De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Ministerie van VWS samen met Zorgverzekeraars Nederland eind
2018 een kwartiermaker heeft aangesteld om de wachttijden in de genderzorg te verlagen,
samenwerking tussen aanbieders te bevorderen en te werken aan toekomstbestendige genderzorg;
constaterende dat het Ministerie van VWS zich ten doel had gesteld om begin 2022 de
wachttijden voor transgenderzorg met 50% te verminderen, maar de wachttijden onvoldoende
zijn afgenomen en dit een enorme druk legt op het mentale en fysieke welzijn van transgender
personen in Nederland;
overwegende dat de kwartiermaker momenteel in gesprek is met zorgverzekeraars om het
aanbod te vergroten en beziet of de rol van huisartsen kan worden vergroot bij het
verstrekken van hormonen, maar dit niet genoeg is om de lange wachttijden te verkorten;
overwegende dat aanvullende maatregelen (zoals investeringen in perifere ziekenhuizen,
onafhankelijke behandelcentra, op- en omleidingsfondsen voor (psychologische) zorgverleners
in de genderzorg, zelfhulpgroepen, en protocollen voor informed consent en triage)
door partijen in het veld, waaronder de medische sector, onderzocht dienen te worden;
constaterende dat de opdracht aan de kwartiermaker is verlengd tot 1 oktober 2022;
overwegende dat het aanjagen van maatregelen om genderzorg toegankelijker te maken
ook na die periode waarschijnlijk nog nodig zal zijn;
verzoekt de regering in gesprek te gaan met Zorgverzekeraars Nederland om te bewerkstelligen
dat de opdracht aan de kwartiermaker ten minste tot en met 31 december 2022 wordt
verlengd en indien nodig over te gaan tot verdere verlenging;
verzoekt de regering tevens cliënten en zorgverleners uit de genderzorg intensiever
te betrekken in de uitvoering van de opdracht aan de kwartiermaker,
en gaat over tot de orde van de dag.