunstmest die samenhangt met de hoge gasprijzen. Dat laat onverlet dat, mochten die signalen zich wel voordoen, de Europese Commissie en de Autoriteit Consument & Markt hierop kunnen handhaven, conform de mededingingskaders die bestaan.

Daarnaast geeft de Europese Commissie aan dat zij geen aanwijzingen heeft dat de Europese financiële markten voor agrarische grondstoffenderivaten momenteel niet op ordelijke en efficiënte wijze werken. Inherent aan die markten is dat daarop wordt geopereerd ten aanzien van de prijsontwikkeling van de onderliggende waarden, de agrarische grondstoffen, door de partijen die posities in agrarische grondstoffenderivaten aanhouden. De in de motie als speculanten aangehaalde handelaren op de termijnmarkten voor agrarische grondstoffen, zoals financiële ondernemingen, zijn van wezenlijk belang omdat zij veelal tegenpartij bij een agrarisch grondstoffenderivatencontract zijn. Zonder deze tegenpartijen zullen er geen of minder van dergelijke contracten worden overeengekomen, waardoor producenten en verwerkers van agrarische grondstoffen niet of minder goed in staat zullen zijn om het risico van prijsdalingen of -stijgingen af te dekken. Om te vooromen dat een partij zodanig omvangrijke posities in een agrarisch grondstoffenderivaat aanhoudt dat daarmee de prijs van onderliggende waarde van dat derivaat kan worden beïnvloed, zijn in de EU reeds maatregelen getroffen. Naleving van deze zogeheten positielimieten en positiebeheerscontroles wordt strikt gecontroleerd door toezichthoudende instanties, die waar nodig kunnen handhaven.

Handelingsperspectief voedselzekerheid van Nederland voor Afrika

Het kabinet maakt zich ernstig zorgen over de ontwikkelingen rond voedselzekerheid in de wereld, zoals eerder met uw Kamer gedeeld.13 De VN schat dat dit jaar ca. 345 miljoen mensen acuut voedsel-onzeker zullen zijn, van wie 47 miljoen als gevolg van de neveneffecten van de oorlog in Oekraïne.14 Met name in de Hoorn van Afrika en de Sahel is de situatie ronduit alarmerend.

Het kabinet wil substantieel en effectief bijdragen aan het lenigen van acute voedselnoden en aan het versterken van lokale voedselsystemen. De Nederlandse ambassades spelen hierin een belangrijke rol. In reactie op de toezegging aan het lid Klink tijdens het debat van 7 juli jl. hebben de landbouwraden in Afrika15, alsmede een aantal ambassades in Afrika en de MENA met een voedselzekerheidsprogramma16, een beoordeling gegeven van de lokale impact en aangegeven welke handelingsperspectieven zij zien. Dit levert, kort samengevat, het volgende beeld op.

Stijgende voedselprijzen, in combinatie met hogere prijzen voor brandstof en andere producten, worden voor alle landen benoemd als een van de oorzaken van de afnemende voedselzekerheid. De inflatie, die mede hierdoor is ontstaan, loopt in een aantal landen sterk op, soms tot wel 31%. Alle landen ervaren problemen met de stijgende kunstmestprijzen en andere grondstoffen. Vooral in de Hoorn worden deze prijsstijgingen gevoeld en zijn er nauwelijks alternatieven. Een verlaging van de productie is al zichtbaar, maar er wordt verwacht dat de grootste klap eind dit jaar en begin volgend jaar zal komen. Voedselzekerheid staat onder druk door klimaatverandering in de vorm van droogte en overstromingen. Met name in Oost-Afrika wordt de enorme droogte als een van de grootste oorzaken voor de voedselzekerheidscrisis genoemd. Er is door de landbouwraden een aantal concrete suggesties gedaan om de situatie te mitigeren, zowel binnen lopende activiteiten als in de vorm van voorstellen voor nieuwe initiatieven. Dit varieert uiteraard afhankelijk van de specifieke lokale context. Geïdentificeerde aangrijpingspunten liggen met name in de sfeer van verbeterde zaden (bv Egypte, Ethiopië, Soedan, Uganda, Zuid Soedan), verantwoord en efficiënt waterbeheer (Egypte, Ethiopië, Soedan, Uganda) en aangepaste tuinbouwmethoden (Kenia, Tanzania. Het kabinet zal, na gedegen beoordeling op haalbaarheid, hier opvolging aan geven via de programmering van de ambassades in de desbetreffende landen en via de RVO.

Daarnaast heeft het kabinet de volgende stappen gezet in respons op de huidige crisis. Het budget voor versterking van lokale voedselsystemen in ontwikkelingslanden van jaarlijks circa EUR 330 miljoen, wordt de komende 5 jaar verhoogd met in totaal EUR 450 miljoen.17 Over de inzet van die middelen zal de Kamer nader worden geïnformeerd in antwoord op de eerder bij het debat over de landbouw en visserijraad ingediende motie Thijssen c.s. die de regering verzoekt om nog dit jaar een stappenplan op te stellen om bij te dragen aan de verbetering van de mondiale voedselzekerheid.18Tevens wordt de internationaal gecoördineerde respons op de huidige crisis ondersteund door EUR 47 miljoen extra beschikbaar te maken voor humanitaire hulp via het VN Wereldvoedselprogramma (27 miljoen) en het mondiale noodhulpfonds Central Emergency Response Fund (20 miljoen).19 Ook wordt EUR 10 miljoen extra bijgedragen aan het Crisis Response Initiative van het VN Landbouwontwikkelingsfonds en EUR 52 miljoen extra aan UNICEF voor de aanpak van ondervoeding. Additionele bijdragen aan multilaterale respons initiatieven van de Wereldbank en de Afrikaanse Ontwikkelingsbank worden momenteel overwogen. Lopende programma’s uitgevoerd door Nederlandse en internationale partnerorganisaties spelen direct in op de gevolgen van de crisis en worden waar nodig ondersteund met additionele middelen. Voor nieuwe initiatieven die kunnen bijdragen aan het bestrijden van de voedselcrisis wordt een speciale faciliteit ingericht bij de RVO.

Fiduciaire risico’s mitigeren

Conform de toezegging aan het lid Thijssen om de Kamer te informeren over de maatregelen die worden genomen om corruptie te voorkomen bij het herstel en de wederopbouw van Oekraïne kan ik u berichten dat Nederland voor dit onderwerp aandacht zal vragen in internationale fora. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken onderzoekt tevens intern hoe het zijn risicomanagementinstrumentarium kan inzetten zodat corruptie en fraude met door Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking verstrekte gelden kan worden voorkomen. Bij nieuwe activiteiten worden risico’s op fraude en corruptie op context-, programma- en organisatieniveau vooraf ingeschat. Ook worden dan mitigerende maatregelen geformuleerd om zowel de kans op als de impact van deze risico’s te minimaliseren. Daarnaast dient iedere organisatie waarmee het Ministerie een contract boven EUR 1 miljoen aangaat, een integriteitsanalyse (i.e. Organisational Risk and Integrity Assessment) te doorlopen. Tijdens de uitvoering van een project vindt monitoring plaats aan de hand van voortgangsrapportages en accountantsrapporten. Dit zal ook met het herstel en wederopbouw van Oekraïne het geval gaan zijn. Om de kwaliteit van adequate risico-inschattingen te waarborgen, is er, los van de inzet van risicomanagers, een opleidingsmodule voor betrokken medewerkers. Helemaal uit te sluiten of te voorkomen zijn risico’s evenwel niet. Dit geldt vooral voor fragiele en volatiele regio’s en omstandigheden.

Tot slot

Het kabinet is gecommitteerd aan het herstel en de wederopbouw van Oekraïne. Hoewel het momenteel nog onduidelijk is wanneer wederopbouw kan gaan plaatsvinden en op welke manier, bereidt het kabinet zich uiteraard wel voor. Medio oktober zal en marge van de Wereldbank jaarvergadering hierover gesproken worden en op 25 oktober vindt er in Berlijn een expertbijeenkomst plaats georganiseerd door Duitsland en de Europese Commissie. Ook daar zal over het herstel en wederopbouw van Oekraïne worden gesproken.

Naar aanleiding van de needs assessment van de Wereldbank, tezamen met de plannen die Oekraïne in juli jl. heeft gepresenteerd, zal Nederland in afstemming met andere donoren, bekijken op welke manier bijgedragen kan worden aan de wederopbouw van Oekraïne. De motie-Thijssen en Van der Lee over de situatie in de Oekraïne vraagt om het overgrote deel van financiële steun voor de wederopbouw uit additionele middelen te financieren.20 Het kabinet zal deze motie meewegen in de besluitvorming over de Nederlandse inzet voor de herstel en wederopbouwopgave die Oekraïne voor zich ziet.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher


X Noot
1

Motie van het lid Hammelburg c.s., Kamerstuk 36 045, nr. 98, motie van de leden Thijssen en van der Lee, Kamerstuk 36 045, nr. 99, motie van het de leden Thijssen en van der Lee, Kamerstuk 36 045, nr. 100.

X Noot
3

Het rapport gebruikt de wisselkoers US$1 = UAH 27.28 van December 31, 2021 (p. 2).

X Noot
4

Figuur uit Rapid Needs Assessment Wereldbank.

X Noot
5

Motie van het lid Hammelburg c.s. Kamerstuk 36 045, nr. 98.

X Noot
6

Kamerstuk 36 045, nr. 104.

X Noot
7

Bedrag komt voor rekening begroting Financiën. Zie kamerbrief van 1 maart 2022, Kamerstuk 36 048, nr. 3 en kamerbrief van 31 augustus 2022, Kamerstuk 36 182, nr. 6.

X Noot
8

Kamerstuk 36 045, nr. 112.

X Noot
9

Kamerstuk 36 045, nr. 112.

X Noot
10

Motie Hammelburg c.s., Kamerstuk 36 045, nr. 98.

X Noot
12

Motie van de leden Thijssen en Van der Lee, Kamerstuk 36 045, nr. 99.

X Noot
13

Zie ook Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 26 september 2022 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1460), en de voorafgaande beantwoording vragen schriftelijk overleg 19 september 2022 over de Landbouw- en Visserijraad voorzien voor 26 september (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1461).

X Noot
15

Algerije, Egypte, Ethiopië, Ghana, Ivoorkust, Kenia, Marokko, Rwanda, Senegal, Tanzania, Tunesië, Uganda en Zuid Afrika.

X Noot
16

Burundi, Irak, Jordanië, Soedan, Zuid Soedan.

X Noot
17

Kamerstuk 33 625, nr. 280.

X Noot
18

Kamerstuk 21 501-32, nr. 1447.

X Noot
19

Dit komt uit humanitaire hulp budget, BHOS begroting art 4.1. Deze werd ingezet in respons op de wereldwijde voedselcrisis.

X Noot
20

Motie van de leden Thijssen en van der Lee, Kamerstuk 36 045, nr. 100.

Naar boven