35 927 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2022)

Nr. 29 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN FINANCIËN EN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 november 2021

Drie weken geleden heeft het kabinet in een reactie op de stijgende energieprijzen aangekondigd huishoudens tegemoet te komen voor de hogere energierekening, door in 2022 incidenteel een tweetal aanpassingen in de energiebelastingen te doen (Kamerstuk 29 023, nr. 272). De benodigde wetswijziging is op zaterdag 23 oktober aan uw Kamer aangeboden in de vorm van de derde nota van wijziging op het Belastingplan 2022 (Kamerstuk 35 927, nr. 13).

Uw Kamer heeft middels een aantal moties verzocht om het compensatiepakket aan te passen. De aangenomen motie van de leden van de leden Grinwis en Stoffer (Kamerstuk 35 925, nr. 133) verzoekt het kabinet om de voor het mkb bedoelde middelen in het compensatiepakket in lijn met de motie Hermans te herverdelen, zodat het mkb met een hoger energieverbruik ook wordt tegemoetgekomen. In deze brief licht ik toe hoe het kabinet invulling wil geven aan deze motie en bied ik de vierde nota van wijziging op het wetsvoorstel Belastingplan 2022 aan (Kamerstuk 35 927, nr. 30).

Daarnaast verzoekt de motie van de leden Hammelburg en Inge van Dijk (Kamerstuk 35 925, nr. 129) het kabinet om te onderzoeken hoe huishoudens met een laag inkomen via bestaande gemeentelijke regelingen een energietoelage kunnen ontvangen. De motie van de leden Nijboer en Van der Lee (Kamerstuk 35 925, nr. 130) verzoekt aanvullende maatregelen te treffen om de koopkracht van huurders met een E-, F- en G-label te verbeteren, bijvoorbeeld door aanpassing van het WWS-stelsel, een minimumverplichting zoals deze voor kantoren en winkels geldt, of andere wettelijke maatregelen. Het kabinet heeft verzocht deze moties aan te houden en is reeds in gesprek met VNG en gemeenten over of en hoe huishoudens met een laag inkomen een extra tegemoetkoming kunnen ontvangen voor de stijgende energieprijzen. Het kabinet stelt hierbij voor om de eventuele extra budgettaire derving als gevolg van de motie van de leden Hammelburg en Inge van Dijk niet te dekken binnen het beschikbare budget van 3,2 mld. euro voor de incidentele verlaging van de energiebelasting. Het kabinet meldt voor het eind van 2021 aan uw Kamer of en hoe invulling wordt gegeven aan beide moties.

Aanpassing compensatie tijdelijke verlaging energiebelasting 2022

In het oorspronkelijke compensatiepakket voor de energierekening (zoals die is uitgewerkt in de derde nota van wijziging op het Belastingplan 2022) werd de energiebelasting incidenteel en alleen voor 2022 op een tweetal punten aangepast. Ten eerste verhoogde het kabinet de belastingvermindering met 230 euro (inclusief btw) en ten tweede werd het tarief 1e schijf elektriciteit met 8,4 cent (inclusief btw) verlaagd. De budgettaire derving bedroeg 3,2 mld. euro (inclusief de gewijzigde invulling van de 500 mln. euro voor verlaging van de energiebelasting vanuit motie Hermans). Van de lastenverlichting ging circa 2,7 mld. euro naar huishoudens en circa 0,5 mld. euro naar bedrijven (waaronder het mkb).

In de vierde nota van wijziging op het Belastingplan 2022 heeft het kabinet de compensatiemaatregelen via de energiebelasting aangepast om uitvoering te geven aan de motie van de leden Grinwis en Stoffer. Het kabinet stelt 125 mln. euro ter beschikking om incidenteel en alleen in 2022 het tarief in de energiebelasting van de 2e en 3e schijf elektriciteit te verlagen met respectievelijk 0,859 cent en 0,201 cent (excl. btw en indexatie). Deze extra budgettaire derving wordt ingepast in het beschikbare budget van 3,2 mld. euro door ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel van het kabinet de belastingvermindering meer te verhogen (265 euro in plaats van 230 euro, incl. btw) en het tarief van de 1e schijf elektriciteit minder te verlagen (5,436 cent in plaats van 6,933 cent, excl. btw en indexatie).

Middels deze schuif komt, conform de wens van de motie, een groter deel van de lastenverlichting voor bedrijven bij het mkb met een hoger energiegebruik terecht. Dit terwijl het belastingvoordeel voor een huishouden met gemiddeld verbruik met 422 euro (incl. btw en excl. indexatie) nagenoeg gelijk blijft ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel. Wel vindt ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel een verschuiving plaats in de lastenverlichting van huishoudens met een relatief groot energieverbruik en bedrijven met een relatief klein energieverbruik, naar bedrijven met een relatief groter elektriciteitsverbruik en huishoudens met een lager energieverbruik. Een uitgebreidere toelichting vindt u in de memorie van toelichting van de bijgevoegde nota van wijziging.

Tot slot. Met de vierde nota van wijziging op het Belastingplan 2022 ligt een gebalanceerd pakket om de gevolgen van de hoge energieprijzen te dempen. Het kabinet blijft de ontwikkeling van de energieprijzen monitoren. Wij hopen hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven