35 925 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2022

W MOTIE VAN HET LID VAN DIJK C.S.

Voorgesteld 21 juni 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat afwegingen die het algemeen belang betreffen primair een zaak van de politiek zijn;

constaterende dat juridische acties van belangenorganisaties op grond van artikel 3:305a BW grote impact kunnen hebben op de samenleving, terwijl het vaak specifieke belangen betreft die slechts beperkt gewogen kunnen worden in bredere context van het algemeen belang;

constaterende dat belangenorganisaties die procedures aanspannen vanwege een ideëel belang uitgezonderd kunnen worden van de ontvankelijkheidsvereisten van artikel 3:305a BW, maar dat het voor het borgen van de legitimiteit van deze acties goed zou zijn dat er ten minste ontvankelijkheidsvereisten ten aanzien van representativiteit gelden;

verzoekt de regering te verkennen in hoeverre voor belangenorganisaties met een ideëel doel op grond van artikel 3:305a BW nadere vereisten met het oog op de representativiteit gesteld moeten worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Dijk

Talsma

Nanninga

Naar boven